Ons Erfdeel. Jaargang 51
(2008)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| ||||||||||||||
De pen, een bevende kompasnaald
| ||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||
mark cloostermans terug naar zijn taxibewoners. Intussen vertelt hij tal van secundaire verhalen: over de ouders van Lamarat, over zijn geboorte, over de taxichauffeur, over de streek in het algemeen, over het leven van een Marokkaans gezin in Rotterdam, enzovoort. Die verhalen spiegelen elkaar of gaan zonder waarschuwing in elkaar over. Op het laatste hoofdstuk na, waarin de versmade bruid wraak neemt, kun je alle hoofdstukken in willekeurige volgorde lezen; het maakt de roman niet moeilijker leesbaar dan als je netjes vooraan begint - op bladzijde 5 staat al een cryptische verwijzing naar tuinstoelen, die pas op bladzijde 63, in het hoofdstuk ‘Tuinstoelen in de uitverkoop’, verklaard zal worden. Benali weigert de lezer bovendien het ankerpunt van één verteller: soms is er een alwetende verteller aan het woord, maar even vaak nodigt de schrijver de lezer uit om in het hoofd van een personage te kruipen. Dat doet hij met complexloze zinnetjes als: ‘Vader, die wij nu even zijn, rekende vliegensvlug uit...’Ga naar eindnoot2 Bruiloft aan zee was geschreven als een afwijzing van alles wat het publiek (volgens Benali) verwachtte. Hij noemde het ‘een heel sarcastisch boek’ en ‘een lange neus naar het Nederlandse publiek, dat van iemand die van zuidelijker dan Parijs komt alleen maar verhalen verwacht à la Tahar Ben Jelloun: heel suggestieve verhalen over concrete zaken, maar met magische woorden die verwijzen naar Duizend-en-een-nacht [...]. Die negentiende-eeuwse, romantische opvatting van de Oriënt.’Ga naar eindnoot3 Benali verwoordt in de roman zowel kritiek op de eerste generatie migranten, zoals Lamarats vader (die ‘een broertje in bescherming had genomen om hem een avond lang te kunnen bekleden met alle parafernalia van het machismo’Ga naar eindnoot4) als op de tweede, verbeeld door Lamarat zelf, die gaat zwijmelen bij de idee dat hij ook een leven van zon en dobbelspel had | ||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||
kunnen leiden, als zijn ouders niet zo onnozel waren geweest om van de regen te gaan proeven in Nederland. Lamarat cultiveert nostalgie naar een leven dat hij nooit geleid heeft en dat hem objectief ook helemaal niet aanspreekt. | ||||||||||||||
Dip en remonteBenali, in gesprek met Arjan Peters: ‘Eenentwintig was ik en student geschiedenis in Leiden, toen mijn debuutroman [...] werd genomineerd voor de Libris Prijs 1997. Ik woonde in een kamertje waar één persoon en een kat in pasten. Door het dolle heen was ik, toen mij op de avond van de prijsuitreiking een tafel werd toegewezen naast arrivés als A.F.Th. van der Heijden, Hugo Claus en Margriet de Moor.’Ga naar eindnoot5 Met dergelijke concurrentie kón Bruiloft aan zee niet winnen - de prijs ging dat jaar naar De geruchten van Claus - maar in 2003 was het wel raak: toen kreeg Benali de Libris voor zijn langverwachte tweede roman De langverwachte. Een herkansing, omdat Bruiloft aan zee naast de prijs greep? Het lijkt er wel op, want De langverwachte is een overdadige herhalingsoefening, een aangedikte kopie van Benali's eerste. Merkwaardig genoeg trapte Benali dit keer wél in de val van het exotisme à la Ben Jelloun: het sarcasme moet het afleggen voor een oeverloze familiegeschiedenis vol sprookjes, couleur locale en exotisme. Crux van de roman is de verteller: een kind, of beter gezegd: een foetus, want de roman begint enkele ogenblikken voor de bevalling. Het idee daarvoor zat al in Bruiloft aan zee, waarin gesuggereerd wordt dat kinderen nog voor de geboorte een reservoir aan verhalen meekrijgen: ‘Doordat de zwangere vrouwen in de streek de fijne macht der gewoonte hadden om steeds maar weer met elkaar in conclaaf te gaan bij de bron, om te praten, [...] was er mogelijk ook een beetje van het georeer samen met de geluiden van het ruisen van het bronwater zelfs tot in de spelonken van de zwangere moederbuiken doorgesijpeld.’Ga naar eindnoot6 Vanuit de moederbuik wordt de lezer van De langverwachte decennia terug in het verleden geslingerd, naar Marokko, voor een meticuleus verslag van de liefde tussen de grootvader en grootmoeder van het kind, over hun ouders, over pleegvader Omar Omar, enzovoort. De langverwachte lijkt mij, ondanks zijn bekroning en zijn dertien drukken tussen 2002 en 2006, te veel een cliché van allochtonenliteratuur. Dit genre brengt proza voort over leven tussen twee culturen, over de moeilijke communicatie tussen de eerste en de tweede generatie, over het melancholische verlangen naar een vaderland waar men nooit zelf gewoond heeft, dit alles omgeroerd met nutteloze, sprookjesachtige zijsprongen. Benali zelf uitte bedekte kritiek op De langverwachte in het brievenboek Wie kan het paradijs weerstaanGa naar eindnoot7 en in een interview: ‘De expressiviteit werd me wat te veel. Op een gegeven moment wou ik alleen nog maar een verhaal vertellen, heel simpel. Ik denk dat ik nu de overdaad overwonnen heb, dat ik het exces als stijl kan inzetten en het ook weer kan loslaten als ik wil. Overdaad is belangrijk. Daaruit komen verhalen voort.’Ga naar eindnoot8 | ||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||
Abdelkader Benali (o1975), Foto David Samyn.
