Ontmoeting. Jaargang 1
(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 198]
| |
Anna Mertens
| |
[pagina 199]
| |
Indien het mooglijk zij, neem weg deze oogenblikken,
Die ons verbrijzelen als onder klemmend juk,
Als wie in donkre schacht begraven poogt te wrikken
Aan onverwrikbre rots en rijt zijn vingren stuk.
Van wereld ver, van vreugd en van alle ijdelheden
Is reeds mijn brandend hart in zijn omfloerste gloed
Niets dan een zwerversvuur in dorrende eenzaamheden,
Waar 't naakte kind een ros ontspannen grazen doet,
Maar moet opnieuw die tijd van pijn en martling komen,
Moet ik weer zonder zon en lucht en water zijn,
Wil, als Uw hand eenmaal de mijne heeft genomen,
Mij leiden door het zand der vreeslijke woestijn.
|
|