Ons Erfdeel. Jaargang 52
(2009)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Architectuur tussen kunst en luchthaven
| |
[pagina 39]
| |
dieter de clercqteamverband aan verscheidene projecten UNStudio, model voor het Mercedes-Benz Museum, Stuttgart, Foto copyright UNStudio
werken. De toegenomen complexiteit van architectonische projecten, buitenlandse bouw- en wetgevingscondities, alternatieve ontwerptechnieken en innovatieve productiemethoden heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe werkstrategieën. Het ontwerpproces is dynamisch, zonder hiërarchie en wordt voortdurend uitgedaagd door technologische ontwikkelingen. UNStudio is in de loop der jaren steeds meer gebruik gaan maken van de mogelijkheden van de digitale technologie. Hans Ibelings schrijft daarover in het boek Hedendaagse architecten in Nederland en Vlaanderen: ‘De nieuwe architectuur van het bureau is een amalgaam, waarin programma van eisen, constructie, infrastructuur, circulatie, vorm en ruimte naadloos in elkaar opgaan. [...] Ruimtelijke modellen en diagrammen vormen voor Van Berkel en zijn medewerkers niet een wetenschappelijke basis, maar inspiratiebronnen voor een architectuur met een andere ruimtelijkheid dan tot nu toe gebruikelijk was.’ | |
[pagina 40]
| |
DiagramHet werk van UNStudio is buitengewoon veelzijdig; het loopt van ontwerpen voor meubels, interieurs en gebouwen tot stedenbouwkundige plannen en grote infrastructurele projecten. De ontwerpen van UNStudio kenmerken zich door gestroomlijnde, gekromde vormen, scherpe hoeken en hellende vlakken. De architectuur golft, knikt en plooit zich op allerlei manieren. Maar hoe fraai, buitensporig of complex de ontwerpen van Van Berkel en Bos ook mogen zijn, om ze daadwerkelijk te begrijpen is het belangrijk te beseffen dat de gebouwde objecten slechts momenten zijn binnen een ruimere, steeds veranderende context. Ze komen immers voort uit en voegen zich in in een nieuwe beeldvorming van de stad en een aangepaste opvatting van de rol van de architect in het bouwproces. De stad is voor Van Berkel en Bos een dynamisch krachtenveld, waarin tal van partijen een invloed uitoefenen op het ontwerp. Het is voor hen zaak om in het bouwproces alle opvattingen - van vastgoedmakelaar tot constructeur en aannemer - serieus te nemen en die zo vroeg mogelijk in het ontwerp te betrekken. Al deze invloeden zijn wat Van Berkel en Bos de ‘mobile forces’ noemen. Zij maken uiteindelijk, als ze met elkaar tot synthese worden gebracht, het ontwerp. De architectuur van UNStudio is het resultaat van een ontwerpstrategie die de input van verschillende disciplines aanmoedigt en werkt met ‘design models’ - een reeks principes of leidmotieven, die helpen om de juiste parameters te selecteren en te implementeren en die tevens overdraagbaar zijn van het ene project naar het andere. Van Berkel en Bos proberen alle gegevens met betrekking tot een project te verzamelen, waarna deze door de computer tot een synthese worden gebracht in de vorm van een diagram dat het ontwerp ordent en genereert. De manier waarop Van Berkel en Bos de verschillende aspecten van een ontwerp bij elkaar brengen, is in de loop van de tijd weliswaar veranderd, maar er is steeds eenUNStudio, Mobiushuis, 't Goot Nederland 1993-1998. Foto Christian Richters
moment aan te wijzen waarop de synthese van een project kernachtig in een diagram wordt uitgedrukt. Zo is het diagram dat aan de basis ligt van het zogenaamde Möbiushuis in het Gooi (1993-1998) vanzelfsprekend de Möbiusring. De Möbiusring structureert niet alleen de organisatie van dit huis als een zich uitstrekkende circulatie zonder begin of einde, maar organiseert ook de | |
[pagina 41]
| |
UNStudio, Mercedes-Benz Museum, Stuttgart, Duitsland, 2006. Het museum is het witte gebouw centraal op de foto, Foto Christian Richters
cyclus van slapen, wonen en werken. Met de Möbiusring wordt een 24-urige cyclus van wonen en werken in het interieur aangebracht, door het programma in het huis aan tijd te koppelen. De bewoners van het huis - man en vrouw en twee kinderen - leven op bepaalde momenten van de dag gescheiden van elkaar, hebben elk hun eigen privacy, terwijl ze op andere momenten weer samenkomen. Het diagram van de gedraaide achtvorm is ook bepalend geweest voor het materiaalgebruik en de ruimtelijke aaneenschakeling van binnen- en buitenwanden. Zoals bij een Möbiusring binnen buiten wordt en andersom, zo lopen gevels over in binnenwanden en verwisselen glas en beton bij iedere richtingverandering van plaats: glazen scheidingswanden