Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 5
(1905)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
[pagina 1]
| |
Een opzienbarende ZaakEen geruchtmakend proces beroert op dit oogenblik het italiaansch publiek, een dier opzienbarende processen, spannend als feuilleton-romans vol verschrikkelijke lotgevallen, waarbij een handig geplaatst ‘wordt voortgezet’ den lezer hijgend houdt, - maar ontroerender nog dank aan hun werkelijkheid - een dier processen die ruimschoots worden uitgebuit door de journalisten, die er een onuitputtelijke copij-bron in vinden, stof voor buitengewone uitgaven, gekruid met schandalige bezonderheden en ‘onthullingen’ die meestal geheel verzonnen zijn. Die groote rechterlijke zaken, waarvan het succes gewoonlijk meer voortkomt uit den hoogen stand der beschuldigden dan uit de oorspronkelijkheid hunner misdaad, zijn voor ons, afgezien van de somtijds zonderlinge psychologie hunner helden, van een werkelijk belang: zij laten ons, met uiterste klaarheid en zoo volledig mogelijk, de werking nagaan van wat men heden het Gerecht heet. Nemen wij de gelegenheid te baat en laat ons zien! Het betreft, in het huidig geval, een man der wereld, vermoord door zijn schoonbroeder, waarschijnlijk op aanhitsing zijner eigene vrouw. De twee voornaamste beschuldigden zijn kinderen van den meest beroemden klinieker van Italië; de vader is zeer gezien in de vooruitstrevend-liberale partij; 't is een ongeloovige, een man | |
[pagina 2]
| |
‘zonder God’: welk een vreugde voor de paapsgezinden! Ook hebben de clericale dagbladschrijvers hun hartje opgehaald: van af het oogenblik dat men broer en zuster betrok, verspreidden zij onder 't publiek heel een schandelijk verhaal, dat zij doorspekten met scabreuse bezonderheden en dit met die ontaarde verfijning der smeerlapperij, waartoe alleen de katholieken in staat zijn: hun vuile verbeelding deed hen seffens een menigte geile tafereelen zien en zij gaven bezonderheden als echt uit, die zij eenvoudig hadden uitgevonden; bezonderheden die met onvermengd genoegen werden overgenomen door al de dagbladen van laag allooi wier eenig doelwit is hun oplage te verhoogen. Nevens die twee voornaamste figuren rangschikken zich die van de drie medeplichtigen: de minnares van den broer, terzelfdertijd kamerjuffer van de zuster; de minnaar van deze laatste; eindelijk een kerel beladen met schulden en goed voor alle werk, die zijn hulp verleende mits geld. De misdaad werd gepleegd op 28 Oogst 1902; de voornaamste betichten werden de volgende maand aangehouden; zij verschenen vóór de assisen in October 1904, - dus meer dan twee jaar voorloopige hechtenis! Twee jaar om de zaak te onderzoeken, de ontelbare formaliteiten te vervullen, grootendeels onnuttige paperassen met inkt te bedekken (het onderzoek beslaat niet min dan 25 boekdeelen!). Ook waren de ongelukkigen, volgens aller oordeel, vreeselijk om aan te zien toen ze onder de oogen van 't publiek verschenen, zoodanig waren zij verzwakt, uitgeput, gekromd, onkennelijk! Onze menschenvrienden roemen het humanitaire stelsel der hedendaagsche gevangenissen, de goeder- | |
[pagina 3]
| |
tierendheid van het gerecht, de rechtvaardigheid der tribunalen; zij huldigen den vooruitgang sinds een eeuw gedaan en 't is slechts met weerzin dat zij over de rechtbanken der middeleeuwen spreken. Maar laten wij ons niet storen aan de ronkende zinnen, die deze zoo zelf-tevreden heeren malkaar onder den neus zwieren als wierrookvaten, en laat ons de werkelijkheid door eigen oogen aanzien. Wat zou in een zelfde geval een middeleeuwsch rechter gedaan hebben? Zeker zou hij niet zooveel kilogrammen papier hebben bedekt met inkt; hij zou zich hebben te vreden gesteld met een bondiger onderhooring; misschien had hij de beschuldigden op vraag gesteld; ziende dat er sterke vermoedens voor waren dat zij allen aan de misdaad deelnamen, had hij ze doen onthoofden of verbranden volgens de gewoonte. Alles zou geen twee weken geduurd hebben. Vergeet nu de huidige wijze om de dingen te waardeeren en vraagt u af in volle oprechtheid, of de beklaagden meer of minder hadden geleden dan zij nu moesten lijden. Vraagt u af, of die opsluiting van twee jaar, doorleefd in éénzaamheid, onderbroken door de marteling van steeds herhaalde onderhooringen, waarbij men gedwongen is te antwoorden op de arglistige vragen van lieden die willen vorschen in de meest intieme hoekjes van uw ziel, - of die opsluiting, uitloopend op die andere marteling: gedurende maanden te worden overgeleverd aan de afschuwelijke nieuwsgierigheid van het publiek, nog niet honderd maal wreeder is dan de lichamelijke pijniging waaraan de middeleeuwsche rechter hen onderworpen hadde. En deze, ten minste, maakte geen aanspraak op zachtaardigheid, op humaniteit! En van een anderen kant, uit het standpunt zelf van het gerecht, als de | |
