van de buiten gerealiseerde werken.
Boven op het casino van Oostende stond een beeld van Jan Fabre. Hij was de enige kunstenaar die ook op 2003 Beaufort met werk aanwezig was. ‘De astronaut die de zee dirigeert’ was een beschilderd bronzen beeld van de eerste Belgische astronaut, Dirk Frimout. Het idee was weinig origineel en Fabre heeft het al enkele keren in een andere vorm uitgevoerd, o.a. boven op het SMAK in Gent met ‘De man die de wolken meet’. Mocht de astronaut geen oranje pak aangehad hebben, dan zou bijna niemand het beeld hebben opgemerkt. Gelukkig was in ‘De Schelde. Hé, wat een plezierige zottigheid’ (1986), dat in Beaufort Inside staat, het echte genie van Jan Fabre te zien.
Enige hang naar spektakel blijkt een constante, zowel in de eerste als in de tweede editie van Beaufort. De reusachtige spin ‘Maman’ van Louise Bourgeois, de ouderdomsdeken van de hedendaagse kunst, is daar zeker een voorbeeld van. Maar de kwaliteit van het beeld en de plaats waar het is opgesteld, maken dat wel acceptabel. De negen meter hoge spin waakt over het graf van James Ensor in Mariakerke. Het lijkt of het beeld speciaal voor deze plaats is gemaakt, maar het vestigt ook de aandacht op de schamelheid van het graf van een van de belangrijkste Belgische schilders. Ook het werk van de twee voor 2006 Beaufort geselecteerde Nederlandse kunstenaars, Tom Claassen en Joep van Lieshout, was nogal monumentaal.
Een andere attractiepool vormden de negen olifanten die in De Panne het strand oprenden. Het zijn levensgrote houten beelden die de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Andries Botha samen met negen houtkappers maakte. Deze Afrikaanse aanwezigheid op het strand in De Panne verwees ook naar de geschiedenis van Vlaamse boeren uit die streek die in de zeventiende eeuw naar Zuid-Afrika emigreerden. Deze olifanten waren zonder twijfel de blikvanger van 2006 Beaufort. In Beaufort Inside stond het beeld ‘Afrikaander’ van Andries Botha, minder monumentaal maar zeker zo aangrijpend.
Giuseppe Penone, ‘La peau du vent’, De Haan-Wenduine - Foto Dirk van Assche.
Een halfuurtje verder wandelen, leek een rivieraak op het strand van Oostduinkerke te zijn aangespoeld. Dit was de woonplaats voor de vreemde wezens van de ook uit Zuid-Afrika afkomstige Jane Alexander. Haar werk bevatte verwijzingen naar de apartheid. In de plezierhaven van Nieuwpoort bouwde de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei een houten constructie met de contouren van een Chinese tempel. Het werk combineerde traditionele vormen met hedendaagse Ikea-snelbouwprincipes. De omgeving waar het werk was ingeplant, gaf het zeker een extra dimensie.
Dat kon overigens gezegd worden van heel wat werken van 2006 Beaufort. De plaatsen waren goed uitgekozen en toonden vaak mooie plekken aan de Belgische kust. Een ander voorbeeld was het stuk strand op de grens tussen Oostende en Bredene waar de Spaanse kunstenaar Josep Riera I Aragó twee grote slanke beelden, ‘Arals’, plaatste. Het waren zeer poëtische beelden; ze stonden ook op een van de mooiste stukken strand van de hele kust. Hier kun je nog zien waar Spilliaert zijn inspiratie haalde. Ook het strand van Zeebrugge heeft zijn charme bewaard, ook al staan de kranen van de haven vlakbij. Je vond er een van de sterkste werken van deze Beauforteditie: de grote sculptuur ‘De man die de boot zag, in de lucht’ van de Gentenaar Jean Bilquin. In een betonnen boot, hoog verheven boven het strand, bevonden zich een groot aantal schimmige figuren. Zij werden van op een kleine afstand gadegeslagen door een grote vrouw, de haren in de wind.