Ontmoeting. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 382] [p. 382] Inge Lievaart. De nieuwe inzet Hetgeen is achter uur en tijd, de verre oorzaak van de dingen, kan zich de mens niet nader dwingen, daar is een ondoordringbaarheid. O, 't ledig uitgaan en de keer tot dieper leegte weer, als vogels in een glazen huis, die telkens haastig vliegen thuis, maar vallen van de gladde wand weer naar 't begrensde bodemzand, de onbegrepenheid van zijn in stervenspijn. - Ja, wel is er de muur, maar niet is er een zwijgen, er is een overnijgen vanachter tijd en uur. O, Inkomst, en het oor dat hóórt en kent het vreemde Woord! Die vangt verrukt zijn nieuwe naam, weet: alles hoort als eens tezaam, en dood en zonde worden vreemd, omdat het Woord de pijnen neemt, en alle ding hervindt zijn zin, want God kwam in! Reeds klinkt de inzet van het lied dat stijgt voorgoed en eindigt niet! O, herbegonnen scheppingsstem, zing ook door mij van Hem. Vorige Volgende