[pagina 4]
| |
beklaagden niet schuldig zijn en als zij na die oneindige hechtenis weer in vrijheid worden gesteld, - meent ge dan dat men een zeer rijk geschenk geeft door hen de vrijheid toe te staan, waar zij de kracht niet meer hebben om er van te genieten; door hen een ondermijnd en verwoest leven te laten, dat zij verplicht zullen zijn ver weg te sleepen, om te ontkomen aan de kwaadaardige nieuwsgierigheid die men rond hen heeft uitgelokt? En als ze schuldig zijn, zou het dan voor hen niet beter wezen ineens te sterven door het zwaard van den beul, dan stilaan weg te kwijnen in de stilte eener cellulaire gevangenis? Heeren menschenvrienden, gij zijt wonderlijk huimchelachtig en buitengewoon dom!
Een andere vergelijking dringt zich op, de vergelijking tusschen de snelwerkende handelwijzen der burgerjusticie als het een anarchistischen aanslag betreft en haar traagheid in zaken van dezen aard. - Bresci, die koning Humbert doodde, kreeg zijn zaak geklonken op één dag tijds: men liet hem nauwelijks spreken; men ontnam het woord aan zijn advocaat Merlino, zoodra hij wilde aantoonen wie de diepgaande verantwoordelijkheid droeg van het geweld dat Bresci had gebruikt. Wie in Italië openlijk een woord dierf zeggen in 't voordeel van den beschuldigde, werd veroordeeld ‘per direttissima’, 't is te zeggen op staanden voet, zonder voorafgaand onderzoek en volgens een allerbondigste proceduur, tot zeer zware straffen, voor verheerlijking van de misdaad. Hier, integendeel, na een oneindig onderzoek: een proces dat het niet minder zal zijn. De lijst der getuigen is zóó lang, dat de verdediging en de burgerlijke partij | |
[pagina 5]
| |
overeenkwamen haar niet in 't openbaar voor te lezen! Te nauwernood waren de debatten begonnen of de verdediging wierp een heele boel incidenten op die de rechtbank liet bespreken met een uiterste geduld. Stellig is de anarchistische aanslag eenvoudiger en klaarder, daar de anarchist met open vizier optreedt en de geheele verantwoordelijkheid van zijn daden aanvaardt. Maar in 't geval der burgerlijke misdaad, wanneer het onderzoek geeindigd is, zijn de feiten voldoende opgeklaard. Wat alsdán voor de Jury gaat bepleten worden, zal alleen de vraag der moreele verantwoordelijkheid van de beschuldigden zijn: tot op welk punt kan hun misdaad verontschuldigd of verrechtvaardigd worden door de omstandigheden waarin zij zich bevonden en door hun eigen geestestoestand? Maar die vraag dringt zich op in juist dezelfde bewoording, zoowel voor 't eene als voor 't andere geval. Waarom laat men híer toe haar te ontwikkelen in al haar wijdte en breedte, en waarom wordt ze dáár versmoord? Als 't Gerecht in de burgerlijke maatschappij voor eenieder gelijk was, zooals de wetten zeggen, dan zou het dergelijke verschillen in behandeling niet gedoogen. Maar die gelijkheid is niet minder leugenachtig, dan al degenen met wier instelling de burgerij staat te snoeven. Als men bij anarchistische processen de debatten verkort en de ruchtbaarheid ervan belet, dan is het omdat die debatten van aard zijn te schaden aan de instellingen met wier verdediging de rechtbanken gelast zijn, door het publiek over 't karakter en het ware doel dier instellingen in te lichten. Als men, integendeel, geen angstvalligheid heeft om het proces van lengte te trekken wanneer het een passioneel drama geldt, dan is dit | |
[pagina 6]
| |
