Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 8
(1908)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
[pagina 348]
| |
Hoe de Turksche gevangenen zichzelven bevrijdden.Een onzer vrienden ontving uit Turkije een schrijven, waaruit wij eenige gedeelten vertalen, om aan te toonen dat de wijze waarop de poorten der middengevangenis van Constantinopel opengingen voor àlle gevangen, niet geheel die wijze was, die we in de dagbladpers vermeld vonden volgens officieele gegevens: ‘De 11/24 Juli werd de grondwet uitgeroepen en de politieke veroordeelden bereidden zich voor om te vertrekken, toen ik het gedacht kreeg ál de gevangen op te ruien om hen niet te laten weg gaan en alzoo de overheid te verplichten de vrijstelling algemeen te maken. Turken en christenen zich vereenigd hebbende, sloten wij de politieke veroordeelden op gedurende drie dagen, zonder toe te geven op 't aandringen van den minister van politie, die zich de moeite getroostte persoonlijk drie tot vier maal daags tot aan de getraliede poort te komen, om ons te overhalen onze gijzelaars vrij te laten. Als altijd konden de Turken niet volharden en den derden dag stemden zij er in toe ze te laten vertrekken, zonder naar mij te willen luisteren, want ik zegde hen dat ze geen geloof mochten hechten aan de valsche beloften van den minister die zwoer dat, na 't vertrek dier heeren, hij zich sterk maakte een keizerlijk bevel te verkrijgen voor de invrijheidstelling der andere gevangenen. De vierde dag, na 't vertrek dier heeren, ziende dat | |
[pagina 349]
| |
niets terecht kwam en vreezend dat de goede gelegenheid der uitroeping van de grondwet ons ging ontsnappen, bewerkte ik een algemeen oproer en, de staven doende springen van de vensters van het Mehterhané uitgevend op het Tersané, vereenigde ik in den tuin van het Tersané de heele macht der gevangenen, allen gewapend met messen, stokken, stoelen, steenen, enz. Dan werd storm geloopen tegen de getraliede poort, onder de kreten: “Leve de Sultan”, “leve de vrijheid” en “leve de grondwet”. De poort ging toegeven, toen de bestuurder verscheen, vergezeld van een aantal soldaten, die post vatten vóor de poort, de bajonet op 't geweer, somtijds kregen zij bevel doorheen de tralies op ons te schieten. Het verdient opmerking, dat tijdens het oproer Turksche en christene vrouwen, kinderen en enkele mannen aan den ingang stonden. Wij hielden ze aan, om de overheden te verplichten ons te laten gaan tegelijk met hen. Het oproer nam zulke afmetingen aan, dat het aantal soldaten dat gewoonlijk in de kazerne van 't gevang aanwezig is, onvoldoende werd geoordeeld. Men deed versterking komen van de kazerne van Seraskérat en 't gevang werd door een cordon soldaten (voetgangers en ruiters) omringd. Toen de minister zwoer de groot-vizier Saïd Pacha te raadplegen, werden de onlusten gestaakt. Van af dat oogenblik was de groote poort gesloten en liet geen familie meer door, zelfs niet den kruidenier of eenig onder koopman in levenswaren.Ga naar voetnoot(*) De blokage heeft vier dagen geduurd. Wij weigerden ondertusschen de vrouwen en andere gijzelaars los te | |
[pagina 350]
| |
laten, zoodat men eindelijk onze vraag in ernstige overweging moest nemen. De minister kreeg dan ook bevel zich met ons bezig te houden, en hij kwam elken dag verschillende malen met ons onderhandelen. Wij bleven zoo vast op ons stuk, dat hij ten laatste wel gedwongen was de poorten te openen en ons allen te laten vertrekken. Ik mag niet vergeten te zeggen, dat het publiek ook veel bijdroeg tot onze bevrijding door buiten betoogingen te houden’. Tot daar de brief, in 't Fransch gesteld en waarvan we niet trachten den stijl te veranderen. Voegen wij alleen er aan toe, dat, volgens den schrijver, in de gevangenissen en forteressen van 't binnenland, niets terecht kwam van een algemeene kwijtschelding van straf, alhoewel te Constantinopel niemand zich over dien maatregel te beklagen had. - Zouden wij daaruit moeten opmaken, dat de Zieke Heer van den Gouden Hoorn, maar alleen edelmoedig weet te zijn, dáár waar men hem die ‘edelmoedigheid’ weet af te dwingen? 't Is te hopen, dat men de wilskracht zal vinden om de beest geheel onschadelijk te maken en het zuiveringswerk niet onvoltooid te laten.
S.R. |
|