Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 7

(1907)– [tijdschrift] Ontwaking– rechtenstatus



[pagina 319]
De menschheid treedt voort De menschheid treedt voort op een hellende baan En zij wil niet en kan niet meer wachten. In een juichenden roes moet zij immer maar gaan En zij hoort niet de droevige klachten. Voor ons geen blijheid, geen genot, Hoe ijvrig wij ons weren. Geduldig dragen maar ons lot In eindeloos ontberen. De menschheid treedt voort met een zorglooze tred En zij hoort niet de dreigende kreten, Zij ziet niet de zwaarden, die worden gewet En zij wil van geen opstanden weten. En in de zwoele, zware lucht Klinkt dreigend, dof gerommel. Een kreet om wraak verving de zucht, Strijdlust den doffen dommel. De menschheid treedt voort in een dartele vaart En zij ziet niet die hongrige bende, Die al dreigender opdringt en gretiger staart Naar 't genot dat zij nimmer nog kende.
[pagina 320]
Een kreet naar bloed, naar wraak en brood Klinkt dreigend door de luchten. Een roep om vrijheid of den dood Verving 't mistroostig zuchten. Maar de menschheid treedt voort in haar lachende waan En gaat juichend haar ondergang tegen, En zij heeft zelfs geen tijd om eens gade te slaan, Die ellendige troep langs haar wegen. Deventer. L. Kalis.