Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6
(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
[pagina 457]
| |
Een Lock-out te VerviersMet de vakvereenigingen is er in de fabriek een macht opgerezen, waarmee het patronaal gezag heeft af te rekenen. De uitsluiting of lock-out was het wapen - ‘de dum-dum kogel in den socialen strijd’, heeft men het genoemd - aangewend door de vereenigde fabrikanten van Verviers, om, eens en vooral, de stijgende macht van het syndicalisme te fnuiken. Het voorwendsel tot den strijd was dra gevonden. Bij de wasschers is het tijdelijk verletten een verschijnsel, dat zich regelmatig voordoet. Tijdperken van drukte en slapte wisselen zich af en gedurende die laatste vallen zekere arbeiders, meestal dezelfde, zonder werk. Om hierin te voorzien vroeg het syndicaat een regeling, waarbij in tijden van slapte, de werkuren zouden verminderd worden voor heel het personeel, zoodat ieder zijn kindsgedeelte van den tegenspoed zou erven en niemand heel en al zou broodeloos zijn in 't kwaad seizoen. De bazen, echter, wilden niet weten van zulke schikking; zij hielden vast aan hun recht eenieder af te danken wie ze begeerden. Middelerwijl waren de voorzitter en de secretaris van het syndicaat der wasschers, twee goede vaklie nochtans, onder de allereerste slachtoffers van het werkgebrek. Wat nu gebeuren móest, gebeurde: op twee wasscherijen brak een staking uit... tegen het patronaal-gezag. De fabrieks- | |
[pagina 458]
| |
leiders staken de hoofden bij elkaar en beslisten dat het nu eindelijk uit en gedaan moest zijn met al die stijve koppen koppigheid. De lock-out der textiel-nijverheid wierd uitgeroepen en ongeveer twintig-duizend man kwamen hierdoor zonder werk en dus ook zonder brood... Het uithongeringsproces ving aan. De strijd was nu duidelijk en scherp afgeteekend: aan deze zijde het patronaat, aan gene zijde de werkers, beide groepen één en onverdeeld, trots uiteenloopende wijsgeerige en godsdienstige opvattingen. Hard tegen hard zou het hier gaan, want 't gold een levensprinciep, 't ging om de macht van kapitaal en arbeid, of liever, van de wederzijdsche bezitters van kapitaal en arbeidskracht. Het syndicaat had ‘de bezitters’ aangerand in hun duurbaarst attribuut, ‘de autoriteit’ over de bezitloozen, en die autoriteit zou ten allen prijze gehandhaafd blijven. Daarom moest de groeiende macht van den werker, het syndicaat, er onder. Dáárom was het te doen, dáárom wierd de lockout uitgeroepen. Dit bleek overduidelijk o.a. uit het feit, dat men de niet-gesyndikeerde slachtoffers der uitsluiting, van patronale zijde wou ter hulp komen. De verschillende vakvereenigingen der textielnijverheid van Verviers stonden elk afzonderlijk en zelfstandig; maar, door den lock-out gemeenschappelijk getroffen, vereenigden zich de afgeveerdigden van de verschillende syndicaten in een ‘Comiteit van Verdediging’, dat optrad namens de gezamenlijke vakvereenigingen. Snel en krachtdadig wierd de verdediging ingericht. Een beroep wierd gedaan op de solidariteit van álle vakvereenigingen en dien oproep wierd op wonderbare wijze beantwoord. Van uit alle hoeken des lands, zelfs uit het hartje van Vlaanderen, stroomden hulp en bijstand toe. Geen vak- | |
[pagina 459]
| |
vereeniging of ze steunde, steunde uit alle macht. En zóó zag men die massa van 20.000 werkeloozen, wier weerstandskassen van betrekkelijk jongen datum en dies weinig voorzien warenGa naar voetnoot(*), het hoofd bieden aan het uithongeringsplan. Een nieuw weerstandsmiddel, dat glansrijk de proef doorstond tijdens den lock-out, was de uitwijking, - de uitwijking der kinderen eerst en die van geheele families later. Aandoenlijk was het om te zien, met welke hartelijkheid ‘de kinderen van Verviers’ overal wierden ontvangen. Men twistte letterlijk om een dier kleinen tijdelijk te mogen herbergen. Onder een ontzaglijken toeloop, wierden ze, te Antwerpen o.a., waar er ongeveer 500 toekwamen, in triomf aan het station afgehaald. En zelfs te Aalst in Vlaanderen bracht men gansche families onder dak! Geestdrift was er door heel het land. Eenieder leefde mee in den strijd die te Verviers wierd uitgestreden. En weerom kwam het, in deze beweging, duidelijk aan 't licht wat machtige steun kan uitgaan van de openbare meening, waarmêe de werklie àl te weinig rekening houden in hunnen strijd. Tijdens de meeste stakings, b.v., heerscht een vijandige stemming rond de werklie. Het publiek voelt zich als de kastelein in wiens huis men handgemeen wordt. Voor hem is daar niets bij te halen en hij betaalt steeds de gebroken potten, om het even hoe de strijd wordt beslist. Elke beweging tot loonsverhooging stuit immer op den onwil der menigte, want op haar wint het kapitalisme | |
[pagina 460]
| |
elke geleden schade in. De menigte betaalt de oorlogsschatting en... zij verwenscht de stoorders van den lieven vrede. Nochtans is de steun der openbare meening een factor van hoog gewicht die hier, tijdens den lock-out te Verviers, zeer zwaar in de balans heeft gewogen. Niet alleen kan de menigte een onoverzienbare materieele hulp aanbrengen, maar er gaat van de openbare denkwijze een moreele kracht uit, die soms beslissend kan zijn en, in onderhavig geval, ook beslissend was. De werklie zouden verstandig handelen zoo zij dien meestal vijandelijken factor trachtten te winnen voor hun zaak. Dit kunnen ze slechts bereiken door een groot deel hunner aandacht en werkzaamheid daaraan te schenken en door, lang op voorhand, - met hetzelfde taaie geduld waarmeê zij hun weerstandskassen samenstellen - op de openbare opinie in te werken. Men vergete niet wat groote inspanning de burgerij in het werk stelt, met heur millioenen bladen en geschriften, om die meening der naamlooze menigte - de meening van uw onderen uw bovenbuur, die van uw waschvrouw en uw slager - op een dwaalspoor te brengen door allerlei glansende drogredens. En men bedenke, dat een werk van alle oogenblikken, overal en door allen, niets te veel is om eenigzins daartegen op te wegen. De groote massa ziet in den arbeidersstrijd niets anders dan de voor haar direct-nadeelige gevolgen: den steeds klimmenden levensstandaard en de immer nijpender toestanden. Het komt er op aan heur het ware wezen van dien strijd te doen inzien, heur te doen begrijpen dat de werkersbeweging dieper en verder reikt dan wat er aan de oppervlakte van te bemerken is, dat de arbeiders- | |
[pagina 461]
| |
strijd niet zoozeer ontstond omdat de werkers dien strijd begeeren, maar wel omdat de toestanden hem noodzakelijk maken. De overgroote meerderheid lijdt onder den druk van het kapitalistisch stelsel; - heur belangen zijn dus strijdig met de belangen van dit stelsel. Niet onder de eischen van den werker, maar onder de eischen van het kapitalisme lijdt de menigte; dit kan en dit moet men overal aanwijzenGa naar voetnoot(*). De sociale strijd is niet louter een strijd om meer loon en minder werkuren; het is een kamp voor een ruimer en vrijer leven, waarin de conflikten tusschen patronaat en werkers maar verspreide incidenten zijn. Men moet er naar trachten allen in dien strijd te betrekken en van dan af is hij voor de menigte half gewonnen. Maar, nog àl te veelvuldig staan de werklie, en méér nog de bedienden, op de hand der patroons waar deze het publiek op allerhande wijzen uitbuiten, door 't leveren van vervalschte waren aan overdreven prijzen. Jaar in, jaar uit, maken werklie en bedienden zich medeplichtig aan 't bedriegen van hetzelfde publiek, waarop zij een beroep zullen doen, zoodra het met den patroon misloopt en als ze alle geveste machten tegen zich vereenigd zien. Hier zou best de spreuk kunnen gelden: ‘Doe wat ge wenscht dat u gedaan wordt’. Verlangt men solidariteit van wege het publiek, dat men dan beginne zelf solidariteit te betoonen en dat men voortaan weigere bij te dragen tot de uitbuiting van 't publiek; dat men | |
[pagina 462]
| |
niet langer meewerke aan 't vervaardigen en verkoopen van vervalschte waren; dat men 't publiek waarschuwe tegen gepleegde knoeierijen en het helpe om zich te verdedigen tegen de onbeschaamde schraapzucht van het kapitalisme, dat èn werklie èn publiek uitbuit. Als de werkers, ook in vredestijd, niet langer op de hand der uitbuiters maar op die der uitgebuitenen zullen staan, dan zullen deze, van lieverlede, op de hand der werkers komen. Een solidariteit van alle oogenblikken in het leven roepen - 'n solidariteit gesteund op een gemeenschap van belangen: den strijd tegen éénzelfden uitbuiter - is zuiverder en stellig ook afdoender dan, in de ure des gevaars, alle sentimenteele beroepen op ‘de goedhartigheid’ van ‘welmeenenden’. Het welbegrepen eigenbelang zal, ten slotte, immer de hechtste bazis zijn voor elke overeenkomst en alle solidariteit... Was de wijze waarop de verdediging wierd aangevat alleszins te roemen; kunnen de werklie van Verviers met voldoening wijzen op de solidariteit van alle syndicaten en op den rugsteun die hun kwam van wege de openbare denkwijze; - minder lof verdient de overhaasting waarmee de vredesvoorwaarden wierden aangenomen en onderteekend door het gemengd comiteit van patroons en werklie. Veel bitterheden, ja, veel wantrouwen is hierdoor uitgelokt; en op vele werkers-lippen hoorden we, in hun radelooze, onmachtige woede, het treurig woord ‘verraad’. Maar harde woorden maken niet goed wat onverantwoordelijk handelen verbrodde. De werklie vergaten dat zij zelven de hoofdschuldigen waren, door de verdediging hunner belangen over te dragen op enkelen en zich geheel op dezen te verlaten. Had men goed begrepen, dat mandatarissen moeten blijven de woordvoerders en niet | |
[pagina 463]
| |
worden de feitetijke meesters van de groepen, dan had men minstens vermeden, wat nu gebeurde, dat enkele mannen op eigen hand het einde teekenden van den lock-out, aan voorwaarden die, op verre na, niet strookten met den wensch noch den wil van de meerderheid der gesyndikeerden; men had dan evenmin beleefd, dat, terwijl verschillende syndicaten nog moesten vergaderen om den toestand te bespreken, terwijl andere steeds weigerden het werk te hervatten aan de gestelde voorwaarden, dat middelerwijl het ‘Comiteit van Verdediging’ de uitgeweken kinderen en families naar Verviers terug riep! De samenhang was nu gebroken en't weerstandsvermogen van de misnoegden was lam geslagen. Na nog enkele dagen van gedeeltelijke staking - vooral in de kammerijen - wierd het werk weer algemeen hervat. - De syndicaten verkregen stellig niet den maximalen uitslag, die, in de gegeven omstandigheden, was te bereiken; maar toch mag gerust beweerd worden, dat de overwinning aan hunne zijde bleef. Het opzet van den lock-out, de vernietiging der vakvereenigingen, is volkomen mislukt, en het syndicalisme komt gesterkt en gestaald uit dezen reuzenstrijd, die zoo leerrijk als bemoedigend was.
Segher Rabauw. |
|