| |
| |
| |
Tom Barman (o1972) - Foto Stephan Vanfleteren.
| |
| |
| |
Niets eindigt ooit echt
Tom Barman en dEUS
Bert Bultinck
werd geboren te Brugge in 1974. Is doctor in de Germaanse taalkunde en kandidaat in de wijsbegeerte, beide aan de Universiteit Antwerpen. Coordineert de opinierubriek ‘De gedachte’ van de krant ‘De Morgen’. Publiceerde artikelen en essays in tal van culturele tijdschriften.
Adres: Isabellalei 50 bus 12, B-2018 Antwerpen
‘Jullie worden gefilmd. Gedraag jullie. Niet.’ Zo sprak de Vlaamse zanger Tom Barman tot zijn publiek, bij het tweede dEUS-concert in Vorst Nationaal, zowat de grootste concertzaal in België, op donderdag 2 maart 2006. Zijn Engelstalige popgroep was een tikje zenuwachtig: dEUS was er als een van de weinige Vlaamse groepen in geslaagd om de betonnen mastodont twee keer achter elkaar te laten vollopen, en daar moet de band zelf nog het meest van onder de indruk zijn geweest. Na afloop vertelde Barman in een interview op de Vlaamse jongerenzender JimTV hoe hij in de jaren tachtig in dezelfde zaal zijn eerste optreden zag - van Prince, het toenmalige Amerikaanse funk phenomenon. Hij glunderde een beetje bij de herinnering, en de herinnering zal de affiche ‘dEUS-Vorst’ alleen maar meer magie bezorgd hebben.
Hoewel zijn eigen passage voor een slordige achtduizend toeschouwers eindigde met twee triomfantelijke en ontroerende bisrondes, kwam het concert moeilijk op gang, onder meer omdat dEUS nog naar een juiste geluidsmix aan het zoeken was. Bovendien hing er een vreemdsoortige onrust over de groep: de onrust van muzikanten die voor de zoveelste keer op het punt staan om internationaal door te breken - maar nu echt, ook al stonden ze vooralsnog voornamelijk Brussel plat te spelen. In Amerika wachten hen volgens Barman zelf zaaltjes van zevenhonderd (New York) en vierhonderd man (Chicago).
dEUS is al een jaar of twaalf God in Vlaanderen en redelijk bekend in de rest van Europa, maar heeft nooit echt de commerciële verwachtingen ingelost die onverlaten in het begin van hun carrière op de groep hebben geprojecteerd. Die verwachtingen waren altijd al ietwat overspannen: meer dan door mercantiel inzicht bleken ze ingegeven te zijn door de kwaliteit van hun muziek, die niet noodzakelijk een garantie biedt op succes. De vier volwaardige
| |
| |
Tom Barman, backstage bij het eerste dEUS-concert in Vorst Nationaal, 1 maart 2006 - Foto Stephan Vanfleteren.
platen van dEUS zijn melodieus, gepassioneerd, authentiek en gewelddadig, maar ook op een bijzondere wijze provinciaal en arty - en dat geldt zeker voor de eerste helft van hun discografie. Wat dEUS zo bijzonder maakt, is ook wat hen Vlaams maakt, en kwetsbaar: het nomadisme van de honkvaste Antwerpenaar, de postmoderne bohemien die smelt als hij na zijn omzwervingen de Boerentoren terugziet. De frontman van de band is begiftigd met een indrukwekkend songschrijverstalent en pendelt gedurig tussen een teveel en te weinig aan branie en romantiek. De groep leidt in bekoring, maar niet op de manier van mondiale popsterren.
