Ons Erfdeel. Jaargang 49
(2006)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 381]
| |
Autonome en toegepaste
| |
[pagina 382]
| |
De ontwikkeling van - en museale aandacht voor - nieuwe vormen van geënsceneerde fotografie in de jaren tachtig gaf een belangrijke impuls aan de acceptatie van fotografie als autonome kunstvorm. In 1986 organiseerde het Groninger Museum de tentoonstelling ‘Fotografia Buffa, geënsceneerde fotografie in Nederland’, met werk van onder andere Teun Hocks, Rommert Boonstra, Henk Tas, Alan David Tu en Gerald Van Der Kaap.Ga naar eind(1) In deze expositie werd fotografie getoond die vooral bedoeld was als persoonlijke artistieke expressie. De meeste deelnemers hanteerden de fotografie op de eerste plaats als een autonoom beeldend medium. Dat hun foto's bovendien als zodanig in een museum werden getoond, autoriseerde in belangrijke mate hun kunstenaarschap. Ook in de jaren daarna volgde het Groninger Museum aandachtig de ontwikkelingen op het gebied van vernieuwende fotografie, maar dan vooral die fotografie die zich op het grensgebied bevindt tussen reclame en autonome beeldende kunst.Ga naar eind(2) In 2000 organiseerde het museum een expositie over de modefotografie van Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin en in 2003 een grote overzichtstentoonstelling over het werk van Erwin Olaf: ‘Silver’. In deze retrospectieve van Erwin Olaf waren zowel het autonome werk als zijn documentaire en reclamefotografie te zien, naast zijn films. Van Lamsweerde/Matadin en Olaf zijn voorbeelden van fotografen die zich succesvol manifesteren als reclame- en modefotografen én als autonome kunstfotografen. Belangrijk in het werk van Inez van Lamsweerde (Amsterdam, 1961) en van Erwin Olaf (Hilversum, 1959) is de creatie van een artificiële wereld die in de meeste gevallen tot stand komt door beelden digitaal te manipuleren. De beeldtaal van Olaf en Van Lamsweerde is die van de reclame en modefotografie; het is het beeld van glamour en verleiding, mooie mensen in uitdagende poses met perfecte belichting van kleding en accessoires. In hun autonome werk appelleren ze aan de clichés van de kunstmatige wereld van de reclame, die ze ieder op geheel eigen wijze ook becommentariëren. Van Lamsweerde maakte bijvoorbeeld de serie ‘Thank You Thighmaster’ (1993) waarin overgestileerde digitaal gemanipuleerde modellen poseerden waarvan de genita liën waren weggepoetst. Exemplarisch voor een soortgelijke houding in het vrije werk van Erwin Olaf is de serie ‘Mature’, foto's van vrouwen op leeftijd die als modellen figureren in een ‘glossy’ omgeving, alsof het jonge godinnen zijn. De rebelse houding van Olaf ten opzichte van de conventionele reclamefotografie maakt hem wellicht ook geliefd bij een aantal meer vooruitstrevende commerciële opdrachtgevers. Want zijn beelden houden de aandacht van de vluchtige kijker net iets langer vast. Olaf zelf ziet zijn commerciële opdrachtwerk als een belangrijke voorwaarde voor zijn artistieke praktijk, getuige zijn veelgehoorde uitspraak bij lezingen en interviews: ‘Ik doe mijn werk in opdracht om | |
[pagina 383]
| |
mijn vrije werk te financieren.’ Ook Van Lamsweerde lijkt geen principieel onderscheid te maken tussen het podium van internationale kunstmanifestaties als de Biënnale van Venetië of die van het glossy modetijdschrift. Beide kunnen volgens haar gelijkwaardig naast elkaar bestaan en de visuele expressie van het vrije werk heeft een positieve invloed op de beeldende mogelijkheden van de fotografie die in opdracht plaatsvindt. Naast de fotografen die zich voor hun vrije werk ook bedienen van de beeldtaal van de commerciële reclamefotografie, zijn er een aantal vakgenoten die zich in beide disciplines bedienen van een geheel andere beeldtaal. Ook zij lijken zich gemakkelijk te bewegen tussen museumruimte, tijdschrift en reclamecampagne. Deze fotografen maken hun beelden vooral in de hen direct omringende dagelijkse realiteit. En hoewel die beeldtaal niet aansluit op de conventies van de meer traditionele reclamefotografie, blijkt ze in een aantal gevallen goed bruikbaar voor commerciële doeleinden. Anuschka Blommers en Niels Schumm (Purmerend, 1969; Naarden, 1969) werken als duo voor internationale (mode)tijdschriften