Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Aan mijn Zoontje Mijn zoontje als gij ooit eens mijne verzen leest Wanneer uw vader niet meer zijn zal in het leven, Indien gij ooit herdenkt hetgeen hij is geweest, Hetgeen hij heeft gedroomd, hetgeen hij heeft geschreven O leg uw kinderhand dan trillend op het blad Waar hij u heeft ontroerd in ruisschende akkoorden En zeg dan ‘O mijn vader heeft mij lief gehad, Mijn vader heeft me lief gehad in goddelijke woorden.’ Mijn zoontje, als gij ooit eens mijne zangen hoort En daarin medevoelt hetgeen er uit mijn ziele Als wonder sterrenlicht met wijden glans omgloord Om uwen jongen geest in sprankels nederviele; Indien er ooit een lied u van geluk ontroert, Indien er ooit een zang om uwentwil gezongen, U tot uw vader brengt, u tot hem henen voert Die leefde voor zijn kind, zijn jubelenden jongen; O wees hem dan indachtig, en wanneer de winderwiek In balsem van jasmijnen zal om uwe slapen strijken, Aanhoore dan, mijn zoontje, in die wondere muziek De stemme die de zangen van uw vader zal gelijken. En zoo ge soms alleen, in Vlaanderen misschien Zult langs de Leie gaan, of bij de Mandel dolen, En 't groene wilgenhout weeromme zult bezien En 't zwaaien van de vlerken ieverst van een ouden molen; [pagina 173] [p. 173] Aanhoore dan de klanken die almede 't avondlicht Der ondergaande zonne langs de stille meerschen stroomen, En samen er versmelten in een roerende gedicht Van kabbelende water en van zwatelende boomen. Daar vindt gij hem terug, mijn zoontje, als de nacht Zal komen over 't land en als de zomer blijde, Herhalen zal het lied dat hij zoo wonder zacht, Zoo heerlijk en zoo zoet eens aan uw vader zeide. En wederom herwordt het alles u zoo goed En wederom begrijpt ge hoe de teere snaren Van 't harte kunnen trillen, zoo gelijk de diepe vloed Die zingende voorbij u voeren zal en varen. Mijn zoontje, als de nacht zijn armen heeft gespreid Om 't lieve Leieland vol vage schemeringen, Wanneer de nachtegaal van groote innigheid Zijn wonder liedje zal in 't jonge lover zingen; Gedenke dan, mijn kind, de uren die voorbij De dagen die vergaan zijn en de stonden die we sleten, En mogt het u weeromme wonnig zijn en blij In 't liedeken van Vlaanderen uw vaders lied te weten. Oscar Six. Vorige Volgende