Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 4

[p. 137]

De Vallei van den Dood
(Death's Valley)
Door Walt Whitman

Neen, droom niet duistre kunstenaar,
Gij hebt uw onderwerp trouw afgebeeld:
Ik, weleer weiflaar voor dees donker dal, voor zijn begrenzing, radend eenigzins,
Treed hier in 't krijt met u, mijn recht inroepend om een zinnebeeld te maken ook.

Want ik zag sterven menig bloedend krijgsman,
Na vreeslijk lijden - zag in een lach hun leven heengaan;
En sloeg het doodsuur gade van de grijsheid; en zag kindren sterven;
Den rijkaard, met zooveel verplegers en zijne artsen;
En dan den arme in karigheid en armoe;
En ik heb zelf, O Dood, sinds lang mijn laatsten zucht geslaakt
In uw nabijheid en het stil gedacht van U.

En uit de deze en u,
Maak ik een tafereel, een zang (geen afschrikbeeld,
Noch duistre diepten, noch bleek, noch zwart - want ik en vrees u niet,

[p. 138]

 

Noch roem den strijd, noch stuiptrekking, noch sterkgebonden knoop),

 

Van 't breed gezegend licht en reine lucht, met weiden, rimplend water, boomen, bloemen en gras,

 

En 't luw gewaai van frisschen wind - en in het midden God's schoon en eeuwig rechter hand,

 

U, 's hemels heiligsten minister - u, gezant, inleider, gids op 't eind van alles

 

Rijk, weeldrig, breker van den worgknoop, heetend leven,

 

Zoeten, vredevollen, welkomen Dood.

 

 

 

Willem Gijssels.