Ons Erfdeel. Jaargang 56
(2013)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Openbare bibliotheken in een veranderend cultuurlandschap2019. Dan zullen de bibliotheken verdwenen zijn. Zo staat het toch in de extinction timeline van futuroloog Richard Watson.Ga naar eindnoot1 In hetzelfde jaar verdwijnen ook de postkantoren, de slagers, de gratis parkeerplaatsen en de niet-omheinde stranden. Begint het commerciële boekenvak alvast te juichen? Er wordt immers wel eens gezegd dat bibliotheken alleen maar ‘een door de overheid georganiseerde manier van diefstal’ zijn.Ga naar eindnoot2 Onlogisch klinkt dat ‘uitsterven’ niet, nu steeds meer informatie beschikbaar is via het internet en binnenkort ook in de Lage Landen de definitieve doorbraak van het e-book wordt verwacht. Aan de andere kant van de grote plas is die revolutie al volop aan de gang. Een artikel over de toekomst van de bibliotheek dreigt dus wel een zeer kort stuk te worden. Watson zelf waarschuwt dat we zijn tijdlijn niet al te ernstig mogen nemen. Schrijven over de toekomst is in elk geval een gevaarlijke bezigheid. Ofwel nemen we een aantal actuele trends als uitgangspunt en proberen deze uit te werken. Dat is de techniek die Peter Hinssen hanteert in Digitaal is het nieuwe normaal.Ga naar eindnoot3 Je kunt ook naar de toekomst kijken om ‘ideeën, verbeelding en inspiratie te schenken in tijden van verandering’.Ga naar eindnoot4 Bezieling krijgt dan voorrang en dat levert publicaties op zoals het inmiddels meer dan tien jaar oude, maar nog altijd mooie Bibliotheken 2040. | |
De bibliotheek uit beeld?Maar gaat het echt wel zo snel? De voorbije jaren zagen in de Lage Landen nog heel wat spectaculaire nieuwe bibliotheken het licht. De openbare bibliotheek van Amsterdam (OBA) is ongetwijfeld de grootste daarvan. In Vlaanderen kregen de | |
[pagina 33]
| |
bruno vermeeren bibliotheken van Genk en recenter nog Dendermonde heel wat aandacht in de pers en vorig jaar nog opende de Boekenberg in Spijkenisse: een duurzame en opvallende glazen piramide. Daarmee is het zeker nog niet afgelopen. Mechelen maakte in juni 2012 nog de plannen bekend voor de nieuwe bibliotheek in het predikherenklooster. De opening is voorzien voor 2018. Hoewel in het ontwerp naar verluidt de nodige flexibiliteit is aangebracht, is het weinig waarschijnlijk dat de stad geld investeert in een bib die maar een jaar open zou zijn. En dé bibliotheek van de eenentwintigste eeuw komt naar het schijnt aan de Waalse Krook in Gent. Terwijl de bibliotheek aan de ene kant een bakenGa naar eindnoot5 blijft in het stedelijke en culturele landschap, verdwijnt ze tegelijkertijd uit beeld. Dat de bibliotheek langzaam maar zeker onzichtbaar wordt, blijkt het duidelijkst in de wetenschappelijke instellingen. In hogescholen en aan universiteiten zijn steeds meer tijdschriften alleen nog elektronisch beschikbaar. Hier is de doorbraak van het e-book al volop aan de gang. Al die informatie hebben onderzoekers, docenten en studenten voortdurend ter beschikking, waar ze zich ook bevinden: in de leeszaal, elders op de campus of thuis. Met een project als ‘De bib op school’ van Bibnet,Ga naar eindnoot6 zetten ook de openbare bibliotheken aarzelende stapjes in die richting. Tien jaar geleden al pleitte visionair Lorcan Dempsey voor ‘recombinant library services’Ga naar eindnoot7: elektronische diensten die de bibliotheek aanbiedt, niet in haar gebouwen of op haar eigen website, maar daar waar de gebruiker ze verwacht: in de elektronische leeromgeving van zijn onderwijsinstelling, op gespecialiseerde websites, tussen de resultaten van Google. De bib verdwijnt uit het zicht, haar diensten zijn overal. In hoeverre de gebruiker die dienstverlening van op afstand nog | |
