‘United we stand’, een kortfilm van Hans Petter Molland uit 2002 die deel uitmaakte van de reeks ‘Selected Shorts: de beste Europese kortfilms’ op het Internationaal Kortfilmfestival Leuven.
uitgebracht of als extraatje toegevoegd aan de dvd van een langspeelfilm. Op het internet duiken steeds meer websites op die je in de gelegenheid stellen een ruim assortiment kortfilms te bekijken. Zelfs de Vlaamse openbare omroep heeft sinds kort weer een plek in het uitzendschema voor de betere kortfilm.
Dat was in 1995 wel even anders. Toen troggelden filmregisseurs oma en de staat geld af, kafferden ze acteurs uit en misbruikten ze de goedmoedigheid van vrijwillige medewerkers om vervolgens te constateren dat het resultaat van hun onsympathiek gedrag, de kortfilm, haast nergens vertoond zou worden. Slechts bekeken door vrienden en familie verstofte de film veel te vroeg in de archiefkast. Kon het anders?
Jan Bosmans, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) in Gent en trots op zijn eerste volwaardige kortfilm, liet het er niet bij. Met zijn vriend Johan van Schaeren besloot hij in december 1995 een kortfilmavond te organiseren. Ze huurden een oude bioscoopzaal af en leenden een projector. Het avondvullend programma werd hoofdzakelijk gevuld met studentenfilms, maar om publiek te lokken tikten ze ook de kortfilms op de kop van twee regisseurs met naam en faam: Jaco van Dormael, bekend van Toto le héros (1991) en Frank van Passel die hoge ogen gooide met het romantische Manneken Pis (1995). De kortfilmavond kreeg de naam ‘Leuven Kort’ en was een schot in de roos. De toenmalige betaalzender FilmNet ging in op een sponsoringsvoorstel. De regionale pers sprong op het project en ruim vierhonderdvijftig mensen stonden die avond te dringen.
Begin december 2006 is er dus voor de twaalfde keer Leuven Kort, in 2005 omgedoopt tot Internationaal Kortfilmfestival Leuven (IKL), een wat saaiere vlag die de lading beter dekt. In recordtijd is de kortfilmavond immers uitgegroeid tot het grootste kortfilmfestival in het Nederlandse taalgebied. Van 2 tot en met 9 december 2006 staan in de vier zalen van het Kunstencentrum STUK een negentigtal vertoningen op het programma van ijzersterke kortfilms van verschillende pluimage. Centraal staan de Vlaamse en Europese competities die aangevuld worden met speciale programma's. Zo is er in 2006 aandacht voor komische kortfilms en talent uit Oost-Europa. In 2005 zakten net geen zevenduizend mensen naar Leuven af, een nieuw record. Pionier en algemeen coördinator van IKL, Johan van Schaeren, is niet te beroerd om toe te geven dat het succes samenhangt met de enthousiaste sfeer die de laatste tijd rond de kortfilm hangt. Ook de Vlaamse overheid speelt een positieve rol en beperkt zich niet langer tot steun aan de productie van kortfilms. Ze financiert sinds vorig jaar een online kortfilmmagazine (www.kortfilm.be) en ook Leuven Kort krijgt intussen voldoende beschikbare middelen. Het festival heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Het sloeg aan en moest in korte tijd spectaculair groeien zonder financiële middelen. Bij gebrek aan geld en bij wijze van noodsignaal werd in 2000 geen gewone editie georganiseerd. Met de steun van telecommunicatiebedrijf Telenet vond wel een virtueel festival plaats. De volledige selectie films was online te bekijken. Het publiek reageerde enthousiast. Gespreid over drie maanden keken mensen 51.000 keer naar een kortfilm. Maar het experiment bleek veel te arbeidsintensief en te duur om te herhalen.
De grote sprong voorwaarts begon in 2002. Extra geld en een permanente samenwerking met kunstencentrum STUK zorgden voor