Ons Erfdeel. Jaargang 49
(2006)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdHet vertaalbeleid van het Vlaams Fonds voor de LetterenOp 7 juni 2006 werd in Villa Hellebosch in het landelijke Vollezele (Vlaams-Brabant), een van de drie schrijversresidenties die Vlaanderen rijk isGa naar eind(1), een nieuwe Spaanstalige bloemlezing voorgesteld met werk van zeven Vlaamse dichters. Deze publicatie, die de titel Mas alla de mis manos. Siete poetas flamencos meekreegGa naar eind(2), werd vertaald en geredigeerd door de Vlaamse dichter en vertaler Stefaan van den Bremt en zijn Mexicaanse collega Marco Antonio Campos, die in 2005 een tijdje in Villa Hellebosch verbleef. Omdat het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) deze bloemlezing als een uniek instrument beschouwde om de literatuur uit Vlaanderen in de Spaanstalige wereld te promoten en de publicatie ten volle steunde, nam het de presentatie van dit boek te baat om zijn vertaalbeleid in de kijker te zetten. Het VFL heeft de ambitie om een positie uit te bouwen van actieve aanbieder van en van onafhankelijke, objectieve informatiebron met betrekking tot de literatuur uit Vlaanderen. Belangrijk zijn de publicaties van het fonds, die verspreid worden onder buitenlandse uitgevers en redacteuren. Twee keer per jaar verschijnt Ten books from Flanders and Holland, een aantrekkelijk vormgegeven brochure waarin het Vlaamse en het Nederlandse Fonds voor de Letteren samen tien pas verschenen prozatitels voorstellen. Dichters met vertaalpotentie kunnen rekenen op een eigen brochure in het Frans, Duits, Engels of Spaans. In zo'n brochure vinden geïnteresseerden niet alleen bio- en bibliografische informatie over de dichter in kwestie, maar ook enkele vertaalde gedichten. Daarnaast verspreidt het VFL een halfjaarlijkse Nieuwsbrief Letteren, waarin bericht wordt over de literaire actualiteit in Vlaanderen en Nederland. Het VFL maakt ook factsheets over titels met vertaalpotentie. Zo kunnen geïnteresseerde buitenlandse uitgevers snel feitelijke informatie krijgen over de belangrijkste recente titels. Op termijn wil het fonds een heus documentatiecentrum uitbouwen, waarin vertalingen van boeken van Vlaamse auteurs worden bijgehouden en waarin binnen- en buitenlandse recensies van die boeken worden verzameld. Maar het Vlaams Fonds voor de Letteren gaat ook de boer op. Het fonds probeert aanwezig te zijn op de voornaamste boekenbeurzen (in 2006 bijvoorbeeld in Bologna, Frankfurt, Londen en Warschau) en bezoekt uitgevers in Berlijn, Parijs en Londen. Zo werkt het aan een netwerk van contactpersonen in verschillende taalgebieden, dat toekomstige contacten vergemakkelijkt. Ook vergoedt het VFL de reiskosten van Vlaamse auteurs als ze in het buitenland de presentatie van een ver- | |
[pagina 794]
| |
taling van een van hun werken bijwonen. De fysieke aanwezigheid van de schrijver genereert immers nog altijd de meeste (media-) aandacht. Maar contacten met buitenlandse schrijvers en vertalers die in Vlaanderen resideren kunnen evengoed bijdragen tot een verdere bekendmaking van de Vlaamse literatuur in het buitenland. Mas alla de mis manos is daar een uitstekend concreet voorbeeld van. ‘Export en import versterken elkaar’, zegt VFL-directeur Carlo van Baelen. Mede daarom helpt het VFL mee aan de uitbouw van internationale fora voor literatuur. Het verzorgt niet alleen de Belgische bijdrage aan het Poetry International Web (www.poetryinternational.org), maar is tevens de Vlaamse partner van de poëziewebsite Lyrikline (www.lyrikline.org). Het spreekt voor zich dat het VFL graag samenwerkt met universiteiten, vertaalopleidingen, literaire organisaties of media als zij projecten opzetten