| |
| |
| |
Symboliek
Mijn eerste woorden in Ontwaking, zullen symboliek betreffen - en wel naar aanleiding van 'n onderhoud, waarbij eenigen verzekerden, dat 't volk naar symboliek hunkert.
Hiertegen protesteer ik.
Eerstens, omdat zij zich vergissen - tweedens, omdat de verzekering onvoorzichtig - néén, gevaarlijk is.
Wat verstaat men onder symboliek?
Zinnebeeldig.
Dus niet voor ieder begrijplik.
Ik zeg dús - wijl 't bevatten van zinnebeeldige voorstellingen, zeker niet direct onder ieders bereik ligt. Vele lezers of toeschouwers van symbolieke werken zijn vaak te eenvoudig, te natuurlijk, om symboliek te kunnen begrijpen. En niemand zal volhouden, dat symboliek beslist natuurlijk- eenvoudig is.
't Vermogen, om van genoemde pennevruchten te kunnen genieten-zetelt eer in 't verstand-dan in 't gevoel. De ontleding van 'n symboliek drama b.v, begint met beteekenis - uiteenzetting en niet bij zielsontrafeling. Beiden, gevoels en geestes - superioriteit vereenigt de symbolist in zijn werk-'t fond is logica-vergt 't meest van ons dènken.
Wil men van 'n symboliek drama ten volle genieten, moet men werkelik eenigszins onderlegd zijn.
| |
| |
Onderlegd beteekent - beschikken over meer kunstmatig - aangekweekte kennis, dan de natuur in vele opzichten eischt.
Nu beweren sommigen, dat 't vòlk bij voorkeur symboliek wil. Dit is gehéél onvereenigbaar met zijne opvoeding - met 't geen het leerde.
Kort en duidelijk, hoop 'k 't geváár te omschrijven - dat in de geopperde veronderstelling schuilt.
Geváár doordat ze ongetwijfeld tot verkeerde en ongewenschte uitkomsten zou leiden, in hoofdzaak daar men ènkel beweert - zonder de personen die de bewering geldt, te raadplegen - zelfs 'r mee bekend te zijn.
Wat toch is - wil 't volk.
't Volk is eenvoudig en juist om die eenvoud 't méést waar.
Wat wil 't volk?
Duidelijkheid in elk opzicht.
Wat tracht men 'r door schijnbare verheffing- en erkenning- dito algemeene menschenliefde, van te maken?
'n Halfwas - zwak - zichzelf - lijkende massa - die door 't aantal - in al haar zwakte, sterk genoeg is - de oude maatschappij te stutten, den schijn van vooruitgang bevorderend.
Ik herhaal, 't volk is 't meest wáár, hoewel velen, 't daarom dòm gelooven. Máár 't is geen domheid, die hun afkeerig maakt van ingewikkelde vraagstukken, van verfijnde hulpmiddelen, om zich 'n oogenblik zijne afdwaling te herinneren - 't is 'n groote mate van ongekunstelde oprechtheid. Helaas ook bij hen, wint z.g. ontwikkeling reeds veld.
Toch is 't eenvoudig genoeg gebleven, om niet te | |
| |
kunnen genieten, van niet direct ware situaties en menschen, zooals in symbolieke stukken de aandacht vragen.
De bedoeling van 't werk is bovendien moeielijk voor hen te begrijpen, want men dient verwerken geléérd te hebben, alvorens 'n meening uit te kunnen spreken, die maar al te vaak dadelijk weerlegd wordt Omdat het volk níet leerde, is symboliek voor hem onbegrijpelijk.
Vele symbolisten, duiden o.a. op de hoogste menschelijke plicht, zonder ook maar éven duidelik te gewagen van de oorzaken, die de absolute plichtsbetrachting onmogelijk maken, van de eigenlijke kiemen van hun drama, die ons van 't mooist levensdoel verwijderd houden. De symbolist, tracht in ons 'n ideaal te verlevendigen, - onze kortzichtigheid en afwijkingen op te sporen en kiest gewoonlijk tot vertolkers 'n klasse van menschen, die rechtstreeks tegenover het volk staat.
Daarenboven teekent hij scenes, waarbij het volk zich niet bepalen kan. 't Volksleven wijkt geheel af, van 't leven der menschen, die het voor zich ziet uitleven. 't Gebeuren is 't vreemd. Het voelt niets voor die wezens. - 't Twijfelt aan de waarheid van hun bestaan, bespót ze.....
Hoe wilde men nu o.m. de drang naar symboliek bij 't volk, bewijzen?
Door zich op 't drukke bezoek te beroepen, dat de z.g. draken te beurt valt?
Vooreerst is in 'n draak niets zinnebeeldigs, en aan | |
| |
duidelijkheid laat hij ook niets te wenschen over. 't Geheel is bespottelijk onnatuurlijk - zoodat, als de bewering gegrond was, n.l. dat de draak als maatstaf dienen kon, symboliek bezijden de waarheid is. Dit moet 'k tegenspreken. 't Is alleen onduidelijk.
En, zult u vragen, hoe de bespottelijke onnatuur der draken met de eenvoud des volks te rijmen?
