Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 7(1907)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 402] [p. 402] Liederen van Oproer I. Kent gij die zangen ook, door zuiderwind gedragen Over de bergen heen aan onze noorderkust, Den opstand hamerend met steeds versnelde slagen, Met luiden, wilden klank ons wekkend uit de rust? Kent gij die zangen ook? Ik hoor ze wedergalmen, 't Hangt geestdrift in de lucht, wij gaan ten grootschen strijd, Wie kent het wachtwoord niet? Het trilt in blad en halmen, En in 't begeestrend lied den opstand toegewijd! Kent gij die zangen ook? Hen bracht in vlammen woorden, Over de bergen heen, het donker zuiderkind Den stoeren blonden knaap. - O knapen van het Noorden, Sloegt gij wel ooit zóo fier den bardiet in den wind? II. Wen eenmaal tot den strijd voor ons de trommel slaat, Hoe roepen wij dan luid 't goed heil den kameraad? Het vrij, begeesterend lied zal dan ons wachtwoord zijn, En gansch de wereld rond weerklinke 't referein. [pagina 403] [p. 403] Dan blijft de Marseillaise niet Frankrijks heimatlied, Wij zingen op heur maat ons lang miskende diet, En overheen den klank van sabel en pistool Geleidt er ons ten dans een wilde Carmagnool. Gezellen, heft in koor het lied van oproer stout, Het werd ons hier gebracht tot levensonderhoud. Het vrije lied omhoog, het geeft ons nieuwe kracht Te gaan waar eindelijk de vrijheidzonne lacht! Siska van Daelen. Vorige Volgende