[pagina 34]
| |
associeert met de bibliotheek, hangt af van de marketinginspanningen van de bib. In elk geval staan we nog maar aan het begin van die ontwikkeling. Niet alleen de organisatie, ook haar medewerkers verdwijnen uit beeld. Alweer tien jaar geleden deden verhalen de ronde over onbemande bibliotheekfilialen in Singapore.Ga naar eindnoot8 Inmiddels deden ze in Nederland ook werkelijk hun intrede.Ga naar eindnoot9 De bibliothecaris is er alleen nog op afstand aanwezig, via telefoon of videocontact. De technologie is immers zo ver gevorderd dat het publiek zelf de boeken kan uitlenen en inleveren. Dezelfde trend richting doe-het-zelf zagen we eerder al bij de banken. Maar tegelijkertijd moet diezelfde bibliothecaris zichzelf nadrukkelijk op de voorgrond plaatsen. Nu bibliotheken steeds meer denken vanuit de behoeften van de gebruiker worden communicatie en klantgerichtheid belangrijker. Dezelfde technologie die zelfuitleen mogelijk maakt, haalt de bibliotheekmedewerkers weg van achter de klassieke uitleen- en inleverbalies en tovert hen om tot ‘floor walkers’ die te allen tijde klaar staan om gebruikers te gidsen door het aanbod. De bibliotheek is al lang geen eiland meer, geen op zichzelf teruggetrokken instelling, maar wordt een actief en volwaardig onderdeel van het lokale beleid. Ze speelt niet alleen een rol binnen cultuur, maar ook binnen onderwijs en welzijn. Dat kan alleen maar als de bibliothecaris zich weet te positioneren. ‘Netwerk!’, was dan ook de oproep van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw (VVBAD) aan de Vlaamse bibliothecarissen: netwerk voor en netwerk na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012.Ga naar eindnoot10 Niet verwonderlijk dus dat in beroepsprofielen voor de sector competenties zoals het organiseren van activiteiten, het begeleiden en het instrueren van gebruikers en het ‘netwerken’ steeds meer aandacht krijgen, naast klassieke vaardigheden zoals het beheren van een collectie of informatieaanbod en het uitwerken van een bibliotheek- of informatie-infrastructuur.Ga naar eindnoot11 De bibliotheek: onzichtbaar en toch een baken; de bibliothecaris: onzichtbaar en toch een gids. Dat is het landschap vandaag. De trends lijken paradoxaal, maar doen zich tegelijkertijd voor en niets wijst erop dat daar meteen verandering in zal komen. Om te weten of de bibliotheken 2019 halen, moeten we toch iets verder kijken. De fundamentele vraag is dan ongetwijfeld of de maatschappelijke opdracht van de openbare bibliotheek ook in 2019 nog relevant zal zijn. | |
Een basisvoorziening voor elke burgerOver die opdracht is grote onduidelijkheid. In Nederland woedt de discussie feller dan in Vlaanderen, al opende LOCUS, het Vlaams steunpunt voor lokaal cultuurbeleid, met het ‘transitietraject’ Bib 2020 ook bij ons het debat.Ga naar eindnoot12 Er is een behoefte aan een visie op langere termijn. Opvallend is dat die behoefte van binnenuit gevoeld wordt. De bibliothecarissen zelf weten niet of hun instellingen 2019 wel zullen halen. | |
[pagina 35]
| |
Bibliotheek Boekenberg in Spijkenisse, ontworpen door architectenbureau MVRDV.
