Ontmoeting. Jaargang 2
(1947-1948)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 490]
| |
Anna Mertens
| |
[pagina 491]
| |
‘Heel mijn jeugd heb ik hear bemind,
Maar nu ben ik oud, zo ge ziet.
Liefde mint de gevallen vrucht
Van de dorre boom niet.
Weet, de Liefde is een zorgloos kind,
Die beloften vergeet,
Daar zij blind is of doof, naar haar wil,
En van trouw nimmer weet.
Haar begeerte is geen duurzaam goed,
Doch onzeker van wil,
Die met diepte van wanhoop men wint
En verliest om een gril.’
‘Zo is waarlijk de liefde der vrouw,
Of het woord Liefde onteerd.
In haar plaats heeft men meen'ge lust,
Menig kinderverlangen geëerd.
Ware liefde is een vuur, dat niet dooft,
In het hart immer brandend,
Nimmer zwak, nimmer oud, nimmer dood,
Nimmermeer verandrend...’
|
|