Ons Erfdeel. Jaargang 54
(2011)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |||||
Meer Engels
| |||||
[pagina 15]
| |||||
jozef t. devreese | |||||
Bestaand decreetHet Vlaams decreet van 4 april 2003 bepaalt: ‘de onderwijstaal in hogescholen en universiteiten is het Nederlands’, en geeft aan in welke mate en voor welke opleidingsonderdelen, in de bachelor- en masteropleidingen, een andere taal kan worden gebruikt. Over een aantal algemene doelstellingen van het taalbeleid voor het universitair en het hoger onderwijs bestaat een ruime consensus. Zo is het van belang een evenwicht te realiseren tussen het gebruik van het Nederlands en van vreemde talen (met name het Engels) als onderwijstaal. Ook moeten de studenten optimaal internationaal ervaring opdoen, mede afhankelijk van de doelstelling van hun studie. Ten slotte moet een maximale internationale uitstraling van onze universiteiten en laboratoria worden bevorderd. Wanneer het over de modaliteiten gaat om deze doelstellingen te realiseren, lopen de meningen echter uiteen. Mijn standpuntGa naar eind3, dat onder andere het Verbond der Vlaamse Academici (VVA) mee onderschrijft, is: ‘Het decreet van 4 april 2003 over het taalgebruik in het universitair en hoger onderwijs biedt ruimte voor een evenwicht waarbij aan de eigen landstaal onverminderd de plaats wordt verzekerd die haar toekomt, terwijl eveneens ruimte wordt geschapen voor deelcurricula in vreemde talen, veelal het Engels, zowel voor onze eigen studenten als voor gaststudenten.’ | |||||
[pagina 16]
| |||||
Voorgestelde versoepelingIn een motie van 19 juli 2010 vraagt het Vlaams Parlement de Vlaamse regering om de decretale basis te verschaffen voor de implementatie van de aanbevelingen van de adhoccommissie Hoger Onderwijs die een ‘versoepeling’ van de taalregeling inhouden. De Vlaamse regering heeft ondertussen verklaard die aanbevelingen te willen uitvoeren, waardoor op bachelor- en op masterniveau meer cursussen in een vreemde taal (meestal het Engels) zouden kunnen worden gedoceerd. De precieze aanbevelingen over de taalregeling van de commissie (juni 2010) zijn:
Mijns inziens is het niet opportuun deze tweede doelstelling in praktijk te brengen, omdat ze de mogelijkheid schept tot vrijwel volledige verengelsing van de masteropleidingen, zoals dat hoe langer hoe meer het geval is in Nederland (Wageningen, Utrecht, Maastricht...), en zeker als ze voorbijgaat aan de bedoeling van de vroegere decreetgever dat het gaat om opleidingen speciaal ingericht voor buitenlandse studenten. De voorstanders van deze aanbevelingen menen daarentegen dat in Vlaanderen geen verregaande verengelsing van de masteropleidingen zal volgen op de goedkeuring van het voorgestelde ‘versoepelingsdecreet’. Een diepgaande confrontatie van deze twee standpunten, zoals die geïnitieerd werd tijdens de hoorzitting in het Vlaams Parlement (5 mei 2010), is tot nu toe achterwege gebleven. | |||||
Betere optie: specialisatieEen veel gehoord argument voor verdere verengelsing van de onderwijstaal is: Engelstalig onderwijs is nodig om buitenlandse topstudenten aan te trekken en onze internationale uitstraling te vergroten. Tot voor kort trokken we buitenlandse studenten en vorsers aan door geselecteerde specialisatie-opleidingen in het Engels aan te bieden, met een apart getuigschrift en gesteund door excellentiepolen in het wetenschappelijke onderzoek. Dat waren de eenjarige Manama-opleidingen (master-na-master). Via wetenschappelijke samenwerkingsverbanden leidde dit tot een levendige internationale uitwisseling van studenten. Voorbeelden daarvan zijn: het getuigschrift electron microscopy of de opleiding nanophysics aan de Universiteit Antwerpen. De getuigschriften | |||||
