spreekt het meest over ‘de vrijheid van het individu.’ Ondertusschen werkt hij krachtig alle gemeenschappelijk handelen in zijn omgeving tegen. Wat dit oordeel betreft, waren de Amerikaansche afgevaardigden eenstemmig.’ (Vrije Socialist van 15 December 1900.)
Als antwoord hierop schreef ik:
‘Wat ons spijt is het stuk van C., dat is de direkte aanval op Most.
Tegenover het oordeel van enkelen dat Most veel nadeel heeft gedaan in de laatste jaren aan de revolutionaire arbeidersbeweging staat dat van anderen, die het tegendeel zeggen. Men denke aan de goedgeslaagde propagandareis, die hij verleden jaar maakte door de Vereenigde Staten in al hun omvang. Men lette op dat Most de geliefde spreker is in groote vergaderingen, waar hij de massa met geestdrift weet te vervullen.
Was hij alkoholikus, zooals wordt voorgesteld, wij zijn overtuigd dat hij zoo'n reis niet zou hebben kunnen doen. Misschien drinkt hij bier, veel bier, maar doen niet de Duitsche propagandisten der sociaal-demokraten hetzelfde? Niet dat wij dit goedkeuren, noch in den een noch in den anderen, maar het gaat niet aan om zoo iemand direkt een alkoholikus te noemen en zijn anarchisme een bier-anarchisme. Wij noodigen bij dezen kameraden in Amerika, die hem kennen uit, om ons nader in te lichten.’
Ziethier wat er waar is van de aantijging, alsof ik ‘die zaak op het getouw heb gezet’ (Ontwaking blz. 224).
Ziethier hoe ik zorg droeg in Amerika een persoon voor de zaak te spannen en dan nog wel een zenuwlijder!
Onwaar en onwaardig zijn zulke aantijgingen.