| |
| |
| |
Over de Odyssee van den Knjas Potemkin
Ontegenzeggelijk is dit een belangrijk boek, deze moderne Odyssea en wij mogen Kirill dankbaar zijn voor zijn dagboek, dat ons zoo trouw op de hoogte houdt van hetgeen er op het oorlogschip is gebeurd gedurende de elf dagen van de heerschappij der matrozen. Eenig is dit in de geschiedenis en voor de marine van alle landen is het een onvergetelijke bijdrage, die voor de toekomst bepaald niet zonder invloed zal zijn.
Maar de hoofdzaak is dat men leering trekt uit het verleden om zich te hoeden voor de fouten die begaan zijn, omdat men er zich voor kan verwachten in het vervolg van tijd.
Revoluties mislukken nooit in den eigenlijken zin, zij geven wat zij op dat oogenblik geven kunnen en zoo is deze schijnbare mislukking daaraan toe te schrijven, dat de revolutionaire geest, de zelfbewuste kracht nog niet voldoende ontwikkeld was onder de manschappen. Wij kunnen ons best begrijpen hoeveel men te stellen zal gehad hebben met die achterlijke elementen, die nu ja ontevreden waren over de behandeling, over de voeding, enz., maar die in 't geheel geen klare en duidelijke voorstelling van het streven hadden, zoodat zij even spoedig in geestdrift ontstaken bij voorspoed als direkt in | |
| |
zak en assche zaten bij den geringsten tegenspoed.
Maar we zien hier ook alweer dat men te weinig doortastend is geweest op kritieke oogenblikken, dat men niet met de noodige kracht wist op te treden als en waar het noodig was, dat men over 't algemeen te goed en te vertrouwend is geweest. Men wist omringd te zijn door verraders, waarom heeft men zich niet van hen ontdaan door hen òf eenvoudig neer te schieten òf naar land te zenden?
Zoo besloot men Odessa te beschieten, ook om hulp te verleenen aan de zoo schromelijk mishandelde arbeiders in de stad. Het bevel wordt gegeven aan Alexejew de trommel te laten slaan en het vuur te openen uit alle stukken geschut. Men wachtte vijf, tien minuten, geen vechtsignaal werd gehoord. En toen heette het bij Alexejew, dat hij het voor doelloos hield het bombardement te openen, daar men niet alles in orde had. Dat was eenvoudig een smoesje en toch liet men zich hiermede afschepen. Die Alexejew was een verrader, dat had men volgens het dagboek zelf al lang in de gaten en men had hem bij die weigering direkt moeten neerschieten als een verrader.
Want welk een effekt zou het bombardement niet gehad hebben! De stad was in handen gevallen van de muiters, de arbeiders kregen daardoor een steun in den rug en de geestdrift zou zich wel hebben meestergemaakt van de soldaten, om ook eens moedig te worden en zich aan te sluiten bij hun kameraden, de muiters van den Knjas Potemkin.
En welk een indruk zou die dadelijke terechtstelling niet gemaakt hebben op de weifelende, wankelmoedige naturen zelven! Zij zouden daardoor gezien hebben dat er niet viel te gekscheren met de genomen besluiten en | |
| |
in 't vervolg zouden zij zich wel tweemalen bedenken voordat zij nalieten ten uitvoer te brengen wat hun was opgedragen.
Had men een stad als Odessa in handen, dan had men een uitgangspunt voor verdere operaties. En welk een ontzaggelijke werking zou dit gehad hebben op de revolutionaire partij in geheel Rusland. Ontzettend groot zouden de gevolgen geweest zijn, onberekenbaar zelfs en dus dit verraad - want verraad was het! - heeft een grooten invloed gehad op den verderen loop van zaken.
Een kordate handeling op een kritiek oogenblik heeft altijd een groote uitwerking.
Een tweede geval is dat van den signaalman Wedemeier, die verkeerd richtte bij de beschieting der stad en daardoor over het doel heenschoot. Het heette tot zijn verontschuldiging dat het niet mogelijk was zonder topografisch plan der stad het doel goed te richten. Maar Kirill schrijft zelf dat ‘de verrader opzettelijk een valsch doel had aangegeven’. Alweer dus stuit men op een verrader, dien men dadelijk neer had moeten schieten, al was het alleen om er bij de anderen schrik in te brengen. Begint met zulke menschen eens wat ernstigs en men behoeft zich niet te verwonderen dat het mislukt. Natuurlijk dat door zulke voorvallen de wankelmoedigheid van de matrozen niet tegengegaan maar versterkt werd. Ook is het een dwaas motief, een bewijs van sentimentaliteit, dat men in zulke ernstige tijden anderen gaat ontzien. Het geldt hier het zelfbehoud en al erkennen wij graag hoe moeilijk het is om met takt op te treden, daar men trachten moet de vijanden te treffen en de vrienden, de arbeiders, te ontzien, terwijl vriend en vijand in dezelfde stad woonden, - maar hoe kon het anders of | |
| |
er moesten slachtoffers vallen? Als men gewapenderhand tegen de stad was opgetrokken, zou men de zekerheid evenzeer gemist hebben om alleen schuldigen te treffen. Als twee legers tegenover elkander staan, heeft men toch ook geen zekerheid dat men geen menschen treft die feitelijk geen vijanden zijn. Vandaar dat men zegt: à la guerre comme à la guerre!
