Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 7(1907)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Rombouts stemme (Mechelen) Aan Jef Denijn, den meester-beiaardier. Indrukwekkend heft de toren In het stille avonduur Zijn geweldige gedaante Als een wraakgeest, stoer en stuur. Onder zijne trouwe hoede Liggen aan zijn voet gespreid D'oude huizen, stil beloken, In hun mooi eenvoudigheid. Langs de gracht en door de steegjes Heen en weder, hier en daar, Schoon 't nog vroeg is in den avond, Stapt een eenzaam wandelaar. Blijkbaar in verwachting kijkt hij In een lichtschijn 't uurwerk aan, En dan blijft hij leunend, horkend, Met den blik op Rombout staan. Acht gemeten slagen vallen In de rust nu, één voor één, En hun naklank trilt en dommelt Deinend rond den toren heen. [pagina 23] [p. 23] Daar begint het op de tinne Plots te leven, wijl een vloed Klare klokkenklanken dwarlend, Juublend uitslaan, lijk een groet Van d'onzichtbaren bezieler, Die het heerlijk beierdlied In een overmaat van klanken Over Vlaandren henengiet. Luide galmt het lied der klokken Als een openbaring rond, In betooverende sprake Uit den lof-gewijden mond. Helder klaatren vreugdeklokjes Tintlend door de wijdte heen, - Innig ruischen weemoed-tonen, Zacht verklinkend achtereen; En de speler uit de hoogte, Wordt somwijlen dan voor hem, Die daar ingetogen luistert, Enkel geest en enkel stem. Indrukwekkend staat de toren Stoer en trouwig op de wacht, Bij de stille huizen zingend, Godspraak zendend in den nacht... Siska van Daelen. Vorige Volgende