zoals Purple, Self-service, I-D en Re-. Hun fotografie concentreert zich vaak op het ‘ongewone’ in dagelijkse situaties. Zij zijn van mening dat de visuele cultuur vooral gedomineerd wordt door ‘de mooiste’, ‘het succesvolle’ en ‘het extreme’. In plaats daarvan kiezen zij voor het benadrukken van de schoonheid in het alledaagse. In tegenstelling tot de conventionele modefotografie vertoont hun werk doorgaans geen glamour en er wordt meestal niet gewerkt met topmodellen op toplocaties. De sfeer van hun beelden wordt vooral gecreëerd door een eigenzinnige keuze voor alledaagse situeringen. Zo vroegen ze bijvoorbeeld vrienden en bekenden om als model te poseren in nieuwbouwwijken en in onopvallende huiselijke situaties. In hun recente werk stileren ze de ongebruikelijke poses van hun modellen. Behalve dat ze door deze keuzes een zekere mate van vervreemding weten te creëren, scheppen ze een hyperrealistische sfeer door een scherpe en technisch perfecte belichting. Het werk van Blommers en Schumm bevindt zich op het snijvlak tussen mode- en portretfotografie. Hun oeuvre bestaat voornamelijk uit werk dat vervaardigd is voor commerciële doeleinden en dat in een aantal gespecialiseerde en vooruitstrevende tijdschriften wordt gepubliceerd. Hetzelfde werk wordt ook, als ging het om autonome beelden, in exposities van galeries en musea tentoongesteld.Ga naar eind(3) Blommers en Schumm worden, evenals een aantal generatiegenoten, voor hun fotografieopdrachten in Nederland vertegenwoordigd door het Amsterdamse fotoagentschap Solar Initiative. Dit agentschap gaat in belangrijke mate uit van de autonome kwaliteiten van het werk van haar beeldmakers. In wisselende balans werken de fotografen aan eigen werk en aan commerciële opdrachten.Ga naar eind(4) Veel van deze fotografen lijken de overstap tussen beide disci- | |
[pagina 384]
| |
plines zonder al te veel moeite te maken en zijn door hun uitgesproken fotografische visie vooral goed inzetbaar bij die commerciële projecten waarbij nadrukkelijk fotografische visie van de beeldmaker wordt gevraagd. Het is opmerkelijk dat deze vorm van fotografie erin geslaagd is in een aantal (voormalige?) domeinen van glamour en verleiding binnen te dringen. Maar het zijn vooral de vooruitstrevende ‘jonge’ merken en reclamebureaus die met deze fotografen durven te werken. De schijnbaar normale, dicht op de realiteit van alledag leunende fotografie van de fotografen van Solar Initiative lijkt in de praktijk voor de meer behoudende merken en producten vooralsnog een brug te ver. Het Fotomuseum Den Haag stelde in 2003 een tentoonstelling samen van de fotografen die door Solar Initiative worden vertegenwoordigd.Ga naar eind(5) De opdrachtfotografie van Elspeth Diederix (o1971), Marnix Goossens (o1967), Viviane Sassen (o1972), Thirza Schaap (o1971), Martine Stig (o1972), Elsbeth Struijk van Bergen (o1967), Ingmar Swalue (o1970), Henk Wildschut (o1967) en Raimond Wouda (o1964) werd, bij wijze van experiment, ontdaan van haar oorspronkelijke context getoond aan de witte wanden van het museum. Zo wilde men de autonome kwaliteiten van deze foto's tonen. Vooral Elspeth Diederix, Marnix Goossens, Viviane Sassen, Martine Stig en de later tot het agentschap toegetreden fotograaf Gertjan Kocken exposeren regelmatig met eigen - niet opdrachtgebonden - werk in galeries en musea, dat zich voor de niet ingevoerde kijker niet direct lijkt te onderscheiden van hun commerciële werk.Ga naar eind(6) Meer streetwise dan het werk van de fotografen van Solar Initiative is de fotografie van Ari Versluis (o1965) en styliste Ellie Uyttenbroek (o1965). Sinds 1994 werken zij samen aan een steeds groter wordende serie van ‘Exactitudes’.Ga naar eind(7) De titel van deze fotografiereeks is een samenvoeging van de woorden ‘exact’ en ‘attitude’ die de zienswijze en uitdrukking van het duo goed tot uiting brengt. De serie van samengevoegde portretten, twaalf afzonderlijke beelden in één compositie, tonen individuen die qua kledingwijze en andere uiterlijkheden gerekend kunnen worden tot bepaalde subculturen of anders sociaal gedefinieerde groepen. De foto's zijn het resultaat van een systematisch onderzoek naar kledingcodes. Ze laten de spanning zien tussen het voorkomen van het individu en de mate waarin hij of zij beantwoordt aan de codes over uiterlijkheden binnen bepaalde groepen van mensen. Door de objectieve weergave van de geportretteerden - tegen een neutrale witte ach tergrond - gaat vooral de aandacht uit naar de verschillen en overeenkomsten tussen uiterlijkheden. In de zomer van 2005 wijdde Museum Boijmans-van Beuningen speciale aandacht aan kunstenaars en vormgevers werkzaam in de stad Rotterdam. Onder de titel ‘Project Rotterdam’ werd werk gepresenteerd van een veertigtal kunstenaars en vormgevers die een actuele staalkaart gaven van creatie- | |
