| |
| |
| |
De Krisis in Rusland
III.
De revolutionairen lieten in de weken, die volgden op de glansrijke algemeene werkstaking, alle politieke instellingen en besturen van het oude stelsel onaangetast. In Rusland dachten de revolutionairen, na 40 jaar samenzweren en opstanden, in de verste verte er niet aan, om datgene te doen wat de Jong-Turken zich na hun opstand tot eersten plicht stelden, n.l. om elken gouverneur en ambtenaar, die als reaktionair bekend stond, te verwijderen en in hun plaats mannen te zetten die de nieuwe orde van zaken waren toegedaan.
Deze groote politieke fout wordt verklaard, als wij voor oogen hebben welke partijen op het oogenblik van den strijd de heerschende waren. Dit waren de konstitutioneele demokraten, de sociaal-demokraten en de revolutionaire socialisten.
De eersten vormden van den beginne af slechts een partij van politieke en vredelievende hervormers der grondwet. De tweeden zijn Marxisten. Deze pseudo-revolutionairen strijden in Rusland evenals in heel Europa in werkelijkheid voor hervormingen der grondwet. De Russische Marxisten waren er zoo ijverig op bedacht dezen naam niet te verliezen, dat hun bladen in Rusland en in het buitenland bij elke terroristische daad onvermoeid de partij en de heldhaftige jeugd aangevallen en veroordeeld hebben, die deze strijdwijze tegen het absolutisme hielden voor de geschikte.
| |
| |
Wat het socialisme aangaat, dat de sociaal-demokraten voor hun partij in beslag willen nemen, zij beperkten in hun program van aktie hun socialistische eischen tot den achturendag en tot de wetten ter bescherming van de arbeiders naar het model der kapitalistische Engelsche wetgeving. In de landvraag waren de sociaaldemokraten, op grond van hun valsche theorie van de koncentratie van het kapitaal, van oudsher reeds de verklaarde vijanden van de Russische Mir en het gemeentebezit van grond en bodem. Hun aanvoerder Plechanoff en zijn volgers verkondigden, op gezag der brochuren van Engels, dat de boeren om hen zelven, om den vooruitgang der menschheid en van de zegepraal van het socialisme, hun land moesten verliezen en hoe spoediger dit plaats vond hoe beter het zou zijn. Pas een jaar vóór het uitbreken der revolutie deden de sociaaldemokraten, onder den druk der boerenbeweging, in hun program eenige koncessies, doordat zij b.v. aan den eisch van teruggave van gedeelten land aan de boeren de woorden toevoegden, dat de grondbezitters ze zich tijdens de afschaffing der lijfeigenschap op bedriegelijke wijze toegëeigend hadden. Maar de samenhang der sociaal-demokraten met de boeren bleef zeer gering; zij werkten vooral onder de fabriekarbeiders, verlangden de hervorming der grondwet, maar verwierpen de algemeene werkstaking en het revolutionair optreden.
De derde parij, die der revolutionaire socialisten, onderscheidde zich door een zeer energieken en systematischen strijd tegen de autokratie. De terechtstelling van ministers als Plewhe, van grootwaardigheidsbekleeders als grootvorst Sergius, waren het werk dezer partij. In hun theoretische meeningen waren zij ook Marxisten, maar in hun program van aktie onderscheidden zij zich van de | |
| |
sociaal-demokraten door zeer uitgestrekte agrarische eischen. In de boerenopstanden, die plaats hadden in vele provincies, waren de medeleden dezer partij zeer werkzaam; daar zij feitelijk Marxisten zijn, waren zij meer politiekers dan socialisten. Dit werd openlijk gezegd in hun Fransch manifest dat uitgegeven werd bij gelegenheid van den aanslag op Plewhe: ‘Als in Rusland eens een vertegenwoordiging en regeering is ingevoerd, gegrond op algemeen kiesrecht, zullen wij onze revolutionaire taktiek opgeven.’
Men ziet hoe bij hen alles aankomt op grondwet en politieke schijndemokratie. Het socialisme trad op den achtergrond. Een socialist kon pas tevreden zijn, als hij sociale en ekonomische veranderingen verkregen had. Ook de medeleden dier partij - die eveneens groote bewonderaars van Engels waren - waren geen voorstanders van de algemeene werkstaking. Ook in hun oogen was deze een anarchistische ketterij, die reeds Engels bespot en belachelijk gemaakt had in zijn berucht pamflet tegen de federalistische en kommunistische revolutie in Spanje 1873.
Dit waren de drie georganiseerde partijen. Evenals de anderen zagen de konstitutioneele demokraten onder den steeds wassenden invloed der boerenbeweging in, dat hervormingen alleen op het gebied van de politiek en het bestuur niet voldoende waren, dat met de toekenning van politieke rechten (gewetensvrijheid, vergaderrecht, enz.) tevens de agrarische vraag moest worden opgelost in dien zin, dat het boerengrondbezit vergroot en de dorpsgemeente en de semstwo bevrijd moesten worden van de despotische voogdij der politie en der ministers. Ten opzichte van andere politieke hervormingen was het program der konstitutioneele demokraten hetzelfde als dat | |
| |
der beide socialistische partijen. Dit was de reden waarom Rusland, bij de verkiezingen voor de eerste Doema, den konstitutioneelen demokraten zulk een onverweldigende meerderheid schonk; het plan der agrarische hervorming, dat zij, overeenkomstig hun beloften, indienden, was eerlijk en radikaal. De grond der staatsgemeenten zou in boerengemeentebezit komen en in het gegeven geval zouden de groote grondbezitters, het keizerlijke kabinet en de kloosters door middel van dwang onteigend en op staatskosten schadeloos gesteld worden. Juist om deze wetsontwerpen werd de eerste Doema ontbonden, de konstitutioneele demokraten werden voor het gerecht gebracht en de semstwo's, die in waarheid de ruggegraat uitmaakten hunner partij, door de regeering gezuiverd van alle radikale elementen.
Met het oog op het karakter dezer drie groote partijen rijst de vraag: wie heeft de machtige en zegepralende algemeene werkstaking georganiseerd? De konstitutioneele demokraten, die de liberale burgerij vertegenwoordigden, konden er niet voor verantwoordelijk gesteld worden en evenmin de revolutionaire socialisten en sociaal-demokraten, die het denkbeeld verwierpen. Geen der drie groote partijen dus.
De algemeene werkstaking sproot voort uit den opstand van het openbaar geweten.
Gedurende de periode van den oorlog was de regeering die, door vele slagen in het verre Oosten gedemoedigd en met smaad beladen, genoodzaakt geweest koncessies te doen aan de openbare meening en wat verdraagzamer te zijn in het sociale leven. In nog geen anderhalf jaar ontstonden met ongelooflijke snelheid in heel Rusland vele onpolitieke beroepsverbanden, zooals dat der onder- | |
| |
wijzers, der ambtenaren van semstwo's, der ingenieurs, der spoorwegmannen, der journalisten, der artsen, der telegrafisten, enz. Deze verbanden begonnen kongressen te houden te Petersburg en te Moskou. Eindelijk werd zelfs te Petersburg een bond georganiseerd van al die verbanden. Hiertoe behoorde ook de boerenbond, die spoedig een der belangrijkste en machtigste zou worden in Rusland. Later gaf deze aan de eerste en tweede Doema de beste revolutionaire afgevaardigden en zelfs in de derde, die voornamelijk benoemd is door de politie en de ambtenaren, zijn de medeleden van dezen bond de beste verdedigers van de belangen der boeren.
Eenige weken vóór de algemeene staking hield de boerenbond een kongres te Moskou en zonder dat deze zich socialistisch of revolutionair genoemd had, nam hij het volgende besluit: de gemeente zou in haar innerlijk bestuur onafhankelijk en zelfstandig zijn: semstwo, gemeentebeheer en parlement moesten door het algemeen kiesrecht gekozen worden; het onderwijs moest verplicht en kosteloos zijn; de inrichting van gekozen vrederechters moest weer hersteld worden. Iedereen kon dadelijk bemerken: de boerenbond had een werkelijk nationaal program opgesteld.
De konstitutioneele demokraten stemden deze eischen van den boerenbond zonder voorbehoud toe; de sociaal demokraten zagen zich genoodzaakt hun theorieën aan te passen aan de eischen der boeren; maar de Maximalisten - de radikale richting der revolutionaire socialisten, die het socialisme vertegenwoordigden in zijn geheelen omvang - traden toe tot den bond en begonnen gemeenschappelijk met de medeleden van den boerenbond de boerenopstanden, die volgden op de ontbinding der eerste Doema.
| |
| |
Deze verbonden waren de werkelijke georganiseerde dragers van de algemeene werkstaking van 1905. Maar daar zij zich pas gevormd hadden en de revolutionaire overlevering hun ontbrak, dachten zij er heelemaal niet aan de inrichtingen van het bestuur en de bureaukratie in handen te krijgen en vergenoegden zich op het oogenblik der zegepraal met de belofte eener grondwet. Met het oog op dezen toestand der partijen en verbonden is het natuurlijk, dat geen georganiseerde tegenstand tegen het stijgen der reaktie plaats vond en zoo begon de reaktie, zoodra zij bemerkte dat de oude orde van zaken onaangetast gelaten was, met de ongehoorde vervolgingen, die nog steeds met onverzwakte woede en wreedheid voortgaan.
Toen, door de algemeene werkstaking, een grondwet was veroverd door het Russische volk, waren er in werkelijkheid slechts twee partijen, waarvan men zeggen kon dat zij de volksmassa vertegenwoordigden, de konstitutioneele demokraten en de boerenbond. De eersten, alleen bestaande uit burgerlijke radikalen, waren zoo goed als tevreden gesteld door de grondwet, zooals zij in den beginne werd afgekondigd. Zij hadden wel verdergaande rechten geëischt, b.v. het algemeen kiesrecht; maar als een partij, die zich in hoofdzaak beperken wilde tot de wettelijke en wetgevende middelen, meende zij dat met de grondwet, zooals zij was gewaarborgd geworden, het werk der ekonomische wedergeboorte van Rusland volbracht werd.
De pas opgerichte boerenbond had geen eigenlijke organisatie op het platteland: zijn programma kon alleen door een revolutionairen strijd worden doorgevoerd, waarop hij echter niet was toegerust.
| |
| |
Wij hebben gezien dat de revolutionaire partijen zich de gunstige positie, die zij innamen, niet ten nutte maakten en de bureaukratie en autokratie moesten zien dat haar macht nog ongebroken was. De enkele oproeren en oproerige bewegingen te Moskou, in de Oostzee-provincies, Georgië, te Kronstadt en andere steden van Zuid-Rusland en Siberië konden gemakkelijk worden onderdrukt. De steden werden gebombardeerd door de laffe officieren, die zich door de Japanners lieten verslaan; de dorpen werden neergebrand en de ongewapende bevolking, vrouwen en kinderen niet uitgezonderd, op de ruwste manier mishandeld en geranseld. Nu nog kan men overal in Rusland zwarte ruïnen en gebouwen zien, die vol zitten met kogels - de getuigen, die zijn achtergelaten door de barbaarsche soldateska.
De zes weken, die volgden op de zegenrijke algemeene werkstaking, toonden den czaar en zijn raadgevers dat Rusland in twee kampen verdeeld was. Aan den eenen strijdt dat deel der natie, dat ontwikkeld is en geen ambtenaar, tegen het absolutisme; aan den anderen de korrupte bureaucratie, de personen die behooren tot het burgerlijk beheer, het militair bestuur en ook de geestelijkheid (in Rusland zijn de geestelijken staatsambtenaren) en aan het hoofd van deze staatsgroep de bond van den hoogen adel, van de senatoren, gouverneurs, ministers, aartsbisschoppen, enz. Om klaar te komen met de vooruitstrevende partijen en den invloed van den boerenbond te ondermijnen, vereenigde de regeering de onderste lagen der stedelijke bevolking in patriottenbonden. Dieven en misdadigers bevonden zich in de rijen dezer patriotten, wier aanvoerders waren Kruschevan, Panischkewitsch, Schulgin, graaf Konownitschin, aartsbisschop Hermogen | |
| |
en Durnowo, de vroegere minister van binnenlandsche zaken, enkel menschen die in het verleden uitspattingen en perversiteiten en ontrouw op hun kerfstof hebben. Dat is de bond genaamd Bond van het echte Russische volk. De schandelijke diensten van dezen bond heeft de czaar, die wel weet dat achtbare menschen zijn troon niet steunen, voor zich en zijn erfgenamen uitverkoren. De finantiën van het rijk zijn uitgeput, maar op bevel van den czaar worden jaarlijks duizenden roebels gegeven aan dien bond, en zijn medeleden kregen de politie tot hun versterking. Het ministerie van binnenlandsche zaken dat in waarheid het beheer der politie is, onverschillig of het de geheime, de openbare, de politieke en de geestelijke of wel de gendarmerie is, kost aan het land 150 millioen roebel. De traktementen van bijna alle politiebeambten zijn in den loop der twee laatste jaren verdubbeld, om zoo hun aanhankelijkheid aan den troon nog steeds te versterken. Bijna over geheel Rusland is de staat van beleg uitgespreid, om zoodoende de trouw van het leger, dat nu dubbele soldij krijgt, te koopen. De staat van beleg, die op 't einde van 1905 over verschillende deelen des lands voor 3 of 4 maanden is afgekondigd, is op den wensch der militaire overheid tot nu toe verlengd geworden: om hun ijver en werkzaamheid te toonen, hangen zij dagelijks onschuldige menschen op, waaronder jongens en meisjes, die men, zooals in vele gevallen bewezen werd, van niets anders kan beschuldigen dan dat zij een paar centen gestolen hadden. Het zoogenaamde volksleger is nu in werkelijkheid een korrupte bende soldeniers, die met behulp van honderden terechtstellingen (in het laatste jaar 780) en van duizende vermoorde, verwonde en mishandelde boeren en handwerklieden hun dubbele soldij kregen.
| |
| |
Tevens is de pers gekneveld, de kleine samenkomsten van vrienden zijn verboden en het leven en eigendom van elkeen is aan de willekeur van spionnen en officieren, die dikwijls dronkaards en spelers zijn, prijs gegeven. Het spionnenstelsel heeft de geheele maatschappij verpest en het Asef-schandaal heeft getoond hoe ministers, de hoogste overheidspersonen en zelfs het hof de werktuigen van zulke aartschelmen als Plehwe, Ratschowsky, Durnows, Asef en dergelijken zijn. In het officieele Russische leven van onzen tijd heeft de zedeloosheid en ontaarding allen aangegrepen en de begrippen van plicht en eer zijn verdwenen.
De Czaar en zijn familie, de kringen der ministers en regeeringsbeambten, werken allen met elkaar alleen nog maar voor hun eigen belang en voor hun verrijking. Na ons de zondvloed - zoo is hun oplossing. Met alle middelen van verraad en brutaliteit trachten zij het nationale leven te onderdrukken en den vooruitgang en ontwikkeling tegen te houden, om hun macht te kunnen handhaven.
Deze toestand van verval is niet plotseling te voorschijn gekomen. Hij is het resultaat van een eeuwenlange stelselmatige vervolging der wetenschap, der menschenwaarde en der individueele onafhankelijkheid. ‘Gij moet niet denken, gij moet blind gehoorzamen.’ - Zoo heet nog algemeen de leus in de school, de kerk en de kazerne. ‘Zonder op iets te letten zich er door slaan, en alleen denken aan de eigen belangen,’ ziedaar de moraal voor de machthebbers zelven.
Door zulk een politiek stelsel, door zulk een moraal, door zulk een ekonomische ruïne is het onmetelijke rijk in verval gekomen; en geen hervorming en niet eens een revolutie kan het redden van den ondergang. Hoe gauwer het ‘rijk van de knoet’ ineenzakt, te beter is het voor de | |
| |
nationaliteiten die nu onderdrukt worden en voor de algemeene ontwikkeling en vooruitgang der menschheid in het algemeen.
W. Tcherkesoff.
|
|