Ontmoeting. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] Jan G. van Straaten Goede vaart 't Schip vaart op ster en hope door het ontzag'lijk ruim, het lacht zijn wangen open met witte pluimen schuim, het ziet uit ankerogen over de wijde zee, in eeuwigheid bewogen, naar havenrust en reê. Er is een durend rukken naar diepten zwart en koud, maar 't voelt zich opwaarts drukken tot steeds vernieuwd behoud. Er kreunen donk're dieren onder de wank'le voet, maar blanke vogels zwieren hoog mee in overvloed. En blijft de wind soms tegen en raakt het overstag, 't gaat voort op hoop van zegen bij 't klappen van de vlag. Soms moet het anker vallen in zicht der veil'ge kust, dan maakt de zee aan allen haar angsten wel bewust. Maar 't schip verduurt ontzetting, want 't water is zijn thuis: pal staat de sterke ketting geschalmd aan 't ankerkruis...! Wel ieder schip moet varen op koers van hoop en ster, dan telt geen duur van jaren, geen havenlicht is ver! Vorige Volgende