| |
| |
| |
Van Poppentje tot Jan Turpijn
Poppentheater in Nederland en Vlaanderen
Het is niet verwonderlijk dat het beroemde verhaal van de Italiaanse auteur Carlo Collodi (1826-1890) over de marionet Pinokkio de standaard geworden is aan de hand waarvan het wezen van het poppenspel telkens weer gedemonstreerd wordt. Een stuk hout dat mens wordt, levenloos materiaal dat een ziel krijgt dankzij de bemiddeling van een schepper en de verbeeldingskracht van de beschouwer: het is de essentie van een eeuwenoude theatervorm die kinderen en volwassenen tot op de dag van vandaag weet te boeien. Maar niet alleen de werking van deze mythische kracht, ook het universele karakter van het Pinokkio-verhaal, waarvan de inhoud immers wordt bepaald door de klassieke strijd tussen goed en kwaad, maakt dat men hier de rijkdom herkent die het (moderne) poppentheater te bieden heeft.
| |
Bezieling van de materie
Is Pinokkio ontsproten aan het brein van één denker, de herkomst van archetypische poppen als Jan Klaassen en Katrijn in de Lage Landen is gehuld in anonimiteit, al zal de oorsprong voor een deel gezocht moeten worden in de Italiaanse commedia dell' arte uit de veertiende eeuw. Zoals bekend gaat het hier in eerste instantie om handpoppen die zich bewegen binnen de geringe afmetingen van een kast en die - hoewel karikaturaal uitvergroot - duidelijk het karakter en de fysionomie van mensen hebben. In het poppentheater dat vandaag populair is in Nederland en Vlaanderen, is het wezen van de Pinokkio-mythe overeind gebleven, maar zijn de beperkingen van de traditionele handpop en de aan touwtjes bungelende marionet volledig overboord gegooid. Vormeloze stukken hout, rubber, plastic, lappen stof, pluche, canvas - er is
| |
| |
jos nijhof
werd geboren te Borne in 1952.
Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de R.U. Leiden. Is leraar Nederlands en docent drama in het voortgezet onderwijs. Publiceerde over Gerard Reve, A. Koolhaas en Gerrit Achterberg.
Schreef theaterkritieken in dag- en weekbladen en schrijft geregeld over theater in Ons Erfdeel, Septentrion en The Low Countries.
Adres: Berkenkade 14, NL-2351 NB Leiderdorp
weinig dat zich aan de bezieling weet te onttrekken. De kast is allang niet meer noodzakelijk om de poppenspeler voor het oog van de toeschouwer onzichtbaar te maken. Sterker nog, de bespeler probeert zijn virtuositeit juist te demonstreren door zijn levende aanwezigheid over te dragen op de dode materie of door als mens met die materie in dialoog te treden.
Een mooi voorbeeld is Fred Delfgaauw, de met prijzen en onderscheidingen overladen Nederlandse poppenspeler die de laatste jaren als eenling, in de concurrentie om de gunst van het publiek, de grote theatergezelschappen herhaaldelijk voorbij weet te streven. Veelzeggend is de titel van de voorstelling waarmee Delfgaauw in het seizoen 2005-2006 zijn vijfentwintigjarig jubileum als poppenspeler vierde: Minder is meer. In de twee boodschappentassen waarmee hij het podium betreedt, zit alles wat hij nodig heeft om de zaal ruim anderhalf uur te vermaken: textiel, maskers, veren, handschoenen, en zo nog het een en ander. Maar hij kan het zelfs zónder die attributen: virtuoze stembuigingen en een paar blote handen blijken genoeg om twee volwaardige ‘acteurs’ te creëren. Eerder, in de bejubelde voorstelling Mozart, trachtte Delfgaauw de mythe van goed en kwaad te ontzenuwen die tot en met de film Amadeus van Peter Shaffer als een schaduw over het leven hangt van de grote componist en zijn tijdgenoot Antonio Salieri. Mozart was een bevlogen roep om eerherstel voor de gekwelde componist Salieri, waardoor Delfgaauw zich niet alleen naar de vorm, maar ook naar de inhoud ontpopte als een gedreven kunstenaar met een buitengewone zeggingskracht.