[pagina 17]
| |||||
van die opleidingen waren niet gelijkgesteld aan, maar op een hoger niveau dan een masterdiploma. Deze opleidingen zijn recentelijk echter ‘ingedaald’ in de Nederlandstalige masteropleidingen, in een poging een en ander te ‘rationaliseren’. Zo ontstaat een spanningsveld omdat studenten die het Nederlands niet machtig zijn, zullen afhaken. Dat laatste was een van de gebruikte argumenten om de Nederlandstalige masteropleidingen te verengelsen en het taaldecreet aan te passen. Toch bestaat er een vruchtbaar alternatief: laat de buitenlandse studenten, alvorens ze hier de masteropleiding mogen aanvatten, een intense (en uitmuntende) taalcursus volgen die hen alvast passieve kennis van het Nederlands laat verwerven. Deze aanpak werd voor het Duits, onder andere aan de Technische Universität Berlin, met succes ingevoerd. | |||||
Lingua franca?Nog een veelgehoord argument voor verdere verengelsing in het hoger onderwijs is: het Engels is de taal van de wetenschap. Deze stelling is fout. Veeleer geldt: wiskunde is de taal van de wetenschap. Een nieuwe taal leer je toch het best door uit te gaan van je eigen moedertaal? Franse grammatica studeren we ook niet in het Engels. Onze studenten komen nu al, binnen het decreet van 2003, evenwichtig in contact met vreemde talen, vooral met het Engels. Al in het secundair onderwijs leerden ze trouwens heel wat Engels. Tijdens de bachelor- en de masterstudie verloopt de basisopleiding in het Nederlands, met een zinvol aantal lessen in het Engels. De studenten volgen, vooral vanaf de masteropleiding, seminaries in het Engels en zij gebruiken, afhankelijk van de discipline, ook anderstalige handboeken. Doctorandi, de relevantste deelgroep voor internationalisering in sommige studierichtingen, komen via werkbesprekingen in het laboratorium, via seminaries, internationale symposia... ruim in contact met het Engels. Het blijkt dat de Vlaamse afgestudeerden op internationale congressen, na de alumni van Cambridge, Oxford... de lingua franca van vandaag nu al het best beheersen. Het bovenstaande illustreert opnieuw hoe het evenwicht Nederlands-Engels voor onze studenten kan worden bereikt binnen het decreet van 2003. De masteropleiding is trouwens niet echt de ideale omgeving ter bevordering van onze internationale uitstraling. Dat niveau legt de lat niet voldoende hoog voor het aantrekken van de betere buitenlandse studenten op basis van de excellentie van onze laboratoria en onderzoekers, en evenmin voor de uitwisseling met buitenlandse vooraanstaande onderzoekscentra. In de praktijk zien we op het masterniveau buitenlandse studenten met soms relatief beperkte capaciteiten die toch een masterdiploma behalen. Zij kennen meestal weinig of geen Nederlands. Een veel beter geschikt niveau voor internationalisering ligt dan inderdaad hoger: het inrichten van internationaal toegankelijke doctorale scholen geassocieerd aan excellentiecentra van onze universiteiten. De lat ligt dan eveneens hoger voor buitenlandse studenten die willen | |||||
[pagina 18]
| |||||
studeren aan onze universiteiten. Wat ik hier voorstel, is trouwens wat in landen als Duitsland en Frankrijk met succes in praktijk wordt gebracht. Naarmate in de masteropleidingen minder in het Nederlands wordt gedoceerd, zal het Nederlands zich gaandeweg ook minder lenen als taal voor handboeken en lessen in het secundair onderwijs, wat een verschraling betekent voor onze taal. | |||||