De eerste stap in het overwinnen van de overdaad was Laat het morgen mooi weer zijn, de eerste roman die Benali publiceerde bij zijn nieuwe uitgever, De Arbeiderspers. Weg is de alle richtingen opstuiterende vertelling, weg zijn de lange zinnen en de opgewonden verteltoon: Laat het morgen mooi weer zijn is een opmerkelijk rustige vertelling, over een ‘authenticiteitsheler’ die besluit zijn eigenaardige praktijk te sluiten en zijn naam uit de Gouden Gids te laten verwijderen. Malik Ben heeft zelf nog wat onverwerkt verleden op de plank liggen. Benali geeft hem ouders en een eerste liefde, maar hun geschiedenissen woekeren niet meer, zoals in de vorige romans. Bovendien is de thematiek verbreed: de roman behandelt niet de problemen van migranten, maar hun ethiek, het verraad dat ze moeten plegen aan hun geliefden om een eigen leven te verwerven. Maar ook hun idealen en relatie met woorden gaat eraan, moet eraan. Als Melissa Ben, Mahks moeder, de woorden gerechtigheid, vrede en waarheid in de mond neemt, gaat haar man haar bijna te lijf: ‘Ik wil die woorden niet meer horen. Ze zitten me tot hier. Die woorden hebben ons gemarteld. Woorden zijn onoverwinnelijk. Ze veranderen nooit. Mensen veranderen wel. Een heel volk is klakkeloos achter een handvol van die woorden aan gehold en kijk wat ervan terecht is gekomen. Corruptie, gekonkel, verklikkerij en leugens bij de vleet.’Ga naar eindnoot9 Tegelijk wrikt de roman zich los uit de slachtofferfixatie van veel allochtonenliteratuur: Benali herwint het sarcasme uit zijn debuut. Als je vooruit wilt in het leven, heb je meer aan een vlot vol oplichters, dan aan een schip met principes in de vlag - dat is de bottomline van het boek. | ||||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||||
De hardlopendeBenali's oeuvre tot op heden is veel breder dan je zou vermoeden. Naast vier romans (Bruiloft aan zee, De langverwachte, Laat het morgen mooi weer zijn en Feldman en ik) verschenen ook nog drie toneelstukken (De ongelukkige, Jasser en Onrein), de vanalles-en-nog-wat-bundel Berichten uit Maanzaad Stad, twee dichtbundels (Gedichten voor de zomer en Panacee), een briefwisseling met Michaël Zeeman (Wie kan het paradijs weerstaan, even inspirerend als hilarisch, met veel roddels), een boek over hardlopen (Marathonloper) en enkele gelegenheidsuitgaven. Zo schreef Benali een hommage aan Harry Mulisch (De eeuwigheidskunstenaar), een exclusieve novelle voor de Libris-boekhandels (De Malamud-roman), nog een novelle, dit keer uitgegeven door de stad Rotterdam (De Argentijn) en het oorlogsdagboek Berichten uit een belegerde stad. Abdelkader Benali vanuit Beiroet. Het vermelden waard zijn ook de prozabijdragen die Benali leverde aan het boek Marokko door Nederlandse ogen van Herman Obdeijn en Het fotoalbum van mijn vader, het radioboek dat Benali schreef voor het Vlaams-Nederlands Huis de Buren. Is dit een exhaustieve lijst? Ik durf er geen geld op te verwedden. Op de kaft van Marathonloper staat te lezen: ‘Benali traint minstens vier keer per week en schrijft iedere dag.’ Dat laatste is te merken aan zijn productie. Benali lijkt met een groot gemak te schrijven en hij grijpt gelegenheden om nieuwe genres uit te proberen, met beide handen aan. De resultaten zijn wisselend van kwaliteit. Als schrijver van toneelmonologen heeft Benali een aantal intrigerende teksten afgeleverd. Hij weet perfect hoe hij een spannende situatie moet scheppen en de beperkingen van de theatercontext houden zijn taal bondig. Uitschieter in dit genre is zeker Jasser, waarin Benali een Arabisch acteur opvoert die gespecialiseerd is in het vertolken van het Shakespearepersonage Shylock. De man hoopt dat zijn moeder het nooit te weten komt: acteur