Zeker het was zeer te betreuren dat er niet meer eenheid van handelen bestaan heelt tusschen de vrienden aan wal en die aan boord en wij weten natuurlijk niet of daar wel behoorlijk voor gezorgd is. In elk geval hoofdzaak was dat men de stad in bezit kreeg en moest dat nu gaan zelfs ten koste van kameraden, het was het noodlot dat daartoe voerde en men vergete nooit hoe wáar het Fransche spreekwoord is, dat men geen omelet kan maken zonder de eieren te breken.
In elk geval het is onverstandig geweest om dien verrader Wedemeier te ontzien en hem niet dadelijk zijn welverdiend loon te geven,
Wat het schip Pobjedonossez betreft, ook daar is men niet krachtig en doortastend genoeg opgetreden. Wij lezen in het dagboek dat de chef-arts een poging deed om de bemanning af te houden van deelgenootschap aan de muiterij. Al de officieren hadden zich rondom den kommandant Grusjewitch verzameld op de kommandobrug. Een unieke gelegenheid om ze allen in één klap te vernietigen. Zouden de officieren zich ontzien hebben in een zelfde geval korte metten te maken met de matrozen? Geenszins. Terecht staat er vermeld dat die officieren met beven en sidderen het lot afwachtten, wat de matrozen hun zouden bereiden. Zij verwachtten blijkbaar niets anders en wij zijn overtuigd dat die officieren, als zij nu nog | |
| |
met elkander praten over het hachelijke oogenblik dat zij toen hebben doorgemaakt, zullen zeggen: die domme matrozen, die de gelegenheid hadden zich met éen klap van ons allen te ontdoen en die eenige gelegenheid ongebruikt lieten voorbijgaan.
Men had door zoo'n daad op den Pobjedonossez ongetwijfeld de oppositie tot zwijgen gebracht, men had moed verleend aan de twijfelachtigen, die nu geen vrees meer behoefden te hebben voor hun superieuren, men was in éen woord meester geweest van den toestand. In plaats van dan een vijand als Kusjmin tot kommandant te krijgen, had men een dergenen op wien men rekenen kon, tot kommandant kunnen nemen, want alweer uit zelfbehoud was men genoodzaakt iemand aan het hoofd te zien van den Pobjedonossez, die geheel in overeenstemming zou werken met het revolutionaire scheepskomitee van den Knjas Potemkin. Men had zoo het verraad kunnen voorkomen, dat zoo noodlottig gewerkt heeft op den verderen gang van zaken. In zulke oogenblikken kan men niet alles zoo precies in de puntjes doen volgens demokratische regelen, wil men niet de zaak zelve verloren laten gaan. Men moet handelen en dan in den regel is het het best, om doortastend te handelen. Na de redevoeringen van Kulik en Kirill kon men met de bemanning doen wat men wilde en van zulke oogenblikken moet dan gebruik worden gemaakt om kordaat te handelen en allen mede te slepen om doortastend op te treden.
Hoe geheel anders, is men geneigd te zeggen, zou alles geloopen zijn, als men dit alles in aanmerking had genomen. Het gebrek aan doortastend handelen, uit vrees, dat men velen van zich zou vervreemden, terwijl | |
| |
juist het tegenovergestelde waar is, heeft heel wat kwaad gedaan.
Nu is het gemakkelijk de zaken van achteren te bezien en er dan kritiek op uit te oefenen, maar ook hier geldt het, dat een revolutie zoogenaamd mislukt is, niet omdat zij te ver ging, maar omdat zij niet ver genoeg ging.
