Ontmoeting. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] M.A. Rijnsburger Zonnige herfstmorgen Ik zie vandaag geen weemoed in de herfst. Een late roos staat feestelijk te bloeien; de speelse wind wil met de blaren stoeien, alsof hij spot met droefheid en bederf. 't Is of een schilder nu de wereld verft, zó dronken van ge luk en zó van gloed bezeten, dat ieder nu het kleed wel moet vergeten om wat verwelkt en, grauw geworden, sterft. De zon heeft een geheim met de chrysanthen; de asters vlammen rood van jaloezie. Er is geen dood in wat ik om mij zie, al schuift de wind wat blaren aan de kanten. Vreemd, dat er nu geen lente herbegint: het leven ritselt immers in de planten. Ik zie de dauw vandaag als diamanten... Vreemd, dat ik ze nog niet als tranen vind. Vorige Volgende