Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 9
(1909)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
VolkskundeH.W. Heuvel. - Volksgeloof en Volksleven met illustraties van G. Prop. - Zutphen. W.J. Thieme & Cie.
| |
[pagina 570]
| |
uitingen van de volksziel nazochten en voor de vergetelheid bewaarden, als het materiaal dat de latere geleerden zouden verwerken tot wetenschappelijke en vergelijkende studie. Tot nu toe echter werd de folklore, ook nu nog, al te dikwijls opgenomen als het ijdele spel van liefhebbers. Geen wetenschap heeft dan ook meer den invloed ondergaan van het alles aandurvende en soms goede dingen bedervende dilettantisme dan de folklore. ‘Freilich, zegt prof. E. Hofmann-Krayer,Ga naar voetnoot(*) ist ja keine Wissenschaft mehr auf den Dilettantismus angewiesen, als gerade die Volkskunde, und wir sind weit davon entfernt, seine wertvollen Dienste für diese Wissenschaft zu unterschätzen; aber eben dieses Dienstverhältnisses sollte er sich stetsfort bewusst bleiben und nicht durch sein anmassendes Auftreten diejenigen abschrecken die sich mit Ernst an das wirkliche Studium des Volkstums heranmachen wollen.’ Van deze twee faktoren, - de dienstige liefhebberij en de meer doorgrondende en vergelijkende wetenschap -, zijn de twee bovengenoemde werken van H.W. Heuvel en van M.A. van Andel, treffende voorbeelden. Zeer wel heeft de verdienstelijke schrijver van Volksgeloof en Volksleven begrepen dat zijn werk niet buiten bovengenoemde ‘Dienstverhältnis’ treden mocht, en het is dan ook als dilettantischen arbeid een uitstekende bijdrage tot het vermeerderen van het materiaal voor ‘das wirkliche Studium des Volkstums’, een gebied waarop zijnerzijds de arts M.A. van Andel door zijn proefschrift | |
[pagina 571]
| |
Volksgeneeskunst in Nederland getoond heeft volkomen beslagen te zijn. Het boek van H.W. Heuvel is dus dilettantenwerk, het onwetenschappelijke pogen van iemand die in uitstekende gelegenheid was het volk van het platteland van dichtbij na te gaan in zijn primitieve uitingen en daden, en die gewetensvol heeft verzameld en opgeteekend hetgeen hij daaromtrent om zich heen zag en hoorde. Nieuwe uitzichten heeft de schrijver ook geopenbaard door de aandacht van de volkskundigen in te roepen op de tradisie in de woningen van de Hollandsche boeren. Belangrijk is in dit opzicht het tweede gedeelte van zijn boek, dat als vulgarisaziewerk voortreffelijk is. Iets echter mogen wij Vlamingen hem verwijten, dat hij, waar hij zich toch steeds naar Duitschland wendt, Vlaanderen geheel heeft weggelaten. Hij hadde toch, dunkt ons, voor de etnografische uitbeelding van het Nederlandsche volk, het zoo belangrijke Vlaamsche gedeelte niet mogen over 't hoofd zien. Intusschen is dit boek, waarop wij de aandacht van alle belangstellenden inroepen, ook eene aanwijziging in dien zin, dat het nl. wenschelijk ware, zooals de heer H.W. Heuvel het nu op onvolledige wijze deed, eene geheele verzameling van onzen folkloristischen schat uit te geven, iets in den aard van P. Sébillot's roemwaardig standaardwerk Le Folklore de France. De heer M.A. van Andel staat, zooals ik hooger zei, tegenover den heer H.W. Heuvel als de man van wetenschap tegenover den dilettant. Zijn Volksgeneeskunst in Nederland zal, nevens het zeer voortreffelijk werk van A. de Cock, Volksgeneeskunde in Vlaanderen, een heuschen meesterlijken arbeid op dit gebied blijven. Want hier is | |
[pagina 572]
| |
nu wezenlijk de wetenschap bazis en geraamte van het geheele gewrocht. Op uiterst gewetensvolle en rijke wijze gedokumenteerd is dit boek een hulpzame handleiding voor hen die zich voor de wetenschap der volksgeneeskunst in 't bizonder en voor de folklore in 't algemeen, interesseeren. Vermits, zooals de schrijver zegt in zijn zeer lezenswaardige inleiding, ‘het geen twijfel lijdt dat binnen afzienbaren tijd de op dit gebied nog bestaande rijkdom van volksgewoonten en volksgebruiken belangrijk zal zijn geslonken’, mogen wij ons ten zeerste verheugen dat een arts, dus een deskundige, het belang der folklore in voldoende mate heeft erkend, om over de uitgebreide stof van medische volksgewoonten een zoo uitstekend proefschrift in het licht te zenden. De heer M.A. van Andel verdient daarvoor onzen geestdriftigen dank.
Ary Delen. | |
A. de Cock. - De Sage van den te gast genooden doode. Overdruk uit de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie, jaargang 1909. - Gent. A. Siffer.Een zeer interessante studie is bovengenoemd opstel van onzen verdienstelijken folklorist A. de Cock. Met behulp van belangrijke dokumenten gaat schrijver de verschillende lezingen na welke verwant zijn met genoemd onderwerp nl. ‘de doode te gast genood, waaraan dit hoofdartikel van het volkscredo ten grondslag ligt: ‘Laat de dooden in vrede rusten’. Dit vertelselthema is in heel Europa verspreid, de uitnoodiging, schier altijd tot een doodshoofd of een gehangene gericht, | |
[pagina 573]
| |
gebeurt meestal uit spotternij en wordt dan ook doorgaans met den dood gestraft.’ Vergelijkenderwijze worden de talrijke vormen, waarin zich deze sage vertoont, gerangschikt, vooreerst die uit Vlaanderen en Holland, daarna die uit den vreemde, terwijl het geheel besloten wordt met eene korte vergelijking tusschen de Leontiusvertelling en de beroemde Don-Juansage. Een uitgebreide bibliografie is bij deze voortreffelijke, zeer wetenschappelijke studie gevoegd.
Ary Delen. |
|