Hermaphrodisie en Uranisme
De voordracht, die Dr A. Aletrino over dit onderwerp voor de rechtskundige faculteit van het Amsterdamsche studentencorps heeft gehouden, is bij de firma F. van Rossen - te Amsterdam - in druk verschenen. Veel nieuws brengt deze rede natuurlijk niet. Immers: een onbekende wordt door de studenten niet uitgenoodigd, en van hen, die uitgenoodigd worden zijn de algemeene leerstellingen vrijwel genoegzaam bekend. De meeningen van Dr Aletrino kenden we reeds uit zijn rapport ‘Sur la situation sociale de l'uraniste’, uitgebracht voor het congres voor de crimineele anthropologie in 1901 te Amsterdam gehouden.
Dr Aletrino is een van de zeer weinige Hollanders, die van dit onderwerp eene diepergaande studie hebben gemaakt. Daardoor is hij tot het inzicht gekomen, dat de homosexueel als zoodanig nog de meerdere noch de mindere van den heterosexueel is. Bovendien is Dr Aletrino van meening ‘dat niemand het recht heeft zich met de geslachtsdaden van anderen te bemoeien of die te veroordeelen, wanneer door deze niet een van de twee personen, tusschen wie de daad geschiedt, of een derde benadeeld wordt’.
Inderdaad: dit is eene zeer eenvoudige waarheid, en het is allertreurigst, dat zoo weinigen haar zijn toegedaan en dat nog minderen eerlijk voor haar durven uitkomen. Men gedraagt zich in onzen tijd tegenover homosexueelen niet verstandiger noch gevoeliger dan men zich in de middeleeuwen en nog langen tijd later b.v. tegen heksen gedroeg. Waarschijnlijk zullen onze nakomelingen met dezelfde glimlachende weemoed nederzien op sommige rechtsgedingen uit onzen tijd, waarmede wij thans nederzien op de vroegere heksenprocessen. Want waarlijk: de domheid van de menschen brengt voortdurend wat anders, maar nooit wat goeds.
Het zou wel wenschelijk zijn, dat vele Hollanders de