verraad, toen ik hem achterliet, na hem allerlei beloften in het oor te hebben gefluisterd. Ik geloof niet, dat hij het begreep, zo vertwijfeld en roerend nam hij mijn liefkozende vingers tussen zijn sterke, witte tanden.
Ik sloop weg als een dief.
Ik weet, dat ik de man, die achter mij praat, redeloos en zinneloos haat, terwijl ik Moelaan over zijn kop strijk. Zijn ogen glanzen nog smaragdgroen.
De man heeft hem niet zonder moeite voor mij op de grond gelegd en praat, ik weet niet wat. Ik streel, hij is nog warm.
Mijn oude jas heb ik aan, want onze begroetingen na afwezigheid plegen stormachtig te zijn. Ik heb buiten, uit consideratie voor de oppasser, niet het bekende fluitsignaal gegeven. Ik had me voorgesteld, heel stil naar binnen te sluipen, zo stil, dat Moelaan het niet gemerkt zou hebben.
Hij heeft het niet gemerkt.
Een snelle, wurgende greep om zijn hart heeft hem eerder verrast dan ik. Een uur geleden, toen ik uit de trein stapte.
‘Hij is vanmorgen zo gaan trillen, mijnheer, en verder niets gemankeerd, kijk, u kan wel zien, hij stond altijd tegen de muur op.’
Vanmorgen, dat was toen ik de reis aanving.
Toevallig, de veearts zegt het ook. Een afwijking, het komt zelden voor. Het is helemaal niet van opwinding en emotie.
Hoe zou zo'n beest het trouwens weten, hij voelt je toch geen 200 km ver aankomen?
Met al zijn intelligentie heeft Moelaan mij niet begrepen. Anders had hij kunnen weten, dat het maar weinige dagen waren, dat ik niet voor altijd weg was.
Dat begrijpt toch een kind? Hij had niet die radeloze en felle angst behoeven te hebben.
Hier zit ik toch met m'n oude jas, maar een uur te laat.
De oppasser spreekt al met een ander, die komt om zijn hond te laten afmaken.
Men zegt, een hond heeft intelligentie, geen verstand. Een hond kan zeer kort (± 5 min.) een eenvoudige voorstelling vasthouden, zegt de wetenschap. Of een hond droomt, daar weet de wetenschap niets van. Als hij wel iets leert, behoeven we helemaal nog niet te denken, dat hij denkt of bepaalde voorstellingen heeft.
Een hond heeft geen ziel, z'n geest vaart nederwaarts naar de aarde, zijn existentie is eindig.