dialect en tussentaal te horen zijn. [...] Als de VRT-fictieprogramma's een spiegel van de maatschappij willen zijn, moet ook het taalgebruik in al zijn registers en varianten te horen zijn.’ Het CVN is het daar in zijn rapport uitdrukkelijk niet mee eens. De commissie vindt dat dialecten, ‘schoon Vlaams’ en tussentaal slechts in uitzonderlijke gevallen gebruikt mogen worden, omdat ‘[h]et gebruik van voor Nederland onbegrijpelijke taalvarianten [...] de toegankelijkheid [belemmert] van Vlaamse audiovisuele producties voor het buurland.’ Het is meteen de scherpste, maar daarom niet minder terechte uithaal die in dit rapport te lezen staat. Hij werd dan ook gretig opgepikt door de Vlaamse kranten. Voor het overige is de toon van het rapport eerder neutraal-adviserend.
Behalve op het terrein van coproducties, ziet de CVN zes andere vormen van samenwerking tussen de VRT en de Nederlandse omroep: samenwerking op bestuurlijk vlak, samenwerking op internationaal vlak, samenwerking wat betreft het correspondentennetwerk, samenwerking met de wereldomroep, met de satellietzender BVN en op het gebied van de cultuur.
Op bestuurlijk vlak bestaat er een lange traditie van structureel overleg tussen de Vlaamse en de Nederlandse publieke omroep. Vandaag bestaan de structurele contacten enkel nog op het niveau van het management: twee keer per jaar vergadert de top van de VRT met de top van de Publieke Omroep. Het CVN acht het van groot belang dat dit overleg wordt voortgezet. Tegelijk wijst het erop dat er behoefte bestaat aan een platform waarop programmamakers elkaar geregeld kunnen ontmoeten.
Op internationaal (Europees) gebied maken de VRT en de Publieke Omroep beide deel uit van de European Broadcasting Union (EBU). De traditie bestaat dat zij om beurten zitting hebben in de ‘Administrative Council’ van het EBU, maar gezien de toetreding van vele nieuwe Oost-Europese leden is het de vraag of die traditie behouden zal blijven.
‘Meiden van De Wit’ is een Nederlandse serie die aangekocht is door de VRT en ook in Vlaanderen druk bekeken wordt © Egmond Film and Television.
Beter staat het ervoor op het terrein van de correspondenten. Nu al delen de Vlaamse en de Nederlandse omroep enkele correspondenten. Dat moet verder aangemoedigd worden, vindt het CVN. Het verdient aanbeveling om op termijn te komen tot een gezamenlijk correspondentennetwerk. Niet alleen omdat Vlamingen dan af en toe een Nederlandse stem horen en omgekeerd, maar ook omdat het kostenbesparend is. Zo zouden bijvoorbeeld de beide wereldomroepen, Radio Vlaanderen Internationaal en Radio Nederland Wereldomroep, een beroep kunnen doen op dit gemeenschappelijke netwerk. Het CVN beveelt een structurele samenwerking tussen beide omroepen aan. Zeker nu Radio Vlaanderen Internationaal afgeslankt wordt, is een structurele samenwerking met RNW een goede, want kostenbesparende optie. Op televisioneel gebied bestaat er al zo'n gezamenlijk initiatief van de VRT en de Publieke Omroep: de satellietzender BVN (Het Beste van Nederland en Vlaanderen), die over zowat de hele wereld elke dag in lussen tv-programma's uit Nederland en Vlaanderen uitzendt. Het CVN noemt BVN ‘een onvervangbaar medium om Vlamingen en Nederlanders in het buitenland wereldwijd te bereiken’. Wel krijgt BVN het advies om de evolutie van nieuwe technologieën op de voet te volgen: door de opkomst van digitale televisie en television-on-demand zou de satelliet wel eens in onbruik kunnen raken.
Wat ten slotte de cultuur betreft, vindt het CVN dat het culturele aanbod op de reguliere