Ook zou een krachtiger optreden te Feodossija, toen men weigerde den Knjas den noodigen voorraad proviand, kolen en drinkwater te geven, ontegenzeggelijk tot heel andere resultaten hebben geleid. De tegenstanders ontzagen zich niet op de matrozen te laten schieten, zonder te vragen of zij misschien de verkeerden troffen, daar zij zeer goed wisten dat niet alle matrozen behoorden tot de revolutionairen. Toen was het te laat, de paniek was onder de matrozen verwekt en nu kon men zelfs niet gedaan krijgen dat men gebruik maakte van het geschut. En die paniek was zoo groot, dat men zelfs toeliet dat de kameraden op de kade gevangen werden meegesleept. Toen men eindelijk elk middel zou hebben aangegrepen, toen was alle energie eruit, toen viel er niets meer te redden. Het was te laat. Den geschikten tijd van handelen had men voorbij laten gaan. Zeker, wij vergeten niet dat de revolutionairen voortdurend bestookt werden door de werkmeesters en patriotten, die altijd in 't geheim wroetten, maar waarom niet al die werkmeesters, die van het begin af verdacht waren, verwijderd? Waarom niet gezorgd, dat men op behendige wijze de matrozen verdeelde, zoodat steeds de een of andere revolutionair in de groep was, om tegen het gif van het verraad het noodige tegengif te geven? Men moet altijd trachten zijn tegenpartij vóor te zijn en alweer | |
| |
ziet men dat gebrek aan energiek optreden ontegenzeggelijk groot nadeel heeft gesticht. En eindelijk verwondert het ons dat men van den beginnen af niet gezorgd heeft, dat men in den uitersten nood het pantserschip in de lucht liet springen, daar de revolutionairen alweer de leuze hadden: in geen geval weer het schip leveren in handen van den vijand! Al moesten er dan verschillende personen de lucht in, die zich van de zaak niets bewust waren, het zou een ontzaggelijken indruk hebben achtergelaten op de regeering en ook op de revolutionaire partij in Rusland. Men wist dat allen die weer vielen in handen der regeering streng zouden gestraft worden. Men wist dat de zoogenaamde belhamels, zooals Kirill, Matschustschenko, Feldmann, Koschuba, en anderen, allen zouden worden ter dood gebracht als afschrikwekkend voorbeeld voor de geheele marine en het geheele leger. Er was dus niets te hopen en niets te verliezen. Eenmaal tot wanhoop gebracht is elke wanhoopsdaad te verklaren en te rechtvaardigen. Al hadden de Kommunards te Parijs in 1871, toen zij zagen dat de zaak toch verloren was, heel Parijs met vriend en vijand in de lucht hadden laten springen, niemand zou hun dit ten kwade hebben kunnen duiden. Integendeel men zou den heldenmoed hebben bewonderd, door die mannen ten toon gespreid of liever heldenmoed is daarvoor niet noodig, het is de wanhoop die dan tot zulke daden voert. En staande voor de zekerheid van den dood in geval van in de lucht springen ende zekerheid om anders na weken- en maandenlange foltering toch ter dood te worden gebracht door zijn vijanden, zal men in elk geval beter doen het eerste boven het laatste te verliezen. De regeeringen zijn lang zoo zachtzinnig en goed niet als de revolutionairen, zij zien er | |
| |
geen been in om duizenden onschuldigen te doen sterven alleen om een paar tientallen te treffen. Zij sparen noch vrouwen, noch kinderen, noch grijsaards. En dat moet het volk begrijpen.
Die gedachte zal hen vervullen met den moed der wanhoop, waartegen niets bestand zal wezen in de beslissende ure van den slag. Het volk moet in die ure denken: òf overwinnen òf sterven. Op genade, op grootmoedigheid te rekenen zal hen altijd bedrogen doen uitkomen. O, wij kunnen ons zoo goed indenken in de wanhopige gemoedsstemming van Kirill, toen hij daar dien laatsten nacht in nadenken verzonken alleen in de kajuit was. En ja, hij had gelijk: de HOOFDSCHULD lag in de bemanning zelve, die het revolutionair bewustzijn miste van de historische rol die men had te vervullen.
Toch zal deze gebeurtenis een lichtend punt zijn voor vloot en leger, omdat het ons juist aanduidt waarheen het moet. Het anti-militarisme vooral moet aangekweekt worden en daarmede moet gepaard gaan het opwekken van den geest van verzet, van den revolutionairen geest. Komt het er op aan, welaan dat men dan vooral niet de zaak te zachtzinnig aanpakke, maar de konsekwenties aanvaarde van hetgeen men begonnen heeft, zonder sentimentaliteit en zonder voor iets terug te deinzen. Vergeet nooit dat de tegenstanders niets en niemand ontzien zullen.
Deze Odyssee is daarom voor ons van heel wat meer belang dan die ons in de oudheid beschreven is door Homerus en wij moeten ons best doen dit boek te brengen in de handen van matrozen en soldaten, opdat zij, als een lichtende voorbode van een betere toekomst, allen de geschiedenis van den Knjas Potemkin kennen. | |
| |
Zij is een heldendicht waard, dat gezongen wordt op alle schepen en in alle kampen en kasernes.
Jammer dat wij niet weten wat er geworden is van de flinkste en sympathiekste figuren uit deze gebeurtenis. Alleen lazen wij dat Matjuschtschenko, die ondanks vele pogingen tot uitlevering van de Russische regeering de bescherming van de Rumeensche regeering genoot, toch ten slotte zou zijn uitgeleverd. Maar wij durven niet met zekerheid zeggen of de Rumeensche regeering zich inderdaad geleend heeft tot zulk een laagheid. Maar wat werd er van Kirill? Wat van Feldmann? Wat van de anderen? Wij zouden gaarne in staat zijn geweest dit den lezers te kunnen mededeelen, maar het is ons niet mogen gelukken.
F. Domela Nieuwenhuis.
P.S. - Wij moeten hier ter plaatse ook een onoplettendheid goedmaken. In het boek is alleen sprake van het Dagboek van Kirill en toch èn de inleiding èn het eerste hoofdstuk, nl. het drama te Tendra, dat als artikel in dit tijdschrift (zie af. 7) werd opgenomen, is van de hand van Dr. Racovski.
|
|