De vergelijking met een Ierse popgroep is tekenend. In de coulissen van de Brusselse concertzaal Ancienne Belgique sprak Radio 1-reporter Katleen Bracke een paar maanden eerder met een uitgelaten Barman na een ander uitverkocht dEUS-concert. Ze vroeg hem of hij de massale media-aandacht voor de nieuwe cd niet overdreven vond - ‘Jullie zijn U2 niet’. Het antwoord van Barman was snel en gespeend van ironie: ‘Juffrouw, wij zijn beter dan U2’. Op dit moment is dat in zekere zin zo - Pocket Revolution is in ieder geval een interessantere plaat dan How to Dismantle an Atomic Bomb, de recentste U2 - zij het dat dEUS live niet aan de precisie en het vakmanschap van U2 kan tippen, ook al omdat Barman het charisma van U2-zanger Bono mist. De eerder geciteerde opmerking in Vorst Nationaal zegt daarover voldoende:
| |
| |
een publiek aansporen om zich niet te gedragen is van een stoutigheid die nog het beste past op een scoutskamp. A la limite is de vraag of U2 beter is dan dEUS natuurlijk onzinnig, maar dat Barman de vraag toch op die manier interpreteerde, is typerend voor zijn competitiviteit.
Maar laat die competitiviteit nu ook de motor zijn van zijn beruchte perfectionisme, en aldus een ideale aanvulling op zijn grootste sterkte: zijn durf. Bij hem is het altijd fail better, of het nu over openingsnummers van meer dan zeven minuten gaat (‘Bad Timing’, met voorsprong het beste nieuwe nummer van de laatste cd), over experimentele mislukkingen van korte duur (de EP My Sister is My Clock uit 1995) of over heuse langspeelfilms (het aanstekelijke Any Way the Wind Blows). Barman is nooit te beroerd om te springen en ook al gaat hij meermaals op zijn bek, hij heeft al genoeg gevlogen om te weten wat vliegen waard is. Dat het groots en meeslepend was, dat straalt hij uit, als het goed is. En ja, er is soms een overdaad aan cool, machismo en andere verhalen over feestjes met goedkope meisjes en dure coke, maar net als de hele groep in zijn zog, wordt de leider gedreven door een wisselstroom van wereldambitie en verwondering, tussen zelfverzekerheid en zelfbewustzijn, tussen Londen en het Stadspark.
Dat is het Antwerpse Stadspark, uiteraard. Barman woont al zijn hele leven in de bruine, bruisende, smerige en hitsige stad en steekt dat niet weg. Antwerpenaar zijn, het is een integraal deel van zijn persona, maar bij hem is het nooit: Antwerpenaar zijn om Europeeër te worden. Europeeër worden, dat was meer iets voor het Oostends-Brusselse TC Matic en het franglais van hun zanger Arno, die in de jaren tachtig de Belgische rockmuziek onder stroom zetten, en het relatieve braakland van de Belgische rock ontgonnen. Net als dEUS leek wegbereider TC Matic altijd op het punt te staan om door te breken, al heeft dEUS het ondertussen internationaal verder geschopt. Toch hadden de muziek en attitude van TC Matic zelf iets Europees. Niet dat TC Matic veel EU-boodschappen te verkondigen had, maar aan hun belgicisme en de occasionele rudimentaire maatschappijkritiek kon met veel goede wil nog een politieke relevantie worden toegeschreven.
Barmans werk, daarentegen - mogelijkerwijze het hoogtepunt van de Belgische rock in de jaren negentig, zoals TC Matic wellicht het hoogtepunt was van de jaren tachtig - is volslagen apolitiek. Zijn flink gemediatiseerde voorstel om op 1 oktober 2006, een week voor de gemeenteraadsverkiezingen in België, een concert te geven voor verdraagzaamheid en tegen het racisme van het Vlaams Belang is in de veertien jaar dEUS wellicht het eerste teken van maatschappelijk bewustzijn. Hij heeft naar eigen zeggen een liefdehaatverhouding met zijn gedeeltelijk verzuurde stad, maar het is een beetje zoals met familie - de enige kritische opmerkingen over Antwerpen die hij verdraagt, komen van hemzelf, niet van anderen. Hij zal geen liedjes over
| |
| |
dEUS in Vorst Nationaal, 1 maart 2006 - Foto Stephan Vanfleteren.
kleinsteedse zelfingenomenheid maken, wellicht onder meer omdat zoiets niet marcheert, maar ook omdat het nogal stijlloos zou zijn. Net zoals Antwerpen zelf niet meteen het meest bescheiden imago heeft in Vlaanderen, zal ook Barman nog regelmatig verwijten in die richting incasseren. Zoals elke Antwerpenaar weet ook hij dat zijn stad au fond een provinciestad is met de allures van een echte metropool. Maar die allures van onbescheidenheid horen bij de stad, net zoals ze bij dEUS horen.
