Ontmoeting. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 197] [p. 197] Anna Mertens Portret Zoo weerloos en toegankelijk Dit jong en ongerept gelaat Waarnaar mijn zwijgend schreien gaat; Hoe teer en hoe vergankelijk Het waas, dat over dit gezicht Gelijk aan dauw op bloemen ligt. Ik weet, dit beeld staat tusschen twee. 't Een slechts op ander beeld aanschouwd: Het kind met haren van bleek goud En donker oog - God speelt er mee - En 't ander, dat ik leven zag In trotsche stilte en trotsche lach. Zoo weerbaar, ontoegankelijk Dit jong hoogmoedig aangezicht Waarover zelfde puurheid ligt, Bewaakt nu; onontvankelijk Dan soms in oogwenk on-bewaakt Waarop de man aan 't kind-zijn raakt. Kind, dat ik nimmer heb gekend, Dat aan zijn moeder zwijgend leunt, Die trotsch zijn teedre schoonheid steunt In ernst de wereld toegewend, Mensch, die mijn liefde hebt gezien, Vind ik uw wezen hier misschien Weerloos en zeer toegankelijk In 't jong en ongerept gelaat Waarnaar mijn groot verlangen gaat Van liefde zoo afhankelijk; Dit teeder en dit kwetsbaar hart Gesloten nu - om welke smart? Vorige Volgende