[pagina 385]
| |
ve krachten in de stad. Eén zaal van het museum was ingeruimd voor de integrale presentatie van de fotografie voor ‘Altijd jezelf’ van Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek. Het beeld van deze landelijke reclamecampagne van het Nederlandse warenhuis Hema (Hollandse Eenheids Maatschappij Amsterdam) die van 2002 tot eind 2004 werd gevoerd, wordt vooral bepaald door modellen van de straat die kleding en andere producten van het warenhuis toonden. De modellen waren door Versluis en Uyttenbroek zelf op straat gecast en vervolgens in hun studio tegen een neutrale witte achtergrond gefotografeerd. De modellen vallen op doordat ze ‘gewoon zijn’, een eigenschap die in Nederland zeer gewaardeerd wordt en qua uitstraling perfect aansluit op de identiteit van het warenhuis en het thema van de campagne. En hoewel in de fotografie voor de Hema-campagne de aandacht meer gericht is op de individuele peroonlijkheden - naast de te marketen accessoires - zijn er belangrijke overeenkomsten met het artistieke werk van Versluis en Uyttenbroek. Ze hebben gekozen voor modellen die qua voorkomen voor iedereen herkenbaar zijn en zich door de keuze voor bepaalde modeaccessoires tegelijkertijd individueel proberen te manifesteren. Zonder al te veel concessies aan de eigen werkwijze en uitdrukking te hoeven doen, kon het werk van Versluis en Uyttenbroek het gezicht bepalen van de campagne van het warenhuis in de winkels, op de vrachtwagens en billboards.
De beschreven fotografen en hun werk zijn voorbeelden van mogelijkheden die zich vandaag de dag voordoen bij het werken aan eigen fotografie en fotograferen in opdracht. Bij Erwin Olaf is het succes van het opdrachtgebonden werk een voorwaarde voor het maken van zijn vrije werk (het verschaft hem op zijn minst de middelen daartoe). Zijn eigen fotografie heeft ongetwijfeld ook een stimulerende werking op zijn commerciële werk. Bij fotografenduo's Inez van Lamsweerde/Vinoodh Matadin en Anuschka Blommers/Niels Schumm bestaat er een minder duidelijk verschil tussen het commerciële en vrije werk. Voor verschillende doeleinden wordt fotografie vervaardigd waarbij er geen onderscheid in waardering wordt gemaakt tussen kunst en commercie. Het duo Ari Versluis/Ellie Uyttenbroek ten slotte, werkt systematisch aan een serie van foto's (‘Exactitudes’) waar opdrachtgevers ook mogelijkheden in zien voor commerciële toepassingen. De grensvervaging tussen autonome en toegepaste fotografie heeft intussen ook de musea bereikt. De commerciële opdrachtfotografie wordt nu ook geregeld los van haar oorspronkelijke context getoond in de neutrale ruimte van de musea. | |
[pagina 386]
| |
Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin, ‘Anastasia’, 1995.
| |
[pagina 387]
| |
Erwin Olaf, ‘Anne Nicole S.75’, uit de serie ‘Mature’, 1999.
| |
[pagina 388]
| |
Anuschka Blommers & Niels Schumm, ‘Ciara’, 1999 (voor ‘Self Service Magazine’).
| |
[pagina 389]
| |
Marnix Goossens, ‘Bauernherbst’, 2003 - courtesy Aschenbach & Hofland Galleries, Amsterdam.
| |
[pagina 390]
| |
Elspeth Diederix, ‘Stilleven melk’, 2002 - courtesy Galerie Diana Stigter, Amsterdam.
| |
[pagina 391]
| |
Martine Stig, ‘Amna & Jawaher’, uit de reeks ‘Sisters’, 2006 - courtesy Motive Gallery, Amsterdam.
| |
[pagina 392]
| |
Martine Stig & Viviane Sassen, foto voor campagne ‘Hier’, een gezamenlijk initiatief van verschillende goede doelen om de klimaatproblematiek aan te pakken, gemaakt in opdracht van het Amsterdamse reclamebureau Kesselskramer, 2006.
| |
[pagina 393]
| |
Ari Versluis & Ellie Uyttenbroek, beeld uit de HEMA-reclamecampagne ‘Altijd jezelf’, 2002-2004.
|
|