fie die Rob Molin onlangs in de serie Open Domein van De Arbeiderspers liet verschijnen. Maar het is niet het meest in het oog springende onderwerp van dit boek: dat is de alles overheersende rol die de erotiek en seksualiteit in het leven van de schrijver speelden.
Het liefdesleven van Morriën begon traditioneel: na enkele kortdurende relaties ontmoette hij in zijn woonplaats IJmuiden Guusje Oldenburg, een knap meisje, zeven jaar jonger dan Adriaan, maar, naar al gauw bleek, emotioneel sterker dan de schrijver, die leed aan gebrek aan vertrouwen in eigen talent en vaak door lusteloosheid werd bevangen. Het paar trouwde relatief snel en verhuisde midden in de oorlog naar Amsterdam. Na enkele jaren kregen zij twee dochters: Alissa en Adrienne. Over hun kindertijd schreef Morriën een charmant boekje, waarin hij hun gedragingen en vaak gevatte uitspraken boekstaafde:
Alissa en Adrienne (1957), diverse malen herdrukt en ook in het Duits verschenen. Daarin komt Adriaan als een voorbeeldige vader naar voren: aardig, aandachtig, grenzen stellend als het moest. Van zijn gedrag als echtgenoot kon dat niet gezegd worden. Hij ging steeds meer en verdergaande relaties aan met jonge vrouwen, die voor zijn charme vielen en soms ook van hem verwachtten dat hij van Guusje zou scheiden. (Een goed voorbeeld daarvan is de studente Lotus Schipper, die hij zelf later als zijn grote liefde in zijn leven is gaan beschouwen. Hun affaire speelde zich af midden in de jaren vijftig: alles was nog met veel geheimzinnigheid omkleed. De obsessieve brieven die Morriën aan zijn geliefde schreef, zijn pas in 2001 verschenen.) Ook Adriaan speelde met de gedachte van zijn vrouw weg te gaan, omdat hij bij haar het ‘echte geluk’ toch niet dacht te vinden. En dat was des te wranger, omdat hij wel van haar grote inzet voor hem profiteerde. Morriën had, zoals hierboven al aangestipt, perioden dat hij zich zo slecht voelde, dat hij aan activiteiten niet toekwam. Deze biografie leert dat Guusje in de jaren vijftig regelmatig de redactionele werkzaamheden bij
Het Parool van Adriaan op zich heeft genomen: zij was het dus die niet zelden bepaalde wie als recensent van een bepaald boek moest
worden aangezocht. Uiteindelijk, in 1976, werd het huwelijk ontbonden, toen ook Guusje in de bekende (ooit door Willem Frederik Hermans in een van zijn columns bespotte)
Adriaan Morriën (1912-2002) - Foto Willy Dee.
anglist John Peereboom een andere partner had gevonden; overigens hebben zij altijd wel contact gehouden.
Inmiddels was Morriëns erotische leven ronduit bizar geworden. Dat zijn buitenhuwelijkse verhoudingen in de revolutionaire jaren zestig steeds frequenter en openlijker waren geworden, was niet zo verbazingwekkend; soms had hij twee geliefden tegelijkertijd en wist hij niet aan wie hij de voorkeur moest geven. Het was niet alledaags, maar in die tijd gebeurden in eroticis wel meer vreemde dingen. Maar wat Molin nu over de relatie tussen Morriën en zijn dochter Adrienne onthult, is weinig minder dan schokkend. Zijn dochter was na een aantal mislukte beroepservaringen gaan werken in een luxueus Amsterdams bordeel, Eldorado. Alissa, die sterreporter van het ‘openhartige’ weekblad Nieuwe Revue was geworden, vond dat haar vader zijn dochter als klant moest bezoeken: zij zou daar een mooie reportage aan wijden. Na lang aarzelen ging Morriën op dit voorstel in. Alissa heeft het stuk inderdaad geschreven, maar het is nooit in druk verschenen: de redactie weigerde het te publiceren. Dat de befaamde Amsterdamse grachtengordel het heeft gekend en druk besproken staat wel vast.
Op de vraag hoe deze erotomanie van de schrijver te verklaren valt, geeft Molin in