Ontmoeting. Jaargang 5

[p. 82]

Frouwien van der Vooren - Kuyper
Het paradijs

(Antwoord aan Piet Hekstra)

Wat kon er anders zijn in het ontzagg'lijk uur,
toen God de wereld schiep, dan schoonheid... schoonheid, puur
als water vloeiend door de slapende valleien,
waar geen herinn'ring bleef aan het nog nauw voorbije
chaotische bestand... Wat kon er anders zijn,
dan een doorgeurde hof, gedrenkt in zonneschijn.

Wat kon er anders zijn, dan louter lief'lijkheid
en vrede zonder vrees voor onheil, waar 't tapijt
van mos de voetstap ving van dartelende dieren,
waar boven 't lichtgroen riet libellen als saffieren
opflitsten in de zon: Gods' puurste fantasie.
Wat kon er anders zijn dan enkel harmonie.

Wat kon er anders zijn, dan het herhaald motief
van kabb'lend water, waar de lelie 't bloemhoofd hief,
wit boven 't mozaïek van glanzend groene blaren,
die als een levend schild voor 't spel der vissen waren.
Wat anders dan Gods taal in goud en karmozijn,
verhaald bij vlindervlucht in eindeloos refrein.

Wat kon er anders zijn, dan rhythme en symmetrie
in 't zich ontvouwen van twee vogelvlerken, die
in soepele cadans, langs bloesemende bomen,
zich spreidden naar het licht... Wat anders dan 't volkomen,
eendrachtig samengaan van 't eerste mensenpaar:
twee strophen tot één lied gebouwd bij Gods gebaar.

Wat kon er anders zijn, dan een volmaakt gedicht,
aan 't nacht'lijk firmament in zilver sterrenschrift
't geheim bezingend van des Scheppers eeuwig Wezen.
Wat anders dan muziek uit 't hart der roos gelezen,
vertolkt bij mensenmond tot liefdes-melodie...
Wat kon er anders zijn dan pure poëzie.