Ontmoeting. Jaargang 2

[p. 215]

Muus Jacobse
De steden van het leven

Zwolle

Wie zich bezint op vroeger, peinst op later,
Herdenkt zijn jeugd, de straten op het water,
Turfschepen glijdend aan de buitenkant,
De kleine landstad aan het Zwartewater.

Leiden

Langs de gevels die al eeuwen deftig zijn
Dwarrelt vergeefs uw nevelig gordijn,
Want ieder jaar zwellen de jonge bomen
En staat het Rapenburg in zonneschijn.

Delft

Wie door uw ommegang van grachten glipt,
Verstolen van de geur der vroomheid nipt,
Ziet in het water, plots, als in een spiegel:
Dit is een koningsgraf, dit is een krypt.

Amsterdam

Hoe ooit gij door mijn droom verkoren werd?
Ach, die tot vader mij beschoren werd
Zag mij hier liggen in mijn moeders ogen...
Stad, waar ik in de droom geboren werd.