Dat wil niet zeggen dat de groep geen internationale erkenning verdient, noch dat hij die nog niet heeft gekregen. In het Britse Time Out kreeg de band al lof voor zijn debuut, met de toen nog obligate verwijzing naar artistiek gemasturbeer: ‘Pretentious art wank? Possibly. But as a big fan of art and wanking, I make no apologies for proclaiming dEUS the most refreshing young guitar aspirants of 1994. As divine as their name suggests.’ Belangrijker waren de vermeldingen in New Musical Express, een van de kingmakers in de Britse - en dus ook de Europese - rockscene, die de groep opnam in zijn overzichtslijstje van 1994 en tot vandaag is blijven volgen. Naast de journalistieke waardering kwamen er ook steeds betere verkoopcijfers, zowel van hun platen als van hun concerten. Van hun derde cd, The Ideal Crash uit 1999, waren na drie weken al honderdduizend exemplaren verkocht, waaronder telkens vijftienduizend in Nederland, Frankrijk en Duitsland. En in 2005 mochten ze zelfs in het Parijse muziekmonument L'Olympia ‘sold out’ na hun naam zetten. Tweeduizendvijfhonderd Fransen zongen er wild enthousiast mee met dEUS-klassieker ‘Suds & Soda’.
| |
| |
Amerikaanse erkenning bleef schaars, maar bij het verschijnen van Pocket Revolution, hun meest recente cd, kwam er toch een positieve bespreking op de licht-elitaire maar spraakmakende Pitchfork-site. Historisch accuraat was hun overzicht van de vorige platen: ‘dEUS' music isn't godly, but in the second half of the 90s they released three very good albums that weren't easily pigeonholed. The first two in particular hop from genre to genre, while 1999's The Ideal Crash took all their manic eccentricity and channeled it into a slightly more accessible package.’ Dat vat zo'n beetje de internationale communis opinio over de eerste twee platen samen (Worst Case Scenario uit 1994 en In a Bar, under the Sea uit 1996): alle critici gooiden met referenties, niet het minst Barman zelf, die door het namedroppen eigenhandig onder meer het werk van Captain Beefheart aan een tweede adem hielp in Vlaanderen. Andere, zeer diverse vergelijkingspunten waren legio: men liet onder meer de namen van Tom Waits, Pavement, The Smashing Pumpkins, The Velvet Underground, John Cale en Sonic Youth vallen. Gezien de nogal opvallende verschillen tussen die artiesten werd toen al duidelijk dat dEUS eigenlijk vooral een eigen geluid had - maar het stond niet om dat zo bij het debuut al te zeggen. De derde plaat die men op Pitchfork noemt, The Ideal Crash, is op vele manieren een keerpunt: van de soms nogal grungy stil-luid-stil-rock evolueerden ze met die cd naar een eenvoudiger, toegankelijker geluid. Niet alleen volgens Pitchfork zet dat zich door op Pocket Revolution uit 2005: ‘Six years later, Pocket Revolution continues that evolution with a sharp, direct attack that undoubtedly has more commercial potential than anything they've released before.’