| |
| |
Fred Delfgaauw, Minder is meer, Foto Maarten Brinkgreve.
| |
Invloed van de media
Zoals de pop Pinokkio waarschijnlijk beroemder is dan zijn bedenker Collodi, zo kent ook het poppentheater in Nederland en Vlaanderen voorbeelden van creaties die de roem van hun makers overtreffen. Weinigen in Nederland zullen weten dat de kleine stokpop ‘Poppentje’, nauwelijks groter dan een stevige mannenhand, gemaakt is door de van oorsprong Braziliaanse Roberta Amador, speelster bij Speeltheater Holland uit Edam. In april 2004 eindigde de carrière van Poppentje, nadat het kleine wezen twee seizoenen lang de theaterzalen had afgereisd met zijn vier bespelers, een zangeres en een pianist. Poppentje On Tour, een muzikale voorstelling voor kinderen vanaf vier jaar, werd vooral zo'n succes (dat zelfs tot een eigen website leidde), omdat Poppentje eerder een aantal jaren optrad in een televisieserie binnen het populaire jeugdprogramma Villa Achterwerk. Want wat voor mensen geldt, geldt ook voor poppen: in deze tijd kunnen ze alleen maar beroemd worden als de media, en dan vooral de televisie, aandacht aan hen besteden. Dat de serie Poppentje daarbij wel degelijk iets te bieden had, mag blijken uit de toekenning, in 2002, van de prestigieuze Prix Jeunesse International te München, voor jeugdtelevisie in de categorie fictie tot zes jaar.
| |
| |
Natuurlijk heeft de televisie behalve Poppentje ook andere helden en heldinnen gecreëerd, zowel in programma's voor de jeugd als voor volwassenen. Zoals bekend, had de in Engeland geproduceerde Muppet Show ook in Nederland en Vlaanderen een overweldigend succes, en dat geldt niet minder voor het Amerikaanse Sesamstraat. In onderlinge samenwerking zenden de Nederlandse en Vlaamse publieke omroep het programma, dat inmiddels voor zestig procent ‘vernederlandst’ is, al meer dan dertig jaar uit. Elk kind, elke volwassene, elke bejaarde kent figuren als Bert en Ernie, maar ook de in de Amerikaanse versie niet voorkomende figuren als de hond Tommie en de muis leniemienie. Daarnaast heeft zowel de Nederlandse als de Vlaamse televisie zijn eigen iconen, waarvan in ieder geval Samson genoemd moet worden: de ondeugende hond van wollig pluche, die in Samson en Gert wisselende avonturen beleeft met de menselijke personages in zijn omgeving.
Het digitale tijdperk heeft ook de creatie van ‘virtuele’ driedimensionale poppen mogelijk gemaakt. In de wereld van televisie en film wordt van de nieuwe technieken volop gebruik gemaakt. Het bedoelde type film, waarvan de opmars rond 1995 begon met onder meer de Disney-productie Toy Story, bevat voorlopig nog weinig invloedrijke Nederlandse of Vlaamse voorbeelden. Om er slechts één te noemen: de Nederlandse televisie kent Café de Wereld, een satirische animatieserie voor volwassenen. In een virtueel café komen karikaturen van bekende Nederlanders samen, uitgevoerd als computeranimaties in 3D, van Johan Cruijff tot koningin Beatrix. Ze zijn te beschouwen als de moderne equivalenten van de latex poppen die ooit in de BBC-serie Spitting Image politiek en samenleving op de hak namen.