komen naar buiten terwijl de betonnen constructie in het interieur de vorm aanneemt van meubilair, als tafels en stoelen. De schitterende natuurlijke omgeving was eveneens een belangrijk uitgangspunt in het ontwerp. De ruimtelijke vorm van de Möbiusring, met zijn gerekte contouren, maakt het mogelijk de verschillende aspecten van het bijzonder gevarieerde omliggende landschap in het huis te betrekken. In het uitkragende deel van het huis wordt de blik bijvoorbeeld op een driehoekige uitloper van het privéterrein gericht, terwijl deze zich aan het andere einde over de uitgestrekte weiden en binnengebied kan laten gaan, De uitgestrekte vorm van de villa geeft de indruk dat je van binnen uit een wandeling door het landschap maakt. | |
[pagina 42]
| |
Een brug als een kathedraalIn Van Berkels recentere projecten wordt de computer steeds vroeger in het ontwerpproces ingeschakeld. De eerste ervaringen met mathematische ontwerpmodellen deed Van Berkel op bij het uitwerken van de Erasmusbrug in Rotterdam (1990-1996), waarmee hij internationale faam en opdrachten kreeg. De computer maakte het mogelijk om zowel met constructeurs als met aannemers te communiceren op basis van dezelfde informatie en toch de complexiteit van het project in de hand te houden. De brug is een voorbeeld van de geïntegreerde ontwerpbenadering, waarbij het ontwerp voortdurend bijgestuurd en verfijnd wordt. Met haar ongewone, asymmetrische vorm en haar hoogte van 139 meter vormt de brug een eigenzinnige sculptuur die vanuit verschillende gezichtspunten een geheel eigen karakter heeft. De brug tussen het centrum en de Kop van Zuid is sinds de opening in 1996 uitgegroeid tot een van de belangrijkste nieuwe symbolen van Rotterdam. De brug vormt zowel een fysieke als symbolische verbinding tussen Noord- en Zuid-Rotterdam. Ze kondigt van verre het hoge ambitieniveau van de Kop van Zuid aan en is van grote invloed geweest op het investeringsklimaat in de nieuwe wijk. Binnen de stad Rotterdam vormt de pyloon van de Erasmusbrug een nieuw oriëntatiepunt. De brug staat centraal in de stedelijke structuur, op de kruising van twee belangrijke structuurlijnen: de stroom van de rivier en haaks hierop de ruimtelijke verbindingsas tussen de belangrijkste ontwikkelingsgebieden van Rotterdam. De asymmetrische spreiding van de tuien, de karakteristieke beugelvorm van de geknikte pyloon en de driedimensionaliteit van de constructie, verbeelden wat Van Berkel de veelheid aan publieke, stedenbouwkundige en politieke overwegingen noemt die ten grondslag liggen aan het ontwerp. De nachtelijke verlichting reduceert de brug tot haar inmiddels welbekende silhouet. Door de pyloon van binnenuit aan te lichten ontstaat een verticaal georiënteerde binnenruimte, die als een kathedraal omhoog rijst tussen de gebundelde kabels.
Anders dan bij vele architecten van dezelfde generatie, is er bij UNStudio geen behoefte om dogmatisch vast te houden aan een idioom of theorie. Hoewel Van Berkel en Bos hun opvattingen over architectuur uitvoerig verwoord hebben in diverse artikelen en boeken, zijn het vooral de gebouwen zelf die hun ideeën - vaak letterlijk - ontvouwen en ontwikkelen. Ze genereren nieuwe organisatievormen en roepen contrasterende interpretaties op, waardoor ons begrip ervan vergroot. UNStudio maakt ervaringsarchitectuur, ‘architectuur tussen kunst en luchthaven’ zoals Van Berkel en Bos het zelf uitdrukken. Het netwerk van luchthavens zien ze als een hypergecondenseerde stad waarbij fictie en werkelijkheid constant met elkaar in botsing zijn, als een hectische en vluchtige wereld waar commercie de boventoon voert, en waar emoties als angst, geluk en verdriet op een extreme manier worden ervaren. Aan de andere kant | |
[pagina 43]
| |
UNStudio, Erasmusbrug, Rotterdam, Nederland, 1990-1996 Voorbereidende tekening, Foto copyright UNStudio
van het spectrum bevindt zich de kunst, die geassocieerd wordt met zuiverheid, bezinning en reflectie. Het is in dit spanningsveld tussen het sublieme en het alledaagse dat de ervaringsarchitectuur van UNStudio zich voor de toeschouwer, gebruiker of bewoner ontvouwt. Deze benadering komt goed tot uiting in recente werken als het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart. De organisatiestructuur van dit uiterst complexe gebouw is gebaseerd op een voortdurende verandering in oriëntatie van de bezoeker en de dynamische uitwisseling tussen binnen- en buitenkant. De vorm van het gebouw is die van twee in elkaar grijpende spiralen en beantwoordt aan de op de auto gerichte