waarin het werk van Vlaamse auteurs centraal staat. Een van de kerntaken van het VFL blijft uiteraard het subsidiëren van vertalingen van boeken van Vlaamse auteurs. Maar er bestaan geen vertalingen zonder goede, professionele vertalers. Het is dan ook logisch dat het VFL opleidingssessies en vormingsmogelijkheden organiseert voor vertalers. Beginnende vertalers kunnen deelnemen aan zogenaamde mentoraatsprojecten, waarbij ze een ervaren vertaler als mentor krijgen. Bovendien kunnen zij rekenen op uitgebreide feedback op eerdere vertalingen. Het VFL subsidieert vertalingen van boeken van Vlaamse auteurs op twee manieren: via vertaalsubsidies, die aan de uitgever worden toegekend als compensatie voor de vertaalkosten, en via productiesubsidies, die eveneens aan de uitgever verleend worden als compensatie voor de kosten van het redigeren, corrigeren en drukken van het boek in kwestie. Wat proza betreft, kan de vertaalsubsidie van het VFL tot 70 procent van de totale vertaalkost dekken. Voor poëzie kan de subsidie oplopen tot 100 procent van de volledige vertaalkost. Productiesubsidies worden sinds kort ook verleend op basis van verliesfinanciering. Uitgevers die een vertaling van een poëziebundel of een geïllustreerd boek op de markt brengen en daardoor verlies lijden, of uitgevers in economisch zwakke landen die het aandurven commercieel weinig interessante vertalingen van Vlaamse literatuur te publiceren waar ze alleen maar op verliezen, kunnen een productiesubsidie op basis van verliesfinanciering krijgen. Deze kan oplopen tot 1.400 euro. Het Vlaams Fonds voor de Letteren poogt in eerste instantie meer vertalingen los te weken in de grootste Europese taalgebieden; voor het Frans, Duits, Engels en Spaans voert zij een actief beleid. In andere talen wordt voorlopig minder tijd en geld gestopt. Ook wat het aanbod betreft, focust het VFL zich op enkele speerpunten. Het geeft de voorkeur aan een beperkt aantal kwaliteitsvolle prozatitels met vertaalpotentie van nog levende Vlaamse auteurs. Dichters worden doelgericht voorgesteld aan festivalprogrammatoren en uitgevers van literaire tijdschriften en poëzie. Maar wat leveren die inspanningen nu concreet op? In 2005 kwamen 42 vertalingen van boeken van Vlaamse auteurs tot stand met een vertaalsubsidie van het VFL. In meer dan de helft van die gevallen was de doeltaal Frans, Duits of Engels. Het Spaans, het Italiaans en het Sloveens waren samen goed voor een tiental vertalingen. In totaal werd in dat jaar voor 102.000 euro aan vertaalsubsidies toegekend, een gemiddelde van 2.450 euro per project. Daarnaast ontvingen zevenendertig buitenlandse organisatoren een tegemoetkoming in reisof verblijfkosten voor Vlaamse auteurs op literair bezoek voor een totaal bedrag van 19.500 euro. Dankzij een verhoging van zijn overheidsdotatie met 250.000 euro voor zijn nieuwe beleidsperiode (2006-2010), heeft het Vlaams Fonds voor de Letteren intussen een buitenlandmedewerker kunnen aantrekken voor kinder- en jeugdliteratuur en strips. Beide domeinen kennen in Vlaanderen al enkele jaren veel succes, zowel bij makers als bij het publiek. Ze hebben volgens Van Baelen dan ook alles in zich om ‘een belangrijk literair exportproduct van Vlaanderen’ te worden. De toekomst van de vertaalde Vlaamse literatuur ziet er dus allesbehalve somber uit. Maar de prikkels van een instelling als het VFL blijven broodnodig om de Vlaamse literatuur in het gezichtsveld te houden, zeker in de grote taal gebieden. Bart van der Straeten Vlaams Fonds voor de Letteren, Generaal Capiaumontstraat 11 bus 5, B-2600 Berchem, tel. +32 (0)3 270.31.61, fax +32 (0)3 270.31.60, info@fondsvoordeletteren.be, www.fondsvoordeletteren.be. |
|