| |
Een veelkleurig palet
Met Café de Wereld zijn we zeer ver afgedwaald van het levende poppentheater. Toch kan, als het gaat om ontwikkelingen in de podiumkunsten, de betekenis van de elektronische media niet genoeg benadrukt worden. Wat te denken van een Disney-tekenfilm als The Lion King, waarvan het enorme succes een tweede, niet minder succesrijk leven wist te genereren als musical? Een musical bovendien waarin de sfeer in hoge mate werd bepaald door de meest fantastische poppen. In augustus 2006, na ruim duizend voorstellingen, viel het doek voor de Nederlandse versie van The Lion King, een productie waarvan men zich kan afvragen of het vooral een musical was of een poppentheatervoorstelling.
Duidelijk is dat, althans voor de makers, een strenge afbakening van het genre er in feite niet toe doet. Producenten en gezelschappen mikken bij voorkeur op een zo groot mogelijke doelgroep. Het zowel nationaal als internationaal erkende gezelschap Froe Froe uit Antwerpen bijvoorbeeld formuleert in zijn mission statement: ‘Froe Froe maakt theater voor kinderen, jongeren en volwassenen. Theater in een disciplinaire
| |
| |
cross-over van poppen, figuren, objecten, video, acteurs en livemuziek.’ Waarmee niet alleen de breedte van de doelgroep wordt aangegeven, maar eveneens de verbinding tussen het poppentheater en talloze andere kunstvormen. Vaak is het niet eens mogelijk een bepaald gezelschap te categoriseren als poppentheater. De aanwezigheid van een of meer poppen (of objecten die daarop lijken), het bewegen van levende acteurs alsof het marionetten waren, het werken met schimmenspel - deze en vele andere middelen en technieken uit het poppenspel blijken de laatste jaren veelvuldig te worden geïntegreerd, niet alleen in het jeugdtheater, maar ook in producties voor volwassenen.
Voor de voorstelling Heden stad kreeg Hotel Modem uit Rotterdam in 1998 de Aanmoedigingsprijs Poppenspel van het Amsterdams Fonds voor de Kunst toegekend, terwijl de makers naar eigen zeggen zich niet eens realiseerden dat ze poppentheater maakten. Hotel Modern is dan ook typisch een voorbeeld van een gezelschap dat zich moeilijk laat categoriseren. De groep gaat verontmstende, volwassen thema's niet uit de weg, en kiest tegelijkertijd voor een vormgeving die kinderlijk is in zijn eenvoud. De recente voorstelling KAMP confronteert de toeschouwer met een dag en een nacht uit het leven - maar vooral uit de dood - in Auschwitz. In het op podiumformaat ‘natuurgetrouw’ gekopieerde concentratiekamp brengen de drie acteurs duizenden poppetjes tot leven van acht centimeter hoog - primitief knutselwerk met ijzerdraad, klei en zwart-wit gestreepte stof. Met vingercamera's worden de bewegingen van die mensfiguurtjes geregistreerd en geprojecteerd op een groot achterdoek. Maar wat de makers vooral verbindt met de ‘klassieke’ poppenspelers, is niet de aanwezigheid van die figuurtjes, maar het enorme beroep dat ze doen op de kracht van de verbeelding: het publiek krijgt niet te zien hoe ‘Auschwitz’ geweest is, maar fantaseert over de vraag hoe het geweest zou kunnen zijn.
Het type theater dat Hotel Modern maakt, kan worden vergeleken met het theater van Rieks Swarte uit Haarlem. Kenmerkend voor het werk van deze kunstenaar zijn het kleine formaat, het suggestieve materiaal en de kinderlijk logische manier van spelen - reden waarom zijn producties wel met de term ‘speelgoedvoorstellingen’ worden aangeduid. Mocht die aanduiding de associatie wekken met onvolwassenheid of onvolgroeidheid, dan bewijzen zijn voorstellingen direct het tegendeel. De hongerende weg bijvoorbeeld, naar de roman The Famished Road van de Nigeriaanse schrijver Ben Okri, was een buitengewoon indringende productie die door pers en publiek uitbundig werd bejubeld. ‘Theater zoals het ooit bedoeld was’, schreef De Telegraaf naar aanleiding van de première op 23 september 2003.