Dat laatste klopt zonder meer: Pocket Revolution is een bestseller. Bij de persvoorstelling in augustus 2005 verwees Dirk de Clippeleir, de baas van platenmaatschappij Universal, op zijn beurt naar de Ierse megagroep: ‘Een nieuwe dEUS is voor ons net zo belangrijk als een nieuwe U2.’
| |
No More Loud Music
dEUS is sterk veranderd sinds hun eerste optredens en de eerste EP Zea. Die korte plaat bevatte slechts drie nummers, met het titelnummer als eerste radiosingle. Die song is tegenwoordig een collector's item, want Barman vond hem niet goed genoeg om op de verzamelcd No More LoudMusic te zetten. No More Video, hun indrukwekkende eerste dvd met tien videoclips en zeer veel zogenaamde extra's, begint met de clip van ‘Suds & Soda’. Dat nummer is het échte begin van dEUS, althans in de authorized version van hun geschiedenis, en toont een aandoenlijk jonge en kwetsbare Barman die hand in hand staat te heupwiegen met Stef Kamil Carlens, de populaire zanger van het latere Zita Swoon (dat onder de naam Moondog jr zijn eerste plaat maakte in 1995 en sindsdien met nog drie opgemerkte platen een belangrijk deel van de zogenaamde Antwerp scene vormt). Die intieme beelden vatten de essentie
| |
| |
van de energie voor de eerste twee platen: de botsingen tussen Barman en Carlens zorgden voor elektriciteit. En vooral voor een handvol briljante songs: de beste tracks op het debuut Worst Case Scenario vermelden Barman als songschrijver, in combinatie met iemand anders - meestal Carlens of avant-gardegitarist en schilder Rudy Trouvé. Van hun fundamentele hit ‘Suds & Soda’ (Music: dEUS / Words: Barman/Carlens), het titelnummer (met bij de muziek naast de groep een vermelding van Frank Zappa), tot het ontroerende ‘Hotellounge (Be the Death of Me)’: Barman assembleert hooks alsof hij ze zelf niet uitgevonden heeft, Carlens zorgt voor een zeer mooie tegenstem en het gaat over de liefde, altijd en overal, hoe die mooi en moeilijk en onmogelijk of juist toevallig is.
Stef Kamil Carlens zal in de herfst van 1996, net voor de release van opvolger In a Bar, under the Sea, met veel gekletter uit de groep stappen, nadat dEUS even daarvoor ook al avant-gardegitarist Rudy Trouvé was kwijtgeraakt. Het is een van die typische verhalen van ruzies, artistieke meningsverschillen en botsende ego's: dEUS is altijd eerder een ‘formatie’ rond Barman geweest dan een vaste groep. In de excellente vijfdelige reportage over de groep van het Radio 1-programma Cucamonga zei Rudy Trouvé in 2003 dat het binnen dEUS zeer gangbaar was om de band te willen verlaten: ‘Ik denk dat enkel Jules [de Borgher, de toenmalige drummer, die later vervangen werd door Stéphane Misseghers, BB] en Tommy nooit de neiging hadden om uit dEUS te stappen.’ Zeker in het begin waren er in de pers en in de juiste Antwerpse cafés voortdurend geluiden op te vangen over conflicten en een mogelijke split - en het Barman-interview na de split met Carlens in Humo, bijvoorbeeld, was ongemeen hard. (Het verhaal van dEUS en de Vlaamse pers is een apart artikel waard - zonder de steun van onder meer Studio Brussel, Humo en Knack Focus was het bijvoorbeeld helemaal anders gelopen. Zie de uitstekende fanwebsite www.hotellounge.com voor een aantal artikelen en interviews, die echter maar een fractie vormen van de onoverzichtelijke stroom.)
Ondertussen kwam in 1996 In a Bar, under the Sea uit, een hele sterke plaat, met minder losse flodders dan op Worst Case Scenario, intelligente teksten in goed Engels en een zeer nadrukkelijke productie. Nummers als ‘Little Arithmetics’, ‘Theme from Turnpike’ en vooral ‘Roses’ werden hier toegevoegd aan het Vlaamse collectieve geheugen. De schilderijen van Trouvé gaven net als op de vorige plaat het artwork een herkenbare toets, maar ook Barmans fascinatie voor film begon meer op de voorgrond te komen. De videoclip voor het reeds genoemde ‘Theme from Turnpike’ is in meer dan één opzicht een voorstudie van zijn film Any Way the Wind Blows en werd in de Vlaamse bioscopen ook als voorfilm (voor andere films) geprogrammeerd.