| |
[pagina 36]
| |
De Nederlandse Wet op het Specifiek CultuurbeleidGa naar eindnoot13 biedt weinig houvast. De wet doet geen uitspraak over de opdracht van de bib. Het Bibliotheekcharter 2010-2012Ga naar eindnoot14 vermeldt wel de kernfuncties ‘lezen en literatuur’ (lezen), ‘ontwikkeling en educatie’ (leren), ‘kennis en informatie’ (informeren), ‘kunst en cultuur’, en ‘ontmoeting en debat’, maar omschrijft verder niet wat er op deze domeinen juist van de bibliotheek verwacht wordt. In Vlaanderen staat de opdracht van de bib wél duidelijk in de regelgeving. Artikel 2, 4o van het gloednieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid omschrijft de openbare bibliotheek als: ‘een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. Ze bemiddelt actief bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief op het vlak van geletterdheid, cultuurspreiding en cultuurparticipatie. De bibliotheek werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden.’Ga naar eindnoot15 De definitie stond al in het decreet van 2001 en werd bij de herziening ervan in 2012 behouden. Dat stemt de bibliotheeksector positief.Ga naar eindnoot16 De opdracht van de bibliotheek zoals het Vlaamse decreet die omschrijft, past in een traditie van volksontwikkeling en sociaal-cultureel werk. De bibliotheek wil nog altijd gebruikers ondersteunen opdat ze geletterde, goed geïnformeerde burgers worden die volwaardig kunnen participeren aan onze samenleving. Die opdracht is niet beperkt tot groepen met beperkte kansen. Iedereen heeft het recht op informatie, iedereen heeft het recht om deel te nemen aan cultuur. In de woorden van Krist Biebauw, bibliothecaris van Gent: ‘De bibliotheek moet (...) inspelen op vragen van realistisch afgebakende deelpublieken. Daarin heeft ook de hoogopgeleide medeburger die specialisatie zoekt een plaats.’Ga naar eindnoot17 Toch zijn er groepen in onze samenleving die extra stimulansen en begeleiding kunnen gebruiken. Vandaar ook de nadruk op laagdrempeligheid in het Vlaamse decreet, al komt die traditie met de herziening ervan nu onder druk te staan. Zo werd de verplichte kosteloosheid voor jongeren uit het decreet geschrapt. De bibliotheek voert deze opdracht uit door toegang te bieden tot informatie en cultuurproducten. Er was een tijd dat een collectie van boeken en tijdschriften hiervoor voldoende was. Alistair Black omschreef de leeszalen van de negentiende-eeuwse bibliotheken als het breedbandinternet van die tijd.Ga naar eindnoot18 In de jaren tachtig kwamen daar de audiovisuele media (AVM) bij: cd's, video's en later dvd's. Op het einde van de twintigste eeuw voegden de bibliotheken er gratis toegang tot het internet aan toe. De betekenis van het ‘toegang’ bieden verschuift dus voortdurend. Zo experimenteren bibliotheken nu met het uitlenen van e-readers en het gebruik van iPads. | |
[pagina 37]
| |
Visualisatie van de nog te bouwen Gentse stadsbibliotheek aan de Waalse Krook © TV RCR Aranda Pigem Vilalta Arquitectes - COUSSÉE & GORIS architecten.
