Ontmoeting. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 252] [p. 252] Jaap Das Metamorphosis Het wielspoor in de straten weerkaatst het late licht. Het dorp ligt al verlaten, alle deuren zijn dicht. In blinde vensters glimt er geelwitte westerglans; een blanke bleekte klimt er van 't oosten aan den trans. Buiten liggen de landen te wachten op den nacht. Nu vallen alle banden. Nu komt waarop ik wacht. Nu zwijgen alle vragen, verstrakt wat was verward. Dit zijn de laatste slagen van mijn bezwijkend hart. Een mild gestadig sneeuwen kust mijn verkild gezicht; een fijne kou vouwt streelend zich om mijn handen dicht. IJl stijgende, verdwijnend van hier zal ik stilaan vervriezen en doorschijnend tusschen de sterren staan. Vorige Volgende