| |
| |
| |
Geworteld in de traditie
Wanneer we op zoek gaan naar plaatsen waar sprake is van een hechte worteling in de geschiedenis van het poppentheater, dan heeft die zoektocht in Vlaanderen meer resultaat dan in Nederland. In enkele kleine theaters in Antwerpen bijvoorbeeld, dikwijls gevestigd in kelders (waar van oudsher de huurprijzen immers het laagst zijn), worden incidenteel nog voorstellingen gegeven op vergelijkbare wijze als in de negentiende eeuw, toen het poppentheater het ultieme vermaak betekende voor de lagere klassen in de volksbuurten. Begrippen als ‘de Poesje’ en ‘poesjenellenkelder’, waarmee respectievelijk het spel en de ruimtes worden aangeduid, verwijzen rechtstreeks naar de schelm Pulcinella uit de commedia dell'arte. Nog altijd vinden de optredens plaats met de klassieke, ruwhouten stangpoppen en uiteraard in het dialect van de stad. Ook in de andere dorpen en steden, zowel in Vlaanderen als in Nederland, mag het volkse poppentheater zich nog verheugen in een zeker voortbestaan, zij het op een beperkte schaal en buiten het circuit van het door de overheid gesubsidieerde theater.
De vernieuwing van het genre heeft zich de laatste twee, drie decennia zo sterk doorgezet, dat de klassieke stangpop en marionet, in het naturalistische decor van een kast, intussen als historische curiositeiten kunnen worden beschouwd, al verdient ook anno 2007 het vakmanschap van hun bespelers grote bewondering. En er zijn wel degelijk enkele bekende, gesubsidieerde gezelschappen die kunnen bogen op een zeer aansprekende internationale reputatie, en die tegelijkertijd op ingenieuze wijze de traditie in hun vernieuwende aanpak weten te integreren. Iets dergelijks geldt voor De Maan uit Mechelen en zeker ook voor Taptoe uit Gent: een groep die het technische raffinement beheerst van de commedia dell'arte en die nog altijd een onmiskenbare volkse inslag heeft, maar tegelijk op ‘moderne’ wijze poppentheater, muziek en mime weet te combineren.
De nostalgie naar het klassieke poppenspel bracht Luk De Bruyker, artistiek leider van Taptoe, er zelfs toe zich opnieuw te wijden aan het bespelen van ‘Pierke’, de marionet die in Gent al sinds het begin van de vorige eeuw symbool is van ‘de man in de straat’ en die op nuchtere wijze, zonder kapsones, maar vlijmscherp de actualiteit becommentarieert. Maar met zijn Gentse dialect en met zijn spottende blik voornamelijk gericht op de Gentse aangelegenheden, blijft zijn werkterrein - en daarmee ook zijn betekenis - beperkt. Zoals De Bruyker het zelf in een interview formuleert: ‘Pierke heeft een zeer regionaal belang en is een leuke uitlaatklep, maar de waarde van Taptoe voor het Vlaamse en internationale landschap is veel duidelijker’ (Het Volk, 13 juli 2001).
Die combinatie van artistieke ambities en volkse eenvoud, vinden we, zoals gezegd, in Vlaanderen sterker terug dan in Nederland, waar het klassieke poppenspel een minder krachtige verankering in het verleden heeft - en wat er vanuit de historie restte, is
| |
| |
Theater Taptoe, Sjoerd zegt FOERT!, Foto Luk Monsaert.
