nis’ en ‘maNUfest voor een authentieke architectuurervaring’, heeft geen conventio nele opzet. Kern van het boek is één woningbouwproject: ‘Het boek Wachten op betekenis is opgezet rondom de inge bruikname van het bijzonde re woongebouw Exodus in de wijk Stadshagen te Zwolle. Het kent een onderverdeling in tien ruimten, en is verbon den aan het door ons opge stelde maNUfest, waarin tien teksten belichten wat wij es sentieel vinden om architec tuur op een authentieke ma nier te ervaren.’
Dit maNUfest vormde de handleiding voor de vijftig mensen die door Onix waren uitgenodigd om een etmaal in dit gebouw door te brengen en hun ‘eigen authentieke architectuurervaring’ vast te leggen in een dagboekje. ‘Door reflecties van gasten en bewoners te verweven met de projecten en deze vervolgens onder te brengen in de tien opeenvolgende ruimten ontstaat een boek dat als “leesruimte” doorlopen kan worden, maar daarmee niet uit is. Het is als een gebouw dat in de steigers staat, omdat het een poging onderneemt de motieven van Onix bloot te leggen en deze voor de ontwikkeling van het werk van waarde te laten zijn.’ Het boek is daarmee een slang die in zijn eigen staart bijt, het is een reflectie op het werk die van invloed zou kunnen zijn op het werk en daarmee de reflectie verandert enzovoorts en zo verder.
Het maNUfest is samengevat in tien zinnen: ‘1 loop om het te bezoeken gebouw heen voordat je het betreedt; 2 teken het gebouw; 3 vind een weg door het gebouw door te dwalen; 4 bezoek het gebouw zowel overdag als 's nachts; 5 schrijf je ervaring op; 6 vertel je herinnering aan het gebouw; 7 vertrek uit het gebouw zonder het te verlaten; 8 ruik, voel, zie, hoor en proef het gebouw; 9 ontmoet anderen in het gebouw; 10 stel je open voor de ervaring van een ander.’ Het is daarmee voor de ervaring van architectuur wat het manifest DogmA uit 2001 was voor het maken van architectuur. DogmA is ‘de architectuurvariant van het DogmE van de Deense filmmaker Lars
Onix, Vensterschool Oosterpark, Groningen, 1998.
von Trier, dat stelling neemt tegen de vervlakking van de Hollywood-producties. (...) In DogmA wordt in tien regels geformuleerd waar een architect zich aan “moet” houden om te komen tot essentiële architectuur.’ Het afzien van het gebruik van de computer en de verplichting om alles met de hand te tekenen, vormen daar aspecten van. Volgens de opstellers van DogmA, NAT, een groep ‘Groningse architecten en theoretici’ waarin Onix een grote rol heeft gespeeld, zijn het ‘tien “bevrijdende” regels.’
Het idee dat er bevrijdende regels voor de architectuur zijn op te stellen, raakt de kern van de benadering van Onix. Deze laat zich samenvatten als pogingen de oplossing te vinden voor de paradox hoe de architectuur door regels is te ‘ont-regelen’. Dat vergt soms ingewikkelde mentale wendingen. De complexe opbouw van dit boek is daarvan een weerslag. Maar het leidt tevens tot gebouwen met een directe zeggingskracht. Wie de moeite neemt zijn weg te vinden in de ‘leesruimte’ van dit boek, krijgt indachtig het maNUfest de kans om de gebouwen van Onix heen te lopen, erdoor te dwalen en zich open te stellen voor de ervaringen van vijftig anderen, plus van de architecten zelf.
Hans Ibelings
Onix. Wachten op betekenis. MaNUfest voor een authentieke architectuurervaring, NAi Uitgevers, Rotterdam, 2005, z.p.