én dan nog in de rol van een jood. Bovendien wil Jasser (zo heet de acteur) graag de rol van Jasser Arafat spelen, ook al een figuur met wie hij een haat-liefde-relatie onderhoudt. Als dichter heeft Benali nog geen hoge ogen gegooid en ook zijn werk op de korte baan (de verhalenbundel Berichten uit Maanzaad Stad, het radioboek Het fotoalbum van mijn vader, het kortverhaal Ze had zich bedrogen gevoeld in de bundel 25 onder de 35) is slechts matig interessant. Benali lijkt toch altijd ruimte nodig te hebben: zijn dichtbundel Panacee noemt hij zelf een ‘roman in verzen’, de gedichten zijn eindeloos, in stukjes geknipte zinnen, alsof de dichter niet het lef had eens goed te schrappen. Niettemin levert Benali er ook met zijn ‘zijdelingse productie’ geregeld bijzondere prestaties. Toen De Bezige Bij een aantal schrijvers aanzocht om een hommage te schrijven aan (het oeuvre van) Harry Mulisch, was Benali een van de weinige schrijvers die het klusje tot een goed einde brachten. Misschien omdat zowel Mulisch als Benali magisch-realistische elementen toelaten in hun werk, kon de laatste zich perfect inleven in het werk van de eerste. Verrassend geslaagd is ook Marathonloper, een boek dat | ||||||||||||||
[pagina 45]
| ||||||||||||||
verscheen bij Het Sporthuis, een imprint van De Arbeiderspers. Benali vertelt in het boek over zijn hardloopambities, die nog dateren van vóór zijn schrijfcarrière. Het boekje telt vierenveertig hoofdstukken, opgehangen aan de 42 kilometer van een marathon, plus twee voor start en finish. In elk hoofdstuk beschrijft Benali heel precies hoe hij zich voelt bij het lopen van de marathon, maar telkens dwaalt ook hij af naar zijn kindertijd. Marathonloper is als puur autobiografisch geschrift bepaald leerzaam, en tussen de regels door verklapt Benali ook heel wat over zijn schrijven. ‘Niets in mijn familie wees erop dat ik zou gaan hardlopen. Die gedachte maakte me enthousiast over wat er dus mogelijk is als je doet waarvan anderen zeggen dat je er niet toe voorbeschikt bent. Je tikt jezelf uit het ei, je ziet dat alle anderen kippen zijn, je ziet de zwaan bij het meertje en besluit over het water te vliegen. Iemand moet het proberen.’Ga naar eindnoot10 Gaat die passage alleen maar over hardlopen? En gaat de volgende zin alleen maar over wandeltempo, of is hij iets polemischer dan dat? ‘Migranten sjokken en schuifelen. Maar hollen? Ho maar.’Ga naar eindnoot11 | ||||||||||||||
Gezond de toekomst tegemoetUit het voorgaande valt te concluderen dat Benali een van die schrijvers is die niet inzien dat hun hoge tempo lezers eerder afstoot dan aanspoort. De schrijver exploreert zijn talent in alle richtingen, maar vindt te zelden een kritische uitgever op zijn pad. Bovendien is het zeer de vraag waar het met Benali's oeuvre heen moet. Laat het morgen mooi weer zijn was een soort tussentijdse balans, die een streep trok onder de voorgaande romans. Maar waar moet het nu heen? In januari 2004 schreef Benali in een brief aan Michaël Zeeman over zijn derde roman: ‘Soldaten van Salamis [...] is het boek dat op de een of andere gekke manier aanschurkt tegen waar ik nu mee bezig ben.’Ga naar eindnoot12 De lectuur van Soldaten van Salamis, een weinig opgemerkte roman van de Spaanse schrijver Javier Cercas, stelde mij echter voor een raadsel. In deze documentaire roman gaat een journalist op zoek naar de waarheid over een kleine anekdote, daterend uit de Spaanse burgeroorlog. Daarbij wordt hem vaak verweten dat hij op zoek is naar een held voor zijn verhaal: ‘Echte helden worden geboren in de oorlog en komen om in de oorlog. Levende helden bestaan niet, jongeman.’Ga naar eindnoot13 Dat heeft wel enig verband met Laat het morgen mooi weer zijn, maar tegelijk zijn er geen twee romans denkbaar die meer van elkaar verschillen. Geïntrigeerd mailde ik Benali over deze kwestie. Het antwoord luidde dat het boek waarvan sprake in zijn brief aan Zeeman, niet is Laat het morgen mooi weer zijn, maar een roman over een familiegeschiedenis die vooralsnog niet geschreven is. Dat roept opnieuw de vraag op: hoeveel boeken sluimeren er nog in Benali en wanneer zal hij daarvoor de juiste vorm vinden? | ||||||||||||||