Poppentje.
inmiddels steeds verder gemarginaliseerd. Jan Klaassen en Katrijn behoren weliswaar tot het collectieve culturele geheugen van Nederland, maar buiten een incidenteel optreden tijdens een kinderfeestje verschijnen ze zelden nog in het openbaar. Kortom, veel minder dan in Vlaanderen is hier de folklore van het traditionele poppentheater overeind gebleven, en een groot deel van de talloze poppen die ooit verantwoordelijk waren voor het vermaak van de gewone man, moet zich tevreden stellen met een bestaan in stilzwijgen: het plaatsje Vorchten in de provincie Gelderland huisvest een vermaard museum met een indrukwekkende collectie van alle mogelijke soorten poppen.
Niettemin blijft ook in Nederland het klassieke type pop een zekere aantrekkingskracht uitoefenen. Als een wat curieus bewijs daarvan kan mogelijk het succes gelden van een bijzondere spaaractie, in 2004 georganiseerd door supermarktketen Albert Heijn. De actie maakte het mogelijk te sparen voor een poppenkast en een serie handpoppen van sprookjesfiguren, maar moest halverwege worden gestaakt: het bedrijf was onverwacht snel door de voorraad van 1,3 miljoen poppen heen.
| |
| |
| |
Brede erkenning
Lange tijd ontbeerde het poppentheater een beleidsmatige benadering, wat niet alleen te wijten was aan gebrek aan erkenning van poppentheater als volwaardig genre binnen de podiumkunsten, maar ook aan het individualisme van de kunstenaars, die elkaar met moeite wisten te vinden. Inmiddels wordt zowel in Nederland als in Vlaanderen een aantal gezelschappen en individuen dat zich professioneel bezighoudt met poppentheater structureel gesteund door de overheid. Dat aantal kan zelfs aanzienlijk worden genoemd, wanneer we de mengvormen van het genre, zoals objecttheater en beeldend theater, erbij optellen.
Waar het om erkenning gaat, is er vooral de laatste twee decennia veel ten goede gekeerd. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de geboden kwaliteit, die alleen al blijkt uit de enorme bijval waarop Nederlandse en Vlaamse beoefenaars van het poppentheater mogen rekenen tijdens grote internationale festivals. Een beroepsopleiding tot poppenspeler, bijvoorbeeld als specialisatie binnen een theateropleiding, bestaat evenwel niet, ook al zijn daartoe in het verleden wel enige pogingen ondernomen. Zo bood de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht in 1993 gedurende enige tijd een studieprogramma ‘poppen- en maskerspel’ aan, een initiatief dat inmiddels is opgegaan in een module waarin de traditionele poppenanimatie gecombineerd wordt met driedimensionale computeranimatie.
De belangen van de niet- of semiprofessionele beoefenaars van het genre worden in Nederland behartigd door de NVP, de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel, het belangrijkste informatie- en promotiecentrum voor het Nederlandse poppentheater in de breedste zin van het woord. Doelstellingen zijn onder meer deskundigheidsbevordering en informatie-uitwisseling. Door middel van workshops en masterclasses, onder leiding van vermaarde Nederlandse en buitenlandse vakgenoten, wordt poppenspelers de mogelijkheid geboden hun vakkennis op peil te houden of te vergroten. Een soortgelijke koepelorganisatie in Vlaanderen heet Het Firmament, een instituut dat zich onder meer ten doel stelt: ‘het oude en toekomstige Vlaamse poppenspelerfgoed beschermen, beheren en openstellen voor de huidige en toekomstige generaties.’