Het gaat niet naar den schouwburg om zich te ontwikkelen, doch om zich te vermaken, 't vraagt niet meer naar den inhoud, dan naar den titel. Já 't laatste alleen spoort dikwijls tot heengaan aan, als die maar sprekend is.
Voor 't volk, is 't schouwburgbezoek eene ontspanning, en géén studie.
Dáárom verlangt het geen symboliek, waarbij 't op denken aankomt, máár grof-begrijpelijke stukken. Eerst waren 't de draken ('r was niets anders), vervolgens de módèrne draken, tot eindelijk de realistische drama's de aandacht trokken. En naarmate het afkeerig werd en wordt van dwang - naarmate het doordringt, naarmate het zijn exploitatie bewust wordt, zal 't zich van de vaderlandsche- en gravelike draken afwenden om in duidelijke realiteit behagen te scheppen.
Er zijn 'r ook die zeggen, dat 't volk de kerk gekozen heeft, om uiting te geven aan zijn verlangen naar symboliek.
Dit is 'n kolossale vergissing.
Niet 't volk gaat daar zoeken naar wanstaltige, bovenaardsche beschikkingen, en mystische wonderen, - néén 't wordt het, van af de wieg opgedrongen.
| |
| |
Hoe méér 't zich zal onttrekken aan kerkeliken invloed, hoe beter bewezen kan worden, dat symboliek niet door hèn wordt verlàngd.
Wat is nu 't geváár dat dreigt van den kant der symbolieke kunst?
Gorki zegt ongeveer:
De eerlike vraagt zich af, vanwaar 't vuur komt, waarnaar 't gaat, de schurk laat hem peinzen en warmt zich.
Dit is 't gevaar.
De eerliken concentreeren hunne aandacht op niet duidelijke, niet begrijpelijke, wankelbare idealen, de schurken maken van 't eeuwige staren, 't intense verlangen der eenvoudigen misbruik en distilleeren uit 't ijle, voor alle uitleggingen vatbare, 'n voor hen blijvende bron van inkomsten, ten koste der verdwaalde eenvoudigen.
Zoo is 't begonnen.
Zoo is 't nòg!
Zoo zal 't blijven, als we niet de decadentie der symbolieke kunstuiting aantoonen, en het gevaar-dat 'r onvermijdelik uit ontstaat.
Nu rééds zijn 'r enkelen die, ter goeder trouw, gelooven opnieuw mystiek en symboliek onder 't volk te moeten brengen, en dàt, wijl 't zich 'r aan onttrekken gaat, volhoudend dat het 't noodig heeft. - Alsof 't volk, in al zijn mooien eenvoud, van de gedagenereerde ontwikkelings-waanzinnigen, leeren kàn. Alsof niet bijna alle studie, ten koste van zijn eenvoud en verguizing is. Alsof niet op den dag, dat ook 't volk, door den schijn verblind, studie eischt, blijken zal, dat 90% van alle wijs-en geleerdheid- ijdelheid is - gemis aan plichtsgevoel en leugen.
| |
| |
Néén, niet 't volk snakt uit eigen roeping naar voldoening in omsluierde, hoogere geheimenissen. Het wordt 't ingepompt, zoodoende van 't werkelijke leven afgeleid, wat zijn kracht verslapt, z'n denken verwart, en door zijn éénvoud, vertrouwen in geestelike herders doet stellen, daar het tast, tàst en blijft tasten, zonder natuurlijk ooit houvast te krijgen, waardoor het 't gewillige werktuig in handen der bevoorrechten is geworden.
Daaraan zullen de éérste natuurvereerders nimmer gedacht hebben, evenmin als de symbolisten 'r aan denken- die zelf óók 't gevolg der mystiek zijn- 'n anderen geloofsvorm aan te bieden, maar 't zal als van alles wat niet duidelijk genoeg is, om door elkeen begrepen te worden, tot 'n geheimzinnig, valsch verklaard levensdoel vervormen, dat door mystische beneveling, de betrachting van waarachtige plicht verijdelt, en door onnadenkendheid tot gedrochtelik bijgeloof, en miskenning van al 't individueele vergroeit, ten voordeele van menschen, die voor 'n gedeelte even onschuldig zijn, als de slachtoffers, doch intuschen levensmooiheid - bestaansvoorwaarden ontfutselen aan de eenvoudigsten.
Nog eens: dit is 't gevaar waarvoor gewaakt móét worden. - 't Gevaar dàt reeds van hen uitgaat, die niet door de mystische, symbolistische ringmuur konden breken.. en die zeker - als we ons niet met alle kracht verzetten - de eenvoudige massa - meê zullen sleuren....
Wat de kunstminnaars betreft, laten zij zich niet wijs maken dat - door natuulijk te zijn - de kunst ten gronde gaat.
| |
| |
Kunst is niet, wat zij er onder verstaan.
De hoogste kunstuiting is wààr zijn, is in beelden de leugens der eeuwen bewijzen. Al 't schijnbaarverhevene, decadentie, waarvan 't gedegenereerdste gedeelte der menschheid de schuld draagt, dat door 't zelfde deel geproduceerd wordt en genoten.
Monnikendam - Juli - 04.
Johan Schmidt.
|
|