Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 7

(1907)– [tijdschrift] Ontwaking– rechtenstatus



[pagina 342]
O dennenwoud! O, dennenwoud, o ruischend woud, O wierookwalmend, geurend hout, Te midden van uw boomenheer, Hoe wel ben 'k in uw lommer weer! Ik luister naar uw stil gerucht, En adem diep uw milde lucht Al kijkend in gedachten naar De wandelende wolkenschaar. O dennenwoud, o ruischend woud Wat spreekt zoo innig uit uw hout, Is het de stem uit vroeger tijd, Toen 'k hier mijn liefste heb verbeid? Nog heugt mij hier die zon'ge vreugd, Den frisschen kus der eerste jeugd, Wen 't herte juicht in lentelust, Den wilden hartstocht onbewust. O dennenwoud, o ruischend woud, De klachten sterven in uw hout. Met uwer palmen nijgend hoofd, Is mij den vrede hier beloofd. Gij wiegt gelijk een moeder trouw In rust het hert vol diepen rouw. Het herte, duizendmaal doorboord, Herleeft nog in uw heilig oord.
[pagina 343]
O dennenwoud, o ruischend woud, Wat buiten U ligt, is zoo koud! O geef van u de heugnis mee Wanneer ik ronddool in de stee. Gij, dan zóo ver en toch zóo na, Zing aan mijn oor, waarheen ik ga Uw eeuwig lied, o ruischend woud, O wierookwalmend, krakend hout! Siska van Daelen.