[pagina 46]
| ||||||||||||||
Het zeer lauw onthaalde Feldman en ik was duidelijk een poging om nieuw terrein te veroveren. Het is zowaar sciencefiction: een dystopie in Houellebecq-stijl. Tenminste: dat is het gedurende een bladzijde of zestig. Daarna ontspoort de vertelling totaal en gaat het boek sterk lijken op W.F. Hermans' De God Denkbaar Denkbaar De God. De hoofdpersonages, Andes Miskin en zijn jeugdvriend Maxime Feldman, leven in een toekomstig Nederland, waar de medische wetenschap zo ver gevorderd is dat geen mens ooit nog ziek wordt. Als pubers hebben Miskin en Feldman elkaar gezworen dat ze uit die ‘onnatuurlijke’ staat van ziekteloosheid zullen breken. Als Miskin, jaren later, een brief van de uit het zicht verdwenen Feldman ontvangt, vermoedt hij dat een ziekte hem nu elk ogenblik in haar ban zal krijgen. Hier toont Benali zich weer helemaal de kwikzilveren schrijver van Bruiloft aan zee. Alleen springt hij nu niet voor- en achteruit in de tijd, maar brengt hij de lezer in een nooit eindigende verwarring over het waarheidsgehalte van wat er gebeurt. Wordt Feldman ziek door de brief of door zelfsuggestie? Hallucineert Miskin en zo ja, wanneer precies? Klopt het dat hij op een bepaald moment onzichtbaar wordt, of verbeeldt hij zich dat maar? Kan een vrouw sterven door anale seks? Is de pop uit zijn jeugdherinnering werkelijk de inzet van een complot, men in black inbegrepen? Is de naam Miskin een verbastering van ‘misschien’? Benali vindt een evenwicht tussen de concentrische vertelstijl van zijn eerste twee romans en de vrij rechttoe-rechtane opbouw van zijn derde. Opnieuw zit de lezer in een op hol geslagen kermismolen, terwijl de feiten in steeds onbegrijpelijker volgorde om hem heen draaien. Dat is des te opmerkelijker, omdat het verhaal netjes van a tot z verteld wordt: Benali verkent nieuwe mogelijkheden om chaos te regisseren. En tegelijk blijft hij bij zijn vertrouwde thema's. Miskin is opnieuw een eenling die smacht naar een verleden, dat hij nooit heeft beleefd en dat objectief gezien ook niet zo aantrekkelijk is, want gevuld met ziekte. De mysterieuze Feldman is het ene ogenblik een medestander, dan weer een te duchten tegenstander; precies zo wisselden bondgenoten in Laat het morgen mooi weer zijn in een oogwenk van kamp. Feldman en ik, Benali's minst gelezen roman tot op heden, is zeer de moeite waard, maar het is duidelijk een stapsteen in de ontwikkeling van een schrijver die het beste doet hopen voor de toekomst. Het cliché wil dat de migrant zich tussen twee culturen bevindt; voor Benali ligt dat anders. Hij bevindt zich tussen een zeer maatschappijkritische vertelintentie en een steeds wisselend en rijker wordend vormbesef. Het is alleen te hopen dat hij gauw het geschikte palet vindt voor zijn talent, zodat hij ons onszelf te drinken geeft, zoals de authenticiteitsheler: ‘Malik schepte er genoegen in zijn cliënten er geleidelijk toe te brengen zichzelf te drinken, zodat ze ontdekten wat voor smaak een ander aan hen overhield.’Ga naar eindnoot14 | ||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||
Literatuur
Benali's radioboek Het fotoalbum van mijn vader is te downloaden via deze link: http://natrium.openminds.be/Radioboek_053.mp3. Zie ook www.radioboeken.be. |
|