context van het museum. Het idee van het ontwerp komt uit de wegenbouw, waarbij de architecten in dit geval geïnspireerd werden door de lobben van het klaverblad van de vlakbij gelegen kruising van snelwegen. De ‘twist’ die rond het atrium cirkelt en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor een geleidelijke overgang, waardoor de verschillende vlakken samensmelten. De overgang naar de verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te definiëren; door de vele rondingen is er amper een onderscheid tussen verticale muren en horizontale vloeren. De lijnen zijn oneindig, lopen weg of gaan op in vlakken; dode punten bestaan eenvoudigweg niet. Het gebouw is een ultieme symbiose van vorm en functie, waarbij de organisatie van het gebouw en het tentoongestelde met elkaar versmelten. | |
[pagina 44]
| |
Kantoren en luxeappartementenZowel in het kantoorgebouw ‘La Défense’ in Almere (1999-2004) als bij de renovatie van het warenhuis Galleria in Seoul (2003-2004) experimenteerde UNStudio met een wisselende kleurbehandeling van de gevel. La Défense telt 23.000 vierkante meter kantoorruimte, verdeeld over drie tot zes verdiepingen, in een overgangsgebied tussen woningen en kantoren, binnen een stedenbouwkundig plan van Rem Koolhaas' Office for Metropolitan Architecture (OMA). De sobere buitenkant van het complex contrasteert met de kleurrijke binnenkant van de gevels rondom de binnentuinen of patio's. Deze façade is opgebouwd uit glazen panelen waarin een continu van kleur veranderende folie is verwerkt, eigenlijk een ‘mislukte’ en nog nooit eerder toegepaste folie van het bedrijf 3M. Afhankelijk van de tijd van de dag en de stand van de zon verandert de binnenruimte van kleur. Een soortgelijke folie werd toegepast in de nieuwe gevel voor een grootwarenhuis in Seoul; bestaande uit 4.330 matglazen schijven op een metalen structuur, die voor de bestaande betongevel werd geplaatst. Maar waar in Almere de kleurschakeringen intens en fel zijn, is het effect in Seoul overdag gedempt. Na zonsondergang maken de pastel- en parelmoertinten echter plaats voor dieppaarse, blauwe en roze kleurwolken die over de gevel jagen, dankzij een speciaal lichtontwerp. De schijven worden daarbij van achteren aangelicht met LED-verlichting en gestuurd door een computerprogramma, dat de veranderingen in het weer van de afgelopen dag heeft geregistreerd en in de nacht projecteert.
UNStudio is op dit moment een van de meest toonaangevende architectenbureaus in Nederland en spreidt zijn vleugels steeds meer uit naar het buitenland. Door hun bijzonder eigenzinnige vormentaal krijgen de gebouwen van UNStudio een extra waarde, hoewel de verschillende betekenislagen voor de toeschouwer niet altijd even duidelijk zijn. Want misschien leggen alle teksten, beelden, concepten en diagrammen van Van Berkel en Bos wel een manco bloot: ze mystificeren of compliceren soms nodeloos het werk, dat evenzeer geapprecieerd kan worden vanwege het sculpturale en tactiele karakter ervan. Dat geldt ook voor het ontwerp van UNStudio voor het luxeappartementencomplex Five Franklin Place in de populaire New Yorkse wijk TriBeCa. Van Berkel heeft voor deze eenentwintig verdiepingen tellende toren zware metalen banden als ornamenten bedacht die verdunnen, verdikken en verdraaien op een schijnbaar willekeurige manier. Van een afstand zal het lijken alsof het gebouw is omwikkeld met een glanzend satijnen lint; klaar om uitgepakt te worden. In werkelijkheid fungeren de banden, bij hun rondgang om het gebouw, afwisselend als de reling van een balkon, als omlijsting van een panoramisch uitzicht en als zonnewering. Het gebouw bestaat uit drie verschillende appartementenlagen die zich onderscheiden in grootte en licht. De lager gelegen ruimtes die nog tussen de huizen vallen, zijn opgevat als loft- | |
[pagina 45]
| |
UNStudio, Five Franklin Place, New York, Verenigde Staten Simulatie van de voorgevel Verwachte opleveringsdatum eind 2009. Foto copyright UNStudio Simulatie Archpartners 2009
residenties met dubbele verdiepingshoogte, zodat het natuurlijk licht optimaal wordt gebruikt. De hogere appartementen of ‘stadsresidenties’ die boven de huizen uitsteken, hebben een diepere kleur en een andere textuur. De drie verdiepingen tellende penthouses beschikken - naast een schitterend uitzicht en ruime terrassen met jacuzzi - over een open haard, een private lift en een buitenkeuken. Van een kredietcrisis is in het hoogste segment van de woningmarkt van New York City blijkbaar nog weinig te merken. Zie www unstudio com |
|