omdat dit slag van zaken beter geschikt is om het publiek te ontspannen dan om het te doen nadenken. Terwijl het zich opwindt voor die verwerkelijkte dramas en terwijl het zich verdiept in de uitvoerige verslagen vergezeld van ongerijmde commentaren die de dagbladen het opdisschen, denkt het niet aan zijn eigen toestand, doorgrondt het de maatschappelijke betrekkingen niet en houdt het zich niet bezig met politiek. Men biedt het een goedkoop tijdverdrijf zonder gevaar voor de leiders en men draagt er toe bij om het meer en meer te verstompen, - wat uitermate noodig is voor een goede regeering. Dit beduidt niet dat dergelijke processen geen uitgangspunt kunnen zijn voor wijze bedenkingen over het maatschappelijk leven, maar zij leiden die bepeinzingen niet noodwendig naar den geest van de algemeenheid der menschen, zooals de politieke processen. In dees geval moet men de overweging uitlokken: maar waar is de journalist die er zich om bekommert zijn lezers te doen nadenken? Nauwelijks begonnen, werd het geding onderbroken en tot onbepaalden datum uitgesteld. Ziehier waarom: van af den aanvang der debatten voorzag men dat de ontbinding der Kamer van volksvertegenwoordigers nakend was: de advocaten der verdediging waren politieke lui, sommigen zelf waren afgevaardigden; zij wilden niet in de noodzakelijkheid komen het proces te verlaten of ervan af te zien propaganda te maken in hun kiesdistricten. Zij wonnen dus tijd door incident op incident voor te brengen, al de hulpmiddelen der pleitknepen bijhalend om te beletten dat de zaak snel zou worden in gang gezet. Zoo verkregen zij een uitstel van enkele dagen voor het nagaan van stukken door den onderzoeksrechter zonder betrekking op | |
[pagina 7]
| |
het geding verklaard. Middelerwijl was het decreet der Kamer-ontbinding en der oproeping van het kiezerskorps verschenen: zij beproefden een laatste poging, ontblootten hun spel, bekenden het eigenlijke motief dat hen aanspoorde de onderbreking van het proces te vragen en, daar men geen tijdelijke schorsching der debatten wou toestaan, verkozen zij, boven de voortzetting van het proces, de verzending naar een nieuwen zittijd der assisen. Dit is een vertraging van ongeveer zes maanden, vertraging heel en al in strijd met de wenschen der beschuldigden en uitgelokt door eenvoudige, politieke en persoonlijke redenen van eenige advocaten der verdediging. Het publiek troost er zich over zonder veel moeite: het heeft de kiezingen en den russo-japanschen oorlog voor ontspanning. Maar waar blijft bij dit alles het Recht?
De eerste phase van dit proces, hoe kort van duur zij ook was, heeft niet nagelaten leerzaam te zijn onder meer dan één opzicht. De houding van het publiek heeft, als naar gewoonte, een ongezonde nieuwsgierigheid ontsluierd; de Pers is gedeeltelijk ellendig en algemeenlijk dom geweest: in bijna geen der dagbladen die mij onder de hand kwamen, vond ik een enkele bemerking getuigend van eenig verstand onder de journalisten. Zij hebben aan het gros van 't publiek schotels naar hun smaak voorgezet: zij bleven niet in gebreke stuk voor stuk de kleeding uit te pluizen gedragen door de beschuldigden, vooral door de vrouwen, en hun minste bewegingen en houdingen te bespreken en te commenteeren. De advocaten waren er maar op uit hun welsprekendheid te vertoonen, groote, hartroerende bewegingen mengend onder hun | |
[pagina 8]
| |
haarkloovend pleitersgevit. Zij hebben juridische incidenten vóórgebracht en uitgebreid, die zonder aarzeling door de pers als ‘elegant’ werden bestempeld. (Waar, verduiveld, de elegantie zich nestelen gaat!) Die van de verdediging en die van de burgerlijke partij wierpen malkaar de heftigste beleedigingen toe, behoudens nadien arm aan arm te gaan avondmalen. Men kwam nog niet aan de ondervraging, maar de akte van beschuldiging werd voorgelezen: zij is op de hoogte van het rechtswezen, van de pers, van het publiek, en is opgesteld in een stijl die voordeelig wedijvert met dien der feuilleton-romans. Hoort liever: ‘Reeds onder het bruidsvool verborg de echtgenoote de herinnering aan een eerste liefde, die zich tot dan had kunnen zuiver behouden, maar die later dubbel schuldig werd, daar de manslag zich kwam voegen bij de echtbreuk: zij sleurde zich-zelf, haar minnaar, haar broeder, anderen nog in het onheil, vergetend de beide teedere schepsels uit haar huwelijk geboren, die ginds gebleven zijn, het voortijdig einde van hun vader beweenend en torschend de schande van haar die zij niet als moeder verloochenen kunnen en die zij moeten aanzien voor de moordenares van hun vader.’ En niemand die glimlachte bij 't aanhooren van die boertige phrase; wel integendeel: het publiek is ontroerd en er gaat door het gehoor een huivering van afschuw!