Maar niet alleen technologische ontwikkelingen zijn van belang. Ook hier komt de gebruiker nadrukkelijker in beeld, en dan wel in het bijzonder de vaardigheden waarover deze al dan niet beschikt. Informatievaardigheden, mediawijsheid, diverse vormen van geletterdheid: het onderscheid is niet altijd duidelijk, maar de termen verwijzen in elk geval naar de competenties die een gebruiker nodig heeft om toegang te krijgen tot informatie en die te gebruiken. Zo omvat de term ‘informatievaardigheden’ het hele proces van het goed formuleren en correct interpreteren van een (onderzoeks)vraag, over het zoeken en vinden van relevante informatie tot het correct gebruiken ervan, terwijl mediawijsheid eerder de nadruk legt op de vaardigheden nodig om met nieuwe technologie om te gaan. In elk geval is het niet langer voldoende dat bibliotheken hun collectie ordenen, onderhouden en aan de man brengen. Ze moeten naar de gebruiker toe gaan en deze, indien nodig, instrueren en begeleiden. De bibliotheek doet dat niet alleen. Ze werkt daarvoor samen met andere partijen. Afhankelijk van de lokale situatie bouwen openbare bibliotheken samenwerkingsverbanden uit met onderwijs- en vormingsinstellingen, organisaties voor basiseducatie, culturele centra, welzijns- en milieuorganisaties en vele andere partners. Zo bereiken ze specifieke doelgroepen en kunnen ze de juiste acties en activiteiten ontwikkelen. Maar ook binnen de eigen sector wordt de samenwerking intenser. Zowel in Nederland als in Vlaanderen streeft de bibliotheeksector naar duidelijke taakafspraken tussen het lokale, het provinciale en het landelijke niveau. Zeker de ontwikkeling van digitale diensten en de aanschaf van digitale collecties vereist een bovenlokale aanpak. Er zijn immers grote bedragen mee gemoeid en het aanbod is niet meer locatiegebonden. | |
[pagina 38]
| |
Maar ook het gebied van werkprocessen en automatisering kan schaalvergroting voordeel brengen. In Vlaanderen verloopt dat eerder via regionale samenwerking en de ontwikkeling van provinciale bibliotheeksystemen, in Nederland vaker in de vorm van fusies tussen bibliotheken. In dat hele proces is het essentieel dat bibliotheken inspelen op reële behoeften van gebruikers en potentiële gebruikers. In de academische wereld lopen experimenten waarin bibliothecarissen en onderzoekers samen de nieuwe diensten van de bibliotheek ontwikkelen.Ga naar eindnoot19 In de openbare bibliotheek van Heerhugowaard waren het de jongeren zelf die hun nieuwe jeugdbibliotheek ontwierpen: de bibliotheek van honderd talenten - een concept dat inmiddels ook elders toegepast wordt. Informatie en kennis liggen niet alleen opgeslagen in documenten, maar vooral ook in mensen. Gebruikers samenbrengen en uitwisseling stimuleren is dan ook een uitdaging voor de bibliotheek van de toekomst. Sommige gaan alvast zover dat ze hun bibliothecarissen opnemen in de onderwerpscatalogus.Ga naar eindnoot20 | |
Ijveren voor vrije toegang tot informatieDe kerntaak van de bibliotheek is dus niet het uitlenen van boeken. Gelukkig maar. Het aantal uitleningen daalt immers jaar na jaar, ook al wees de Vlaamse participatie-survey uit 2009Ga naar eindnoot21 uit dat lezen een populaire en hoog gewaardeerde activiteit blijft. Die situatie zal er niet op verbeteren, nu e-readers en e-boeken aan populariteit winnen, ook al is het Nederlandstalige aanbod nog beperkt en bestaan er nog (te) veel verschillende systemen naast elkaar. Voor boeken en andere cultuurproducten op een fysieke (niet virtuele, maar materiële) drager bestaat er een leenrecht. Daardoor kunnen auteurs en uitgevers niet beletten dat openbare bibliotheken papieren boeken, cd's (luisterboeken, muziek) en dvd's uitlenen. In ruil betalen de bibliotheken of hun gebruikers (in Nederland) of de overheid (in Vlaanderen) een leenvergoeding, zoals de Europese regelgeving