Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 9(1909)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 406] [p. 406] Afscheid Vermoedet gij hoe lief 'k u heb, gij zoudt versmaden Al wat gij nu vereert en wat u liefde schijnt. - O, hadde ik minder lief, helaas, door liefde die verdwijnt Als zonnelicht, door nacht en duisternis beladen. Doch zie, zóó kan ik niet. Mij heeft het lot belijnd Het lot van hen die niet geloofden, doch aanbaden, - Ik, rijke, schijn u t'arm in 't uiten mijner daden, Aanbidding heeft het minnevuur mij ondermijnd. Zoo ga ik eenzaam dan mijn weg, wat helpt te klagen Als nimmer uwe ziel zich aan de mijne sluit, - Niet sluiten kàn, o lieve, daar gij immer stuit Op godsvereering, door aanbidding aangedragen. Welaan, dan zij mijn liefde vruchteloos gebleven, En 't is mij klaar, hij die aanbidt weet niet te leven. Herman de Schutter. Vorige Volgende