Ontmoeting. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 492] [p. 492] Hans Barendregt Zomernacht 'k Hoor over de tuinen, over de huizen de regen, van minnen zwaar, nedersuizen, warm, tot de naakte, open grond; ik lig met mijn liefste' in dit geurend ruisen mond aan mond. Het murmelt 't gelukslied van 't verbond, het ritselt en lispelt alom rond 't geheimnis van zijn dringen; ik lig met mijn liefste mond aan mond in dit rondom zingen. Het vocht omhelst de wachtende dingen, het vocht trekt waaiend en niet te bedwingen van boom tot boom; wij liggen tezame' in dit welig zingen zo licht en loom - De bruising zwelt aan tot een vervoerende stroom, wij liggen tezamen zo licht en loom met 't liefst verkregen - wij liggen verslonden in liefde-droom, wij, grond en regen. Vorige Volgende