nemen de huidige menselijke conditie.
Belangrijke prijzen zijn tot nog toe aan Waterdrinker voorbij gegaan, maar met zijn vierde roman, Duitse bruiloft, zouden zijn kansen wel eens kunnen keren. Het boek is minder persoonlijk, maar opvallend rauwer dan zijn Russische romans, waarin hij nochtans al twee radeloze landgenoten met sloten wodka op de been hield. In Liebmans ring (2001), dat het delirium ademt in al zijn vezels, was dat een depressieve weduwnaar op nonactief, in het wat gladdere Een Hollandse romance (2003) een door vrouw en kind in de steek gelaten reclameyup. Hoeren en nachtclubs dienen als decor voor de hel waar ze doorheen moeten, terwijl korte, episodische hoofdstukken als een feuilleton aan ons voorbijtrekken. Behoorlijk aangrijpend allemaal, maar niets bereidt ons voor op het theater dat uitbarst in Duitse bruiloft, waarin Waterdrinker zijn roots weer opzoekt.
Het had er veel van weg dat de slavist Nederland net ontvlucht was. Zijn debuut, Danslessen (1998), had van de burgemeester van Zandvoort een proces aangesmeerd gekregen, omdat een van de personages een antisemitische uitlating in de mond was gelegd. Venijn omdat Waterdrinker de badplaats waar hij als zoon van een hotelier opgroeide niet als een plaatje had voorgesteld? Het boek toont in ieder geval de andere kant van de schrijver, die met één been in de Hollandse middenstandstraditie staat. Hotels hebben voor hem geen geheimen, het zijn doorgangshuizen waarin de vaste en tijdelijke bewoners soms onzacht met elkaar in aanraking komen. Maar sinds dat proces, waarin hij trouwens vrijgesproken werd, staat sindsdien achterin zijn boeken wel de boodschap dat alles wat hij schrijft verzonnen is en berust op louter toeval.
Voorzichtigheidshalve situeert Waterdrinker
Duitse bruiloft ook nog in het Zandvoort van de jaren vijftig, toen er nog volop afkeer bestond voor al wat Duits was. Stel je de ver
Pieter Waterdrinker (o1961) in Zandvoort - Foto Klaas Koppe.
ontwaardiging voor van de goegemeente als de oudste zoon van Hotel Nieuw Lux naar huis komt met de mededeling dat hij gaat trouwen met een Duits meisje. Niet dat zijn ouders, Jacob en Maria Bagman, daar wakker van liggen. Ze maken zich op voor een groots feest en bereiden hun toekomstige schoonfamilie een warm, zij het onhandig welkom. Dat zijn ze aan de Duitsers verplicht: Hans Matti Bender is eigenaar van een worstenimperium, een hele eer voor een toeristenhotel. Toch is de man niet veel meer dan een aanhangsel van zijn vrouw Kati, een feeks met walkuriaanse proporties die haar verwende dochter Liza eigenlijk niet kwijt wil aan die idiote Hollanders.
Stof genoeg voor een comédie humaine zonder weerga, waarin platte drift de hoofdrol speelt. Net als in zijn Russische romans overstijgt Waterdrinker alle rang en stand om het portret zo herkenbaar mogelijk te houden. Toch neemt hij opvallend meer koelheid in acht tegenover zijn personages dan voorheen. In Liebmans ring en Een Hollandse romance kon je sympathie opvatten voor de aan lager wal geraakte expats. In het idyllische Danslessen kwam je zowaar terecht in het - slechts door een stel aardige zwendelaars bedorven - paradijs der kindertijd. Maar het hotel in