Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 4(1904)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Aan eenen Dichter Wel U, die, bij den boer gewonnen en geboren, het heerlijk leven draagt der onafzienbaarheid van verre horizons, van zeeën golvend koren, van velden, rijk getooid, vol licht en zonnigheid! Wat levensvreugd kunt gij in uwe ziel vergaren wanneer al 't land herleeft in lust en vroolijkheid, 't sap in de twijgen rijst en 't koren schiet in de aren, de leeuwerik zijn lied zendt in de oneindigheid.... Wel U, die wellust drinkt met ieder ademtogen, die, wars van alle nauwte in vrijheid opgegroeid, uw blikken voelt begrensd alléén door hemelbogen of 't blindend schittren van den vollen oogst die bloeit! Wat hebt gij zingensstof en welke stof tot peîzen, en welk genot in 't zingen van uw eigen lied. O, wonder dichterhart, hoe klinkt het uit uw wijzen; Gij leeft in uw gezang, - de steedsche dichter niet. Siska van Daelen. Vorige Volgende