Deze uitgave wil zijn als een voorhoede in den cultuurkamp van het herwordend Vlaanderen. Daarom wil het de meest vooruitstrevende krachten, op elk gebied van 't zoo verscheiden leven, rond zich groepeeren, en tevens helpen aan 't overbruggen van de klove die dezen scheidt van hen die elders, en vooral in Noord-Nederland, een ruimer en schooner leven voorbereiden.
Deze poging is zóó vèrstrekkend, dat zij, met onze betrekkelijk geringe middelen en in de gegeven omstandigheden, niet inééns te verwezenlijken is. Maar stilaan toch, voetstaps, komen wij gedurig nader tot het doel, dat zich in de verte scherper en bepaalder afteekent.
De baan is nog lang en de hinderpalen zijn vele. Maar wij rekenen, met de hulp van alle goedmeenenden, hoe verdeeld zij ook zijn mogen over onderdeelen, den weg volhardend te vervolgen, tot het einde.
Aan allen die haar streven tot heden steunden, bij 't ingaan van den nieuwen jaargang, een woord van dank en een hartelijk ‘goed heil!’, vanwege
De Redactie.
P.S. - Door allerlei omstandigheden verschijnt dees nummer met eenige vertraging. De volgende afleveringen verschijnen geregeld den 15en van elke maand.
Voor onze volgende afleveringen werden toegezegd: van Jacques Mesnil, ‘Een Studie over Stirner en Nietzsche’; van Emile Charlet, ‘Iets over Harden’; van Gustaaf Vermeersch, een novelle, enz. Tevens herneemt Torgeir zijn belangrijke ‘Skandinavische Korrespondenties’.