VerarmingEen van de officiële doelstellingen van de uitwisselingprogramma's van de Europese Unie, zoals Erasmus, is dat de studenten de cultuur en de taal van het land waar ze gaan studeren, leren kennen. Wat de taal betreft, komt daar niet altijd veel van terecht, al zijn er uitzonderingen. Wat we zien, is groeiende verengelsing van het onderwijsaanbod in plaats van de culturele rijkdom van een mozaïek aan talen en culturen. Met de verengelsing ontstaat uniformisering. Douwe DraaismaGa naar eind4 drukt het zo uit: ‘Je kunt reizen wat je wilt, maar als alle universiteiten in het Engels doceren dan gaat het overal op elkaar lijken.’ Bach-cantates in het Duits, songs van Purcell in het Engels, oude Italiaanse aria's van Vivaldi: dat is de rijkdom van een veeltalig cultuurpalet. Een uitvoering van de Matthäus-Passion in Engelse vertaling betekent, mild uitgedrukt, een aanzienlijke verarming. Analoog gaan zeer veel essentiële nuances verloren bij niet-Engelstalige docenten die les geven in de lingua franca. Ook de wiskundige scheppingen van geleerden uit verschillende culturen zijn dikwijls typisch: vergelijk de elegantie en lichtvoetigheid van de wiskundige formulering bij Lagrange met de Gründlichkeit van een theoretisch bouwwerk bij Gausz of Euler. Culturele en artistieke verscheidenheid aan stijlen is bijzonder verrijkend. De verengelsing van het universitair onderwijs leidt ook tot het verder doordrukken van het Angelsaksische maatschappijmodel, onder andere tot de heilloze duale maatschappij en tot de ‘gecommercialiseerde universiteit’, die te verwerpen is. De verdere verengelsing van het hoger onderwijs is voorts ongunstig voor de sociaal zwakkeren, onder wie de allochtonen. | |||||
De Nederlandse knievalIn het universitair onderwijs in Nederland is de slinger al te ver in de richting van de verengelsing doorgeslagen. Masteropleidingen worden in Nederland vrij algemeen in promotiestijl als Engelstalig aangekondigd. Het college van bestuur van de Universiteit Maastricht vergadert zelfs in het EngelsGa naar eind5: le ridicule tue. ‘Maastricht University’ prijst zichzelf op zijn webstek als volgt aan: ‘Veel van het onderwijs vindt in het Engels plaats, het merendeel van de opleidingen wordt zelfs volledig in het Engels gegeven.’ Daaruit blijkt een groot onbegrip voor de eigen missie. Toch gaan ook bij onze noorderburen stilaan stemmen op om Nederlands als onderwijstaal meer centraal te stellen. | |||||
[pagina 19]
| |||||
Dat de Europese Unie de verscheidenheid aan talen en culturen in Europa officieel als een waardevol goed erkent, is daarbij een van de referentiepunten. Alfred Pijpers van het Nederlands Instituut voor Internationale Relaties merkt op: ‘De Nederlandse knieval voor het Engels is vrijwillig en wordt elders in Europa niet nagevolgd, althans niet in dezelfde mate.’Ga naar eind6 Dat een aantal afdelingen van Nederlandse universiteiten grote internationale aantrekkingskracht uitoefenen, is ook helemaal niet te danken aan het feit dat zij colleges aanbieden in het Engels. Hun succes is gestoeld op de uitzonderlijke wetenschappelijke excellentie van een aantal van hun professoren, onderzoekers en laboratoria. In de wetenschappen, economie en geneeskunde kan Nederland bijvoorbeeld bogen op zeventien Nobelprijzen. Het dringt ook hoe langer hoe meer door, zoals uit een rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie blijkt, dat ‘de kwaliteit van het onderwijs 30 procent daalt als Nederlandse docenten in het Engels les geven’. | |||||
ExcellentieHet decreet van 2003 realiseert een redelijk evenwicht tussen het Nederlands en vreemde talen (vooral het Engels) als onderwijstaal in het hoger onderwijs. Het ‘versoepelen’ van de regeling voorzien in dat decreet is schadelijk voor het Nederlands als cultuurtaal. De enige manier om onze universiteiten grotere internationale uitstraling te bezorgen is het versterken van de excellentie van het wetenschappelijke onderzoek.Ga naar eind7 |
|