de culturele, materiële en sociale omgeving. Voor De kunst van het overleven. Levensverhalen uit de twintigste eeuw, het derde deel, heeft Wim Willems indringende portretten van twaalf nieuwkomers gemaakt. In die verhalen worden dilemma's en verworvenheden van het migrantenbestaan blootgelegd. Hij beschrijft hoe iemand van vreemde snit zich dient te verantwoorden over zijn of haar goed Nederlanderschap. Migranten, en zeker nieuwkomers en nazaten, moeten voortaan kleur bekennen en inburgeren.
Alle culturen zijn heterogeen en hybride. De toenemende etnische pluriformiteit van de samenleving, door de komst van migranten - ‘de anderen’ - dwingt tot een bredere opvatting van wat cultuur is. Maar klinkt zo'n vraag naar diversiteit niet te zoetsappig en soft in de oren? In bijna alle debatten over de woonsituatie van migranten, het onderwerp van het vierde deel Nabije vreemden. Een eeuw wonen en samenleven, wordt gerefereerd aan het uit de Verenigde Staten overgewaaide begrip ‘gettovorming’. De oversteek naar de Nieuwe Wereld sprak tot de verbeelding van tijdgenoten, maar zodra ze aan wal waren, werden veel nieuwkomers het mikpunt van spot en haat. Sommigen kregen het zwaar te verduren. In alle grote steden ontstonden al gauw etnische probleemwijken. De enige mogelijkheid om het tij te keren was, volgens vakbonden en populistische politici, een van boven opgelegde amerikanisering. Aan het einde van de twintigste eeuw bevat die opvatting duidelijke parallellen met het Nederlandse - volgens sommigen weinig zachtzinnige - publieke debat over immigranten en hun bereidheid in te burgeren.
Maar niets is veranderlijker dan dat wat als ‘eigen’ wordt beschouwd, klinkt het in het vijfde deel van de serie, over veranderingen van het alledaagse. ‘Voordat het eigen was, was het vreemd; en heel snel nadat het eigen was, wordt het alweer vreemd.’ Je leert uit verhalen van migranten, in
De kunst van het overleven. Levensverhalen uit de twintigste eeuw, hoe
Krikor Momdjian, ‘Uitzicht op Woubrugge met berg Ararat’, 1999 © Stedelijk Museum de Lakenhal, Leiden.
de wederzijdse beelden van ‘zelf’ en ‘ander’ worden gevormd in het concrete leven. Een cultuur is geen reservaat van het autochtone; er is altijd beweging, mede door de ontmoeting met de ander. Soms wordt identiteit scherper geformuleerd en gedefinieerd, het leidt vaak tot discussie, tot afkerigheid maar ook tot compromissen en wederzijds respect. Hoe moeilijk ook, je ontkomt niet aan de multiculturaliteit. Beweging in cultuur betekent dat er van tijd tot tijd iets verandert in de perceptie van ‘hoe ervaren we de ander?’; is de vreemdeling in zijn ‘land van aankomst’ thuis, of ervaart hij zich als extreem anders? Ingeburgerd, geassimileerd, verdraagzaam of vijandig? Is iemand ontvankelijk voor het anders zijn en nieuwsgierig naar de nieuwkomers? Thuiskomen is een illusie.
Maar migratie is er - om te blijven. Cultuur, verkondigen sommige optimistische opiniestemmen, zal in de toekomst nog veel meer vrij baan geven aan de kosmopolitische trend van het mixen en samplen. Anderen vrezen dat het zogenaamde multiculturele project in Nederland totaal is mislukt en dat alleen met harde besluiten en met strenge normen en waarden de chaos bestreden kan worden.
Cultuur en migratie in Nederland laat met levensverhalen, reconstructies van polemieken en discussies, cijfers en getuigenissen zien hoe ook ons beeld van de migrant en de kijk van de migrant voortdurend veranderen: soms zijn ‘wij’ hypertolerant en lijkt onze belangstelling een allochtonenhype; soms staan alloch-