Het is echter onmogelijk dit te doen zonder de meertalige omgeving en multiculturele context waarin deze letterkunde is geworteld, in beschouwing te nemen. Anders gezegd: de werkgroep wil het net breed uitwerpen en focussen op aspecten van zowel het Europese als het Caraïbische literaire veld. De werkgroep zal zich daarbij niet beperken tot het inwachten en entameren van wetenschappelijk verdiepende inzichten. Hij juicht ook meer artistiek aansprekende resultaten toe in de vorm van essays, lezingen, voordrachten en performances.
De werkgroep vindt zijn ontstaan in een gesignaleerde lacune. Al sinds enige tijd leefde er onder leden van de Maatschappij het idee om naar analogie van de werkgroep Indische Letteren een gezelschap te formeren dat zich zou richten op de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën in de West, in het bijzonder Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba. De werkgroep Indische Letteren bestaat sinds twintigjaar en heeft zich in deze periode uitsluitend gericht op de Nederlands-Indische literatuur van de Oost. Deze keuze had, behalve met de expertise van de actieve leden, ook te maken met het onderzoek naar de Nederlands-Caraïbische literatuur, dat twintig jaar geleden nog in de kinderschoenen stond. Daar is inmiddels verandering in gekomen. Er verschenen uitgebreide literatuurgeschiedenissen van Suriname en de Nederlandse Antillen en het terrein werd daarnaast met grote anthologieën in kaart gebracht. Voorts werden er monografieën en proefschriften op het gebied van de Nederlands-Caraïbische letteren gepubliceerd en zagen tal van wetenschappelijke en journalistieke artikelen het licht.
Daarnaast doet zich het gelukkige feit voor dat de bestudering van de geschiedenis en cultuur van de ‘Nederlandse Caraïben’ institutioneel voet aan de grond heeft gekregen. Letterkundigen, historici en antropologen in Amsterdam, Leiden, Rotterdam en Utrecht hebben van het gebied hun specialisme gemaakt en manifesteren zich op dit terrein als docenten en publicisten. Aan de Universiteit van Amsterdam, waar al eerder een bijzonder hoogleraar Nederlandse koloniale en postkoloniale literatuur actief was, is met ingang van het academisch jaar 2006-2007 een bijzondere leerstoel West-Indische Letteren ingesteld, door de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS), met steun van het Bert Schierbeek Fonds. De voormalige Caraïbische Afdeling van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden is recentelijk omgezet in een Caraïbisch Kenniscentrum. Niet minder belangrijk is dat de literatuur van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba vitaal is als nooit tevoren. Om een indicatie te geven: sinds het jaar 2000 verschenen er meer Nederlandstalige romans uit deze landen dan alle romans daarvóór bij elkaar genomen. De toetreding van Suriname tot de Nederlandse Taalunie en de betrokkenheid van het Fonds voor de Letteren daarbij moeten in dit verband worden genoemd als belangrijke ondersteunende factoren. Er is kortom een alleszins gunstig klimaat voor het oprichten van een werkgroep, die in zijn naamgeving tot uitdrukking wil brengen dat de aandacht zich richt op een levende en zich nog altijd ontwikkelende literatuur. Op initiatief van Michiel van Kempen en Peter Meel werd om die reden een voorstel tot oprichting van een Caraïbische Werkgroep ingediend op de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op 10 juni 2006. Dit voorstel werd unaniem goedgekeurd. Aansluitend is op 22 juli 2006 het bestuur van de werkgroep Caraïbische Letteren voor de
eerste keer bij elkaar gekomen. Tot voorzitter van het bestuur werd gekozen mr. Lilian Y. Gonçalves-Ho Kang You, voorzitter van het Prins Clausfonds en vice-voorzitter van het internationale bestuur van Amnesty International. Vice-voorzitter van de werkgroep is dr. Peter Meel, directeur van het Onderzoeksinstituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Als secretaris/penningmeester is in functie getreden mr. Maite de Haseth, als juriste werkzaam bij de Raad van State. De andere leden van het bestuur zijn: dr. Henry Habibe, dichter, hispanist en criticus van Spaans- en Papiamentstalige literatuur; prof. dr. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam en schrijver; drs. Igma van Puttede Windt, hispaniste, vertaalster en publiciste over Antilliaanse literatuur en Annette de Vries, schrijfster en organisatieadviseur.
De werkgroep wil bijeenkomsten organiseren die aan de literatuur van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba bijzondere aandacht schenken. In dit verband kunnen drie