voorziet. Voor publicaties die online verspreid worden, geldt die regeling echter niet. Dat betekent dat bibliotheken toestemming moeten vragen aan de rechthebbenden als ze e-books willen uitlenen.Ga naar eindnoot22 In de VS weigeren de meeste grote uitgevers dat gewoon en ook in Nederland en Vlaanderen verlopen de gesprekken tussen uitgevers en bibliotheken moeizaam. Het voorbeeld van Digileen leert hoe groot de beperkingen kunnen zijn. Digileen was een toepassing van de Centrale Discotheek Rotterdam die het digitaal uitlenen van geluidsbestanden (mp3's) via de bibliotheek mogelijk maakt. Het aanbod was relatief beperkt en kwam vooral van de kleinere muzieklabels. Een gebruiker mocht maximaal honderd tracks tegelijkertijd gedurende één week lenen. Verlengen of opnieuw lenen was niet mogelijk en beluisteren kon alleen op laptop of pc, niet via mobiele apparaten. Is het verwonderlijk dat de dienst na enkele jaren alweer is stopgezet?Ga naar eindnoot23 Een bibliotheek kan | |
[pagina 39]
| |
zelf beslissen welke cd's ze in haar collectie opneemt en welke voorwaarden ze stelt aan het uitlenen ervan. Als diezelfde inhoud online aangeboden wordt, kan dat opeens niet meer, maar is het aanbod beperkt tot producenten die willen meewerken en tegen de voorwaarden die deze producenten opleggen. Op dit moment is het probleem nog beperkt, aangezien het meeste materiaal zowel online als op een materiële drager beschikbaar is. Naarmate steeds meer informatie alleen via het internet aangeboden zal worden, wordt de druk op bibliotheken groter om actief te ijveren voor een vrije toegang. De Vlaamse Beroepscode voor informatieprofessionals in bibliotheken en documentatiecentra stelt: ‘De informatieprofessional komt op voor vrije toegang tot informatie en cultuur. Hij wijst censuur af en discrimineert niet. Hij handelt in overeenstemming met de relevante wetgeving zoals het auteursrecht en de privacywetgeving.’Ga naar eindnoot24 Dit is geen vrijblijvende oproep. Zowel in Nederland als in Vlaanderen ijveren bibliotheekorganisaties actief voor vrije toegang. In Nederland verzamelt www.openbibliotheken.nl zo informatie over vrij beschikbare online bronnen. In Nederland en in Vlaanderen voerden bibliotheekverenigingen processen over het uitlenen van games door bibliotheken. De bibliotheken argumenteerden daarbij dat games cultuurproducten zijn zoals andere audiovisuele media en dat ze onder het leenrecht vallen. De producenten zijn van mening dat het gaat om software en dat die niet uitgeleend mag worden zonder toestemming. In Vlaanderen zag recentelijk het Samenwerkingsverband Auteursrecht & Samenleving het licht. Het samenwerkingsverband brengt organisaties samen uit cultuur en onderwijs en ijvert voor de belangen van de gebruikers van het auteursrecht. In tegenstelling tot de producenten en de beheersvennootschappen hebben die immers geen sterke lobby die opkomt voor hun belangen. | |
Opnieuw uitvinden‘Het is de opdracht van de bibliotheek om op tal van manieren producten en diensten te ontwikkelen die inspelen op situaties van ongelijkheid of drempels’, schrijven de medewerkers van Bibnet in een recent artikel.Ga naar eindnoot25 Bibnet is de organisatie die in Vlaanderen de digitale bibliotheek ontwikkelt. Dat is duidelijk: zolang er ongelijkheid is in de toegang tot informatie en zolang daar drempels zijn, blijven bibliotheken nodig. Die belemmeringen zullen er blijven. Ze zullen financieel zijn, juridisch of te maken hebben met vaardigheden en competenties. Ze aanpakken kan alleen maar als bibliotheken de nodige flexibiliteit aan de dag kunnen leggen en als een netwerk kunnen functioneren. Hoe de bibliotheken er zullen uitzien na 2019 is moeilijk te voorspellen, maar dat ze er nog zullen zijn, staat boven twijfel. Want daar waar bibliotheken verdwijnen, worden ze opnieuw uitgevonden.Ga naar eindnoot26 |
|