De grond zelve van de zaak kon nochtans stof leveren voor verstandige overwegingen: zij traden als vanzelf te voor: de misdaadGa naar voetnoot(I) ligt in de hindernissen die de sociale instellingen aan de vrijheid der eenlingen opleggen. Zoo deze vrouw belang had zich te ontmaken | |
[pagina 9]
| |
van haar echtgenoot, dan is 't omdat de wet hem een onbehoorlijke macht op haar geeft, zooals op al wat hem toehoort, een macht waarvan zij zich niet kan bevrijden, daar de echtscheiding niet bestaat in Italië.Ga naar voetnoot(II) - Zij kan zich vergist hebben in haar keuze, gehuwd zijn tegen haar wil of eenvoudiglijk veranderd zijn van gevoelen; dit beteekent niets: éénmaal officieel aan een man verbonden, moet zᴉj hem onderdanig blijven en mag geen andere huwen. Stellig, in dees geval, zou zij beter gedaan hebben zich wezenlijk te bevrijden van het wettelijk juk, door bijvoorbeeld met haar minnaar naar het buitenland te vluchten: zij waren beide rijk! Waarom deden zij 't niet? Om vele redenen zonder twijfel, maar onder andere omdat hun burgerlijke opvoeding hen het schandaal boven alles deedt duchten, omdat zij niets zóó erg vreesden als de verwijdering van de wereld en de éénzaamheid, waar alleen de harten kunnen leven die waarlijk rijk zijn aan gevoelens. Nogmaals, wie draagt de schuld, zooniet de burgerlijke maatschappij? En merkt men niet dat dergelijke dramas, in wat zij het pijnlijkst en brutaalst hebben, | |
[pagina 10]
| |
rechtstreeks voortvloeien uit die mooie instelling van het huwelijk, wier ontbinding, in de oogen der mannen van ‘orde’, als de afgrijselijkste aller cataclysmen voorkomt?
Er zouden nog vele dingen te zeggen zijn naar aanleiding van dit proces, maar 'k zou nooit eindigen en zal me tevreden stellen met het deze: Hebt ge wel bedacht wat zoo een proces kost? - Ik spreek niet alleen van de geldsom die ontelbaar is, gezien het aantal opgeroepen lieden, de onderzoeken en tegen-onderzoeken, de papierbekladerij, ten slotte al hetgeen men onmisbaar meent om de overtuiging der jury te vormenGa naar voetnoot(I) - som die bij slot van rekening het volk betalen moet, want immer betaalt het duur voor de vermaken die men het geeft. Ik bedoel vooral de onzinnige verspilling van maatschappelijke krachten, die zich in zulke gevallen voordoet. Onderzoeksrechters en advocaten verbruiken een snedigheid van geest die, zoo ze naar een nuttig doel geleid ware, een waar voordeel voor het menschdom kon hebben; de twaalf gezwoornen; de gendarmen die de zaal bewaken; de soldaten die buiten wacht houden opdat de ‘orde’ niet worde gestoord; de greffiers; de journalisten; enz. - al die lieden zijn maanden lang in beslaggenomen, omdat een burger op het gedacht kwam er een anderen op te ruimen. En gedurende dien tijd, zijn er duizende vierkante-kilometers gronden die braak blijven liggen, onvruchtbaar en ongezond bij gebrek aan armen die ze verzorgen en aan kapitalen die tot hun | |
[pagina 11]
| |
verbetering worden aangewend; zijn er duizende eigenaars die zich te vreden stellen - zonder er zich anders om te bekommeren - uit hun gronden inkomsten te trekken, voorafgenomen op de magere winst van den boer die ze bebouwt; zijn er duizende ongelukkigaards, die verplicht zijn uit te wijken, omdat, zoogezegd, Italië niet genoeg voortbrengt om ze te voeden. Langswaar men zich ook wende en welk het sociale verschijnsel zij dat men waarneme, steeds herkent men denzelfden mangel aan besparing van de voortbrengingskrachten en dit is de volstrekte veroordeeling van de burger-maatschappij, - daar een maatschappij, hoe zij ook weze, geen reden van bestaan heeft, tenzij zij de krachten harer leden in overeenstemming brengt en er alzoo in slaagt producten te leveren, hooger in hoedanigheid en hoeveelheid dan degene die zouden verkregen worden door het totaal der strevingen van dezelfde, maar afzonderlijk werkende individuën.
Jacques Mesnil. |
|