Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 8(1908)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Verzen voor Edward Joris. Weerzien En toen, toen hield ik u, den langverwachten Herwonnen vriend, en ditmaal was 't geen droom. Wat scheent gij groot! Zóo mocht ik U verwachten: Spijts storm en ramp, een nòg volgroeider boom. Wel waart ge bleek, wel was den eenmaal zachten En helderen glans beneveld in dat oog, Maar 't rustloos hart, vol ingehouden krachten, Sprak luide dat 'k in U mij niet bedroog! Nu rijzen duizend liedren mij ter keel, Want hoogste vreugd heeft diepste smart vervangen, Mijn groote blijdschap is mij àl te veel. Mijn broeder, welk een vriendschap wordt uw deel In 't nieuwe jaar, waarheen we thans verlangen. O, dat gij kondt herleven door mijn zangen! December 1907. [pagina 8] [p. 8] Goed heil! Nu zullen wij drinken mijn vriend, en goed! Den heildronk die machtig herleven doet! Nu zullen wij sluiten den wondren band Van houwe en trouwe, zoo hand in hand! Wij zullen op vrije en breede baan Weer heldere zangen in 't leven slaan! Weer zullen wij juichen en 't blijde lied Der wonne doen galmen op aard en vliet! Een dronk aan het licht en den zaalgen dag, O vriend, die U weder in vrijheid zag. En heil, wie door smarten gelouterd zijn, Bij trachten naar leven en zonneschijn! Siska van Daelen. Vorige Volgende