Om nog maar eens aan te geven hoe breed de reikwijdte is van het fenomeen poppentheater en wat dit verschijnsel betekent voor de cultuur van de Lage Landen, volstaat een verwijzing naar een type pop dat tot nu toe nog niet aan de orde is geweest: de ‘stadsreus’. Vlaanderen telt honderden van dergelijke, metershoge poppen, die gedragen worden in traditionele optochten en processies. Een of meer reuzen vindt men in vrijwel elke stad in Vlaanderen, en in mindere mate in het zuidelijk deel van Nederland. Soms worden ze al sinds eeuwen als vooraanstaande representanten van de stad geëerd en gekoesterd. De grootst bekende reus heet Jan Turpijn en is afkomstig
| |
| |
Figurentheater De Maan (concept: Paul Contryn), Sneeuwwitje, Foto Rudy Gadeyne.
uit Nieuwpoort; hij heeft zijn eigen website, waarop te vinden is dat hij 10,4 meter hoog is, 750 kilo weegt en door vierentwintig dragers getild moet worden. In november 2005 heeft de UNESCO de reuzenoptochten van Brussel, Mechelen, Dendermonde, Aat en Bergen erkend als Werelderfgoed.
Zoveel eer valt de gemiddelde pop uit het moderne poppentheater niet ten deel. Een levensduur van één of hooguit twee seizoenen op een toneelpodium is voor de meesten het hoogst haalbare. Maar wie als toeschouwer geraakt is door hun verschijning - als pop, als masker, als stuk textiel, als kale hand - blijft dat beeld nog lang in zich meedragen. Geen theatervorm immers die met zo weinig middelen zó veel weet te suggereren en die met zoveel nuance de geest weet te prikkelen. Juist in dit opzicht heeft het ‘ambachtelijke’ poppenspel het publiek zoveel meer te bieden dan de moderne computeranimatie. Het lijkt dan ook niet gewaagd te veronderstellen dat de betovering die het poppentheater eeuwenlang op kinderen en volwassenen heeft uitgeoefend ook in de komende generaties nog niet zal zijn uitgewerkt.
| |
| |
Gezelschappen en organisaties in Nederland
|
Fred Delfgaauw, Studio Peer, Boerenstraat 11 B, NL-4201 GA Gorinchem,
tel. +31 (0)183 69.00,22, fax +31 (0)183 69,00.29, info@delfgaauw.nl, www.delfgaauw.nl. |
Hotel Modern, Zonnebloemstraat 60 C, NL-3051 SX Rotterdam, tel.: + 31 (0)10 418.51.24,
fax: idem, info@hotelmodern.nl, www.hotelmodern.nl. |
Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel (NVP), Hoocamp 10,
NL-1921 WD Akersloot, www.poppenspelers.nl. |
De website van Poppentje bevindt zich op www.poppentje.nl. |
Poppenspe(e)lmuseum, Kerkweg 38, NL-8193 KL Vorchten,
+31 (0)578 63.13.29, www.poppenspelmuseum.nl. |
Speeltheater Holland, Damplein 9, NL-1135 BK Edam,
tel.: +31 (0)299 37.22.95, fax +31 (0)299 37.25.98
info@speeltheater.nl, www.speeltheater.nl |
Firma Rieks Swarte/ Stichting Toneelschuur Produkties, Lange Begijnestraat 9,
NL-2011 HH Haarlem, tel.: +31 (0)23 517.39.00, info@firmarieksswarte.nl,
www.firmarieksswarte.nl. |
Gezelschappen en organisaties in Vlaanderen
|
Het Firmament, Minderbroedersgang 1 & 3, B-2800 Mechelen,
tel.: +32 (0)15 20.33.65, contact@hetfirmament.be, www.hetfirmament.be. |
Theater Froe Froe, Namenstraat 7, B-2000 Antwerpen, tel.: +32 (0)3 248.72.21,
fax: idem, info@froefroe.be, www.froefroe.be. |
Figurentheater De Maan, Minderbroedersgang 1 & 3, 6-2800 Mechelen,
tel. +32 (0)15 20.02.00, fax +32 (0)15 20.54.24, contact@demaan.be, www.demaan.be. |
Theater Taptoe, Abrahamstraat 15, B-9000 Gent, tel. +32 (0)9 223.67.58,
fax +32 (0)9 233.54.67, info@theatertaptoe.be, www.theatertaptoe.be. |
Jan Turpijn, www.jan-turpijn.tk. |
|
|