Dan duurt het drie) aar voor The Ideal Crash verschijnt. Alweer vergezeld van verhalen over moeilijkheden binnen de groep, wordt de cd opnieuw lo- | |
| |
vend ontvangen, al hebben sommige fans het best moeilijk met het homogenere en rustiger geluid. De dissonanten van Klaas Janzoons, de violist die samen met Barman als enige op alle platen van dEUS voorkomt, maken plaats voor bredere arrangementen. Craig Ward, de gitarist die ook al op de vorige plaat een duidelijke invloed had, wordt nu nog belangrijker en schrijft onder meer mee aan de hit ‘Instant Street’ (samen met Barman en Danny Mommens, de toenmalige bassist). Nog steeds voert de liefde de boventoon, maar nu hoofdzakelijk in de gebroken versie: Barman omschreef The Ideal Crash zelf expliciet als een ‘break-upplaat’, en dat laat zich zo ook wel raden. De eerste zinnen van de plaat zijn ‘So you're suffering / I know it hurts a lot if it's the first time’. Niet alleen in het pijnlijke ‘The Magic Hour’ gaat het over moord en doodslag, de metaforische lading van taalhandelingen die ergens een punt achter zetten: ‘cause lady and I we could not stop / as cool as a sigh, as murderous as something you say’. The Ideal Crash is ook de plaat uit Ronda, Andalusië, waar ze geregeld verbleven in En frente arte, een hotel annex studio voor muzikanten en andere artiesten dat Musickness, het management van dEUS, ooit zelf aankocht. Aan een journalist van de Volkskrant vertelt Barman er onomwonden over de druk van hun platenmaatschappij om met de nieuwe plaat te scoren. Terwijl er van de eerste twee albums zo'n honderdvijftigduizend exemplaren werden verkocht, moet het nu verder: ‘We willen nu echt een flinke stap naar boven doen’, verklaart Barman, ‘driehonderd- of vierhonderdduizend misschien.’
Dat lukt niet, al is The Ideal Crash wellicht hun beste plaat tot nog toe. En dan wordt het een hele tijd zeer stil rond de groep. Eind 2001 brengen ze hun mooiste nummer tot nog toe uit als cd-single, maar ‘Nothing Really Ends’ klinkt voor niet weinigen als de zoveelste zwanenzang van dEUS, te meer omdat ze tegelijk met het nieuwe nummer de reeds genoemde singlescompilatie No More Loud Music uitbrengen en de dvd No More Video. Onder meer omdat Barman zich met andere liefdes gaat bezighouden, lijkt het niet onmogelijk dat de eschatologische titels voor waar genomen moeten worden. Ongeveer tegelijk met het ontstaan van Magnus, Barmans zijproject met rijkompaan CJ Bolland in de elektro- en technopop, werkt hij in 2003 aan Any Way the Wind Blows, een Robert Altman-achtige film (vooral Short Cuts moet als model gefungeerd hebben) over een dag in het leven van een leraar Frans, een lokale kunstpaus, twee Gentenaars, een Kiss-fan en nog een handvol minder en meer fortuinlijke personages. Veel meer nog is de naar Vlaamse normen uiterst succesvolle film echter een hommage aan Antwerpen, met stadspanorama's overdag en 's nachts, met wilde feestjes en klein verdriet, met straatwijze oneliners en alle hippe soorten van verleiding aan de Schelde. Of beter: het is een hommage aan het Antwerpen van Barman, hoe hij zijn stad beleeft - een belangrijk deel van de scènes speelt zich af op een paar
| |
| |
Tom Barman en dEUS in actie, Vorst Nationaal, 1 maart 2006 - Foto Stephan Vanfleteren.
meter van zijn eigen appartement aan de Rooseveltplaats. Dat wil zeggen dat er amper allochtonen in de film voorkomen, dat Barmans moeder mag meespelen en ook een paar ex-vriendinnen. Dat onder meer het Vlaamse tijdschrift Knack Focus onwaarschijnlijk enthousiast was, bevestigde niettemin dat de film ook werkt voor mensen die niet elk Antwerps horeca-interieur trachten te herkennen.
Na een akoestische liveplaat van Barman met pianist Guy van Nueten (met dEUS-tracks en covers van onder meer Joni Mitchell, David Bowie en Nick Drake) in 2003 en de zoveelste bijzonder tumultueuze opnamesessies, kwam in 2005, zes jaar na The Ideal Crash, de vierde plaat uit, het zeer intelligent en warm geproducete Pocket Revolution, dit keer niet langer bij Island Records maar bij Universal. De binnenlandse media-aandacht was nog nooit zo overweldigend. Een paar weken lang was Barman niet weg te slaan uit de krantenbijlagen, de weekbladen, de radio-interviews en de talkshows; concerten waren in geen tijd uitverkocht en de kritieken waren laaiend enthousiast. Als was het een statement - we zijn nog niet dood - sloot de plaat nog eens af met ‘Nothing Really Ends’, zij het in een lichtjes aangepaste versie. Naast ‘Bad Timing’, zoals vermeld het verschroeiende openingsnummer, vormen ook de singles ‘7 days, 7 weeks’, ‘If You Don't Get What You Want’ en het emotionele ‘The Real Sugar’ hoogtepunten op deze strakke rockplaat. Bij de
| |
| |
ondertussen al routineus geworden personeelswissels valt vooral de rol van Mauro Pawlowski op, een multitalent dat eerder al met zijn eigen groep Evil Superstars een alinea of twee aan de Vlaamse rockgeschiedenis toevoegde. Op de foto op de achterkant van het cd-doosje staat een bord met ‘used future’, ergens verloren tussen andere dEUS-parafernalia. Dat staat er niet alleen omdat ‘used’ een anagram is van de groepsnaam. Het is inderdaad de vraag in hoeverre dEUS zichzelf aan het overleven is, dan wel een nieuwe toekomst tegemoet gaat. De wisselwerking tussen Barman en Pawloswki zou vonken kunnen geven, die bovendien dit keer beperkt zouden kunnen blijven tot het creatieve domein. Live klinkt de groep professioneler dan ooit: het eindeloze gepingel tussen songs, dat vroeger wel eens de spanning uit een optreden kon halen, wordt tot een minimum beperkt. De bandleden lijken elkaar beter aan te voelen en Barmans ambitie is niet kleiner geworden (maar misschien wel rijper en realistischer). Alles lijkt klaar voor een nieuwe plaat, die na de relatief uitgebreide tournee hopelijk vorm zal krijgen. Als ze zich gedragen, moet dat wel. Het zal in ieder geval gefilmd worden.
| |
dEUS-discografie
dEUS, Pocket Revolution, 2005.
dEUS, No More Loud Music, 2001.
dEUS, The Ideal Crash, 1999.
dEUS, In a Bar, under the Sea, 1996.
dEUS, My Sister is My Clock, 1995 (EP).
dEUS, Worst Case Scenario, 1994.
| |
Discografie van andere projecten van Tom Barman
Magnus, The Body Gave You Everything, 2004.
Tom Barman & Guy van Nueten, Live, 2003.
| |
Dvd
dEUS, No More Video, 2001.
| |
Film
Any Way the Wind Blows, scenario & regie Tom Barman, met Frank Vercruyssen, Natali Broods, Mathias Schoenaerts, Titus de Voogdt, Dirk Roofthooft e.a., 2003, 127 min.
Zie www. deus.be, www.magnusmusic.com, www.anywaythewindblows.be.
Over de concerten voor verdraagzaamheid op 1 oktober 2006 kunt u meer lezen op www.0110.be.
|
|