1882, ‘A Century of Roundels’ ïn 1883. Deze en meer andere dichtbundels verbreidden den roem en den genius van Swinburne. In al zijn werken bleef hij zichzelf gelijk.
Swinburne, in den roes van den bijval, leefde in den beginne het bohemersleven, dat zulk een vernielenden indruk op groote kunstenaars heeft uitgeoefend. Hij wist er zich tijdig van los te rukken. Met zijn vriend Theodore Watts, zelf een talentvol dichter en geleerd letterkundige, ging hij in 1879 een villa ‘The Pines’ te Putney Hill, bij Londen bewonen. Hij verbleef er tot zijn dood. Hij ontving er zijn vrienden en bewonderaars met de meeste hartelijkheid, maar was nooit te bewegen ‘The Pines’ te verlaten. De gelukkigste uren zijns levens sleet hij in zijn kleine, smaakvolle bibliotheek, met zijn lievelingsauteurs: Shakespeare, Browning, Rossetti en Dickens, en omringd van teekeningen en paneelen zijner goede vrienden Burne Jones en Rossetti.
Swinburne schreef er zijn studies over Engelsche en Fransche letterkunde. Deze prozawerken zijn alleszins merkwaardig, hoewel zij min of meer onsamenhangend zijn en geschreven in een, voor proza, te weelderig versierden stijl. Hij bereikte hier nooit de meesterschap zijner poëzie.
Bij Tennyson's dood werd Swinburne aangeboden ‘Poet Laureate’ van de Kroon te worden. Hij weigerde om deze reden: ‘I am not a professional or official poet, and could not undertake to write any verse - patriotic or other - to order.’
En nu is Swinburne zijn tweede leven, - het onsterfelijke - ingetreden.
Leo van Riel.