Ons Erfdeel. Jaargang 49
(2006)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 395]
| |
Anne-Mie van Kerckhoven
| |
[pagina 396]
| |
Afb. 1, Anne-Mie van Kerckhoven, ‘Rorty’, 2003, 90 × 150 cm, light box © Zeno X Gallery, Antwerpen.
| |
Als hart en brein worden gescheidenVan kindsbeen af was AMVK gefascineerd door beelden. De eerste mensen die ze naakt zag, waren joden, op weg naar de douches in een concentratiekamp, zoals ze afgebeeld stonden in het blad Paris Match. In haar jeugd, die zich vooral afspeelde in het hotel van haar grootouders buiten de stad, bestond haar contact met de buitenwereld vooral uit foto's en berichten in kranten, tijdschriften en op de tv. Mettertijd besefte ze hoe in onze samenleving gedragscodes werden opgelegd, waarden gemanipuleerd en idealen werden opgedrongen. En hoe de meeste mensen zich daar met gemak in wentelden. Denkprocessen werden voor haar belangrijk. Eerst simpele gedachten over het banale communiceren in de wereld, dan het denken van de filosofen, uiteindelijk ook teksten van zichzelf. ‘Ik stel me de vraag waarom ik de dingen zie zoals ik ze zie. Hoe ga ik met die werelden om, mijn wereld en die andere? Ik sta te midden van alles wat gebeurt rondom mij en tracht dat alle maal te doorgronden, te ontmaskeren en te kanaliseren.’ Met personages in een interieur, zichzelf of kennissen, maakt ze filosofische ruimtes. Dat betekent: een interieur doordesemd van een bepaalde denkrichting. Zoals die met Richard Rorty, een bekend pragmatist, volgens wie de klassieke filosofie dood is. AMVK: ‘Filosofie heeft vanaf Plato tot ver in de twintigste eeuw als een spiegel gewerkt voor de mens. Maar het individu van vandaag heeft daar geen boodschap meer aan. De hedendaagse mens kan slechts leren en evolueren door de boeken van hedendaagse schrijvers en denkers te lezen. Hoe Houellebecq met het hedendaagse omgaat, daar kan nog iets van geleerd worden, niet meer van de eeuwenoude filosofen. Tegelijk | |
[pagina 397]
| |
Afb. 2, Anne-Mie van Kerckhoven, ‘I'll Rob You 02’, 2005, 29 × 21 cm, tekening, gemengde techniek op papier © Zeno X Gallery, Antwerpen.
legt Rorty de vinger op de wonde van het Amerika van vandaag: de Amerikaan is met het hier en het nu bezig, vanuit een sterke materialistische ingesteldheid. Ik voel me al sinds mijn jeugd gekolonialiseerd door die Amerikaanse cultuur. Tegelijk is het, zoals alles, wederom dubbel: ik houd wel van die leegte, het is een soort van “halfbestaan”. Zoals ik in mijn jeugd droomde om te trouwen met een Amerikaan. Dat zou alles voor mij eenvoudiger, want rechtlijniger maken. Maar op lange termijn werkt het natuurlijk niet.’ Tekenen, schilderen, al dan niet op plexiglas, video, collage, computer: AMVK gebruikt de techniek die zich aandient. ‘Ik moet elke keer weer de juiste techniek vinden om tot een bepaald resultaat te komen. Ik kan niet tegen herhaling. Maar op de computer kan ik altijd werken. Ik scan iets in en begin. Tekenen is moeilijker: ik kan soms een jaar lang niet tekenen. Daar moet ik een zekere rust voor hebben.’ Zoals in de periode mei-augustus van 2005 in het Brugse belfort, waar ze uitgenodigd werd voor de tentoonstelling ‘Tussen Huid & Orgasme’ van curator Roland Patteeuw. Ze had vijftig boeken meegenomen en gebruikte er uiteindelijk drie: geschriften van de middeleeuwse mystica Marguerite Porete, van de zestiende-eeuwse filosoof Giordano Bruno en het boek Eros and Civilisation van Herbert Marcuse. De workshop leverde de reeks ‘I'll Rob You’ op, 37 tekeningen op gekleurd papier. (afb. 2) AMVK vond dat de | |
[pagina 398]
| |
Afb. 3, Anne-Mie van Kerckhoven, ‘Logische redeneringen (geërotiseerde concepten nr. 02)’ (uit het HeadNurse-project), 2000, 75 ß 100 cm, computerprint.
geschriften van de drie auteurs draaiden rond een en dezelfde vraag: ‘Wat gebeurt er met me als het hart en het brein gescheiden worden?’ Een goede illustratie van alweer een belangrijk facet in haar werk: de scheiding tussen emotie en rede, tussen verleden en heden, tussen oerdrift en intelligentie en het niet aflatende magnetisme tussen die polen. AMVK wil haar beelden niet bewust ordenen of in een schema brengen, maar klaarblijkelijk kan ze niet op een andere manier tot een zekere rust komen, zowel gevoelsmatig als cerebraal. Er komen nogal wat reeksen en lijsten van cijfers, woorden of begrippen voor in haar werk. Zoals de combinatie van 96 pornografische vrouwenportretten met evenveel termen uit de artificiële intelligentie, die ze gedurende 96 dagen doorstuurde op evenveel faxen in het HeadNurse-project (zie onder). Of de 19 opeenvolgende scènes in het computerwerk ‘Dieper’, waarbij danser Marc Vanrunxt bij het cijfer 19 in aanraking komt met de filosofische steen. De scènes zijn gescheiden door vijf krachten, zodat de uiteindelijke uitkomst 24 wordt, evenveel als er uren in een dag zijn, of wervels in een ruggengraat. Kijk ook naar de al genoemde 24 lichtboxen, waarvan er 19 een filosofische ruimte vormden en de vijf andere elk weer een fundamentele kracht als onderwerp hadden. Het is die mengeling van filosofie, van wetenschap (AMVK werkte veel samen met neurolinguïst Luc Steels), van kunst, mystiek en mythe die haar werk zo rijk en complex maakt. | |
[pagina 399]
| |
Afb. 4, Anne-Mie van Kerckhoven, ‘Dieper’, 2003, variabele afmetingen, videoinstallatie, 4 zwarte plexi schermen 200 × 100 cm, 5 spiegelschermen 200 × 100 cm, 2 dvd's, 1 rotator.
| |
Lust en geweldHet interieur is essentieel. Voor AMVK heeft elk object in een interieur een bepaalde geschiedenis, een symboolwaarde: iedere persoon schikt, herschikt en elimineert bepaalde objecten in zijn leefomgeving. Het vertelt alles over die persoon, de opvoeding, de emoties, de psychische gesteldheid op een bepaald moment. Ze zitten ook in een reeks printwerken met filosofen en schrijvers als Freud, Maeterlinck, Houellebecq en anderen. ‘Het is een soort van bezwering van wat in jezelf zit, een mogelijkheid om dat tegelijk los te maken en vast te houden. Een interieur kan een gevangenis zijn, maar ook een bevrijding.’ In de jaren zestig van de twintigste eeuw werden meubels voor het eerst zo licht gemaakt dat ze mee konden verhuizen, van interieur naar interieur. In vroegere eeuwen bleven meubels staan. Dat fascineerde haar: als twaalfjarige was haar ideaal een witte plastic kubus, met meubels uit geperste lucht, waar je dus niks van kon zien. ‘Uiteindelijk zie ik mijn brein ook als een kamer, een interieur dat bevrijd moet worden van druk, van belemmering. Ik kan en wil alles laten veranderen, van kleuren, van systeem, van onderlinge verhoudingen, tot het bevrijding wordt. Alle denken dat wordt opgelegd moet worden bevrijd. Ik vertrek altijd vanuit een verontwaardiging, omdat iedereen alles maar lijkt te slikken. Ik kom in interieurs die geen enkele persoonlijkheid | |
[pagina 400]
| |
Afb. 5, Anne-Mie van Kerckhoven, ‘Baudelaire’ (uit het Antisade-project), 2003, 24,5 × 45 × 3 cm, computerprint, plexiglas.
hebben, maar volledig onderhevig zijn aan de machine van de mode. Te veel mensen willen laten zien: ik ben goed bezig. En wat zie je dan? Een enorme kilte.’ De vrouw staat centraal in haar werk: tegelijk sterk en zwak, mythisch en vulgair, pornografisch en mystiek.‘Ik zag ooit een tentoonstelling in Basel, over Griekse vazen met afbeeldingen van vrouwen. Die vazen waren een soort huwelijksgeschenk, waarop afgebeeld stond hoe de vrouw zich moest gedragen. Want met de opkomst van de filosofie en de rede in het oude Hellas zijn de mannen begonnen de vrouwelijke natuur aan banden te leggen. Je zag op die vazen hoe ze zich moesten gedragen, hoe ze zich moesten kleden, hoe het interieur ingericht moest worden: allemaal lagen, jassen bijna, die de vrouw laag na laag inperkten en beknotten.’ Het HeadNurse-project is voorlopig haar magnum opus. AMVK startte het in 1995 rond twee ideeën: de demonisering en het economische misbruik van het begrip ‘lust’ en de uitputtende fixatie in de massamedia op het begrip ‘geweld’. Het zijn beide kanten van eenzelfde medaille. AMVK verbond vrouwenbeelden uit de pornografie vóór de seksuele revolutie met woorden en termen uit de wetenschap, onder meer de artificiële intelligentie. ‘HeadNurse’ betekent evenveel als ‘verpleegster van het brein’: AMVK wilde een groots project opzetten, waarin niet zozeer het idee van feminisme de bovenhand heeft, als wel de constatering dat veel kunst eenzijdig en dus vals is. ‘HeadNurse’ kende een aanloop met het project ‘Morele Herbewapening’, dat eerst een incubatie- en expositieperiode had in Brugge, onder meer met de 96 bovengenoemde faxen, dagen, woorden en vrouwenbeelden, laverend tussen een huis in de Brugse Caermersstraat en de Kunsthalle Lophem. (afb. 3) AMVK in een gesprek met Filip Luyckx: ‘Zoals achter vrou- | |
[pagina 401]
| |
wenbeelden vele betekenissen schuilgaan, kan ook de intrinsieke betekenis van woorden herschreven en uitgebreid worden. Elke bestaande vrouw verandert in een nieuwe betekenismachine in beweging. Bestaande voorstellingen (tekeningen, foto's, geheugenbeelden) dienen enkel als plastisch materiaal dat bewerkt wordt tot nieuwe inhouden.’Ga naar eind(1) ‘HeadNurse’ had vele vormen, opgebouwd rond vijf ‘probers’ of pijlers: ‘Grensvoorwaarden’, ‘Het geheel wordt uitgerokken’, ‘De vereiste finesse’, ‘De buitenomtrek’ en ‘De waarde van wat voortduurt’. De Rortylightboxes uit 2004 zijn voor AMVK de laatste werken binnen het HeadNurse-project. Intussen zat ze niet stil. Anne-Mie van Kerckhoven kreeg de prijs beeldende kunst van de Vlaamse Gemeenschap 2003 en had enkele belangrijke nationale en internationale tentoonstellingen. In het SMAK in Gent toonde ze begin 2004 de interactieve installatie ‘Rorty-The Headroom’, waarbij de kijker het interieur, de kleuren en de personages in de installatie kon beïnvloeden. In mei en juni van hetzelfde jaar liep de tentoonstelling ‘How Reliable is the Brain’ in het NAK in Aachen, met onder meer het al genoemde computerwerk ‘Dieper’, dat eerder al in Kunsthalle Lophem en de Antwerpse Zeno X Gallery te zien was. (afb. 4) Maar ook met veel ander werk, zodat het bijna een klein ‘HeadNurse’-overzicht werd. In het Zwitserse Bern liep begin 2005 ‘AMVK/EZFK’, een voortgezette versie van het Europese Centrum voor Futuristische Kunst dat eerder in Borgerhout werd opgezet en waarin ‘antisade’ werd geproduceerd: geen antikunst, maar een kunst die parallel ontstaat met de alledaagse progressieve kunst. (afb. 5) Die laatste kunstvorm leren we immers alleen maar kennen via het kleine, gesubsidieerde kanaal van erkende galeries, kunstencentra en musea. Daarbuiten moeten nog gigantische hoeveelheden evenwaardige, maar onbekende kunst circuleren, waar we weinig of niks van (willen) weten. Het tekent de recalcitrante attitude van AMVK, die aldoor het extreme blijft opzoeken. | |
Volstrekt eigenzinnigTen slotte. Mag kunst, hààr kunst, mooi zijn? Jawel, zegt AMVK en ze vindt dat zelfs essentieel. Vooral haar unieke kleurgebruik zorgt voor een sterk herkenningseffect. Als ze een beeld maakt, blijft ze eraan werken tot ze het ‘mooi’ vindt, tot ze er zich goed bij voelt. Toch een esthetiek dus. Ze vindt het jammer dat er geen nieuwe kleuren meer uitgevonden kunnen worden. ‘Je maakt de kleuren aan die je psychologisch nodig hebt om te overleven. Dieren zien anders: ze zien via de kleur bijvoorbeeld of iets giftig is of niet. De kleur van de bloem verraadt de aard van de ondergrond enzovoorts. Psychologisch gezien maak ik een kleurenpalet aan waarmee ik me een beetje gelukkig voel.’ | |
[pagina 402]
| |
AMVK woont en werkt sinds eind maart 2006 voor een jaar in Berlijn. Ze heeft zich een boek aangeschaft met alle kastelen in de omgeving die met het openbaar vervoer bereikbaar zijn. Ze nam ook alle Duitse boeken mee uit haar atelier die ze nog niet gelezen heeft. En ze wil zich laten leiden door de sfeer van de stad en door de beelden die ze er in zich op zal nemen. Ze wil bijvoorbeeld weten waarom de Pruisen zich in de negentiende eeuw alle moeite hebben getroost om een stuk van de mythische stad Babylon vanuit het Nabije Oosten naar Berlijn over te brengen en er het Pergamon-museum omheen te bouwen. Het tekent haar volstrekt eigenzinnige attitude, die voor haar vanzelfsprekend is. Het zal wellicht weer nieuw, onverwacht, onvoorspelbaar maar toch sterk herkenbaar werk opleveren. |
|