dinavië, de drie landen, die men onder dezen naam begrijpt, te behandelen, tòch moet ik vooraf uitwijden over de voorafgaande geschiedenis der omwenteling in Noorwegen en deze zelf nader toelichten, dewijl deze omwenteling ten slotte de hoofdoorzaak is der veranderingen in het tegenwoordige en in de toekomst.
Indien men zoo algemeen overtuigd was, dat in Noorwegen de republiek zou uitgeroepen worden, dan heeft men zich even laten betooveren door de epithête ‘het vaderland der demokratie’, waarmeê men Noorwegen zoo vaak placht aan te duiden en die de Noorwegers zelf hun graag lieten welgevallen. Eigenlijk is Noorwegen niets demokratischer dan andere konstitutioneele landen, want de maatregelen en wetten die demokratische neigingen aanduidden, zijn niet ontsproten uit werkelijke demokratische gevoelens, maar voortgekomen uit de noodwendigheid eenen opgedrongen koning te moeten wederstaan.
Hoe stonden dan de verhoudingen? Met de vernietiging der deensche vloot in 1809 was het bezit der provincie Noorwegen voor Denemarken schijnbeelderig geworden, en bij de vernietiging van zijnen bondgenoot Napoleon, onmogelijk. Het bondgenootschap der groote Mogendheden besloot Noorwegen aan Zweden, als vergoeding voor Finland, te geven. Sinds de grauwe Wikingstijden waren echter de Zweden de erfvijanden der Noren, te water en te land, en de bijna honderd jaren geleden inval van Karel de Twaalfde in Noorwegen heeft het gevoel der doodvijandschap enkel nog verdiept. Om het dreigend onheil te voorkomen, verklaarden zich de Noorwegers in aller ijl vrij en zelfstandig en kozen weder, in aller ijl den zoon des konings van Denemarken, den prins Christiaan Frederik tot koning. Men was echter, gedurende