Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 5(1905)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 362] [p. 362] Jonge Baders voor Georges Eekhoud Het was een schoone morgen Al op de purpren hei. We gingen zonder zorgen En zongen liedjes blij. De zonne stak zoo heerlijk Heur hoogtijdvlag in top. Wij ademden begeerlijk De honinggeuren op. Wij zagen in de wijdte Het lachend, blinkend meer: Daar dansten jongens blijde Al joelend op en neer. Het waren frissche gasten Met rozig aangezicht, Ze plonsten en ze plasten En blonken in het licht. Zij duikelden al lachend En keken snaaks weer op En wierpen 't water plagend Al naar elkanders kop. [pagina 363] [p. 363] Zij rekten hunne lijven En kloven 't water vlug, Of lieten er zich drijven Al wiegend, op den rug. En al op eens tezamen Zij duikelden weerom En druipend, ritslend kwamen Zij uit de waterkom. Daar stonden zij nu zonnig, Bekeken zonder schroom Elkanders naaktheid: wonnig, Verruklijk als een droom. Zij leken wel de knapen Uit heidens weeldetijd; Wij stonden 't aan te gapen En hebben 't wis benijd. Zij gingen zonder zorgen En met een deuntje blij. Het was een schoone morgen Al op de purpren